E. du Perron
aan
J.F. Otten

Den Haag, 15 maart 1940

Den Haag, 15-3-'40.

Waarde Otten,6843

Dank voor je waardeerend briefje. Ik lig op 't oogenblik met griep en vertrek Maandag as. naar Bergen, waar ik misschien ga wonen (als ik een huis vind). Mijn voorloopig adres is: Nesdijk 19, Bergen (N.H.); misschien kan je je stuk over Machiavelli en Multatuli6844 daarheen sturen? Je krijgt het na lezing direct terug. Het herdenkingsart. in '376845 meen ik in Indië gelezen te hebben; is dat hetzelfde waarin je zegt dat Ter Braak's essay over M. zoo'n eenzijdige indruk van hem geeft? (wat nat. waar is, hoewel ook uitstekend zooals het is). - Mijn brochure Mult. en de Luizen (Contact, Amst.) komt Maandag a.s. uit; misschien kun je een recensie-ex. vragen. Ik denk dat het je hier en daar amuseeren zal; het stuk in G.N. was er een fragment uit. Lees verder ook wat de nationaalpatser Haighton over Mult. gedirkt heeft in het Mrt.-nr. van De Nwe Gids (als op bestelling); dat is héél geslaagd in het drekkige. Verder komt bij Stols van mij binnenkort: De Bewijzen uit het Pak v. Sjaalman met hoopen nieuwe documenten. Ziedaar. Beste groeten,

EdP.

6843DP kende dr. J.F. (Jo) Otten (1901-1940) al geruime tijd via Ter Braak, Ottens zwager. Hij schreef modernistische verhalen gebundeld in Bed en wereld (1932) en Angst, dierbare vijandin (1935); medewerker van De vrije bladen.
6844‘Machiavelli en Multatuli’. In: De stem 9 (1939) 10 (oktober), p. 1005-1013.
6845‘Bij den vijftigsten sterfdag van Multatuli’. In: Haagsch maandblad 27 (1937) 3 (maart), p. 267-278.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie