E. du Perron
aan
A.C. Willink
Den Haag, 13 februari 1940
Den Haag, 13 Febr. '40.
Beste Carel,
In haast dit, - ik heb 't nu èrg druk met het Archief, want het is onuitputtelijk en Bep is al nr Bergen om naar een goedkoope woning uit te kijken. Ingesloten het verhaal v.B.6755 terug, dat ik wel erg poovertjes vind; alsof 't zelf niet ‘geïnspireerd’ was maar op bestelling geschreven. Ik heb de foto bekeken, maar kan daar niets van maken. Niets goeds tenminste, en als ik wat bij een schilderij van jou schrijf, wil ik toch dat het iets goeds wordt. Bovendien ben ik van een misverstand uitgegaan, want ik dacht dat ‘ons’ (oude) gele huis6756 bedoeld werd, en daar geloofde ik wel een ‘juiste’ tekst bij te kunnen verzinnen. Over dat mannetje! in verband met dat huis. Dit huis doet me niet veel, vooral niet omdat ik me niet herinner het schilderij zelf ooit gezien te hebben. Was 't bij Booymans? In ieder geval zou ik alleen iets behoorlijks kunnen fantaseeren - misschien - als ik 't schilderij, mèt de kleuren, zag. Nu waag ik er me niet aan. Een bundeltje min of meer bestelde, wel aardige verhaaltjes bij dit schilderij, door een mij onbekenden heer Smeding op touw gezet, - wie zijn bovendien de anderen?6757 - dat pakt me ook als competitie niet. Ik zou er een belabberd figuur in slaan, en nogmaals, als ik een verhaal uitgerekend bij een stuk van jou lever, moet er iets van den ouden band in zijn, iets echts, waardoor het vanzelf al op een ander peil kwam te staan. Wil je dit aan den heer Sm. zeggen? - Later meer en hopelijk tot gauw ziens.
Je E.
P.S. Misschien schrijf ik, in Bergen, als ik van 't archiefwerk6758 ben dat me nu opvreet, heelemaal apart - voor Gr. Ned. - een verhaal bij dat andere gele huis.6759 Stuur me daar de foto dan6760