E. du Perron
aan
C. de Hart

Bergen, 29 maart 1940

Bergen, 29 Maart '40.

Zeer geachte Heer De Hart

Even kom ik u mededeelen dat mijn adres nu weer is: Nesdijk 19, Bergen (N.H.). Dan kom ik u vragen: hebt u 2 exx. van mijn brochure ontvangen, van de uitgeverij Contact? Ik gaf op, u 1 ex. voor het Mult. mus. te zenden en 1 ex. voor uzelf; is dat gebeurd? Dan een mooi bericht: deze uitgeverij voelt ervoor de ‘definitieve’ Mult.-editie te brengen, in 12 dln. wschl., onder redactie van Stuiveling en mij. Als dat doorging!... Dan moeten wij ook alle onuitgegeven multatuliana erbij doen, van de oudste af (zooals dat albumblaadje, dat u mij te zien gaf). Kunnen wij dan ook op uw medewerking rekenen?

Ik heb een vers van Mult. genaamd Toen en Thans6863; weet u ook waar dat verschenen is, en vooral van wanneer het is? Het ex. dat ik heb, is door iemand overgetypt, die later niet meer wist uit welk periodiek hij het gehaald had of wat er verder bijstond. Er schijnen méér oude versjes van M. te bestaan dan Mimi in de Brieven uitgaf,6864 en zijn er misschien ook ongepubl. brieven uit zijn jeugdjaren, aan zijn ouders of zoo? Enfin, daarover nader.

Hartelijke groeten en als steeds uw

EduPerron

6863Multatuli, Volledige werken IX, p. 186-188.
6864‘Eerste gedichten’ in Multatuli, Brieven I, tweede herziene uitgave, Amsterdam 1912, p. 17-25 (Volledige werken VIII, p. 50-54, waar Multatuli's vertaling, ‘De molenaar van Sans-Souci’, ontbreekt; andere vroege gedichten op p. 58, 87 en 285-286); brieven aan zijn ouders niet in Multatuli, Volledige werken.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie