E. du Perron
aan
J. Greshoff

Den Haag, 23 december 1939

Den Haag, 23 Dec. '39.

Beste Jan,

Ook wij waren heel blij met je brief, dat spreekt vanzelf. Al hoorden wij van Menno en Jany natuurlijk vaak over je. Maar eerst moet ik even vaststellen dat er, misschien door onze wederzijdsche verplaatsingen, brieven van jou aan mij en van mij aan jou verloren moeten zijn gegaan, want je zegt dat je sinds Mei niets meer van me hoorde en ik weet zeker dat ik je tot het laatste oogenblik uit Indië geschreven heb, zelfs nog naar Kaapstad. En ik ben 12 Aug. uit Batavia gegaan, dus moet ik je eind Juli (uit Buitenzorg) nog geschreven hebben. En ik van mijn kant heb van jou, sinds je in Z. Afrika zit, precies 2 brieven gehad, nl. 1 bij aankomst, dat is nl. degene waar ik uit Bergen op antwoordde en daarna 1 via Menno, nu een dag of 10 geleden, waarop ik expres niet antwoordde, omdat ik begreep dat je den mijne kort daarop hebben zou. En nù, gisteren dus, kreeg ik een 3e: het antwoord op den brief uit Bergen.

We zitten nu in Den Haag, hier besteld door alarmeerende berichten v. Menno in de ‘spannende Novemberdagen’. Toen werd het in Bergen opeens niet prettig meer en zijn we haastig opgebroken. Nu zitten we hier bijna alweer 1½ maand, in pension, aan 't eind van de Laan v. Meerdervoort, dus den kant v. Kijkduin uit. Wij hebben Hein 's Gravesande en Jacques Bloem vlak bij ons, behalve Freddy Batten en natuurlijk Menno, om wien we ons hier gevestigd hebben. Ik werk hard, eig. tè hard, kom van het pennen haast niet af, lijd weer flink aan slapeloosheid, kortom begin alweer te verliezen wat ik door de zeereis en het verblijf in Bergen gewonnen had en Bep maakt zich alweer ongerust. Ik schrijf voor 't Bat. Nwsblad en voor de N.R.C. en voor Gr. Ned. en de kroniek v. K.K.K. enz., lees van allerlei dat me maar half interesseert, schiet lang niet zoo goed op als ik zou willen met die Dirk v. H.-paperassen, voltooide mijn nieuwe Multatuli-boek, waar ik op 't laatste nippertje nòg meer dokumenten voor vond en dat nu eindelijk wel ‘definitief volledig’ is, wil ik hopen; vertaal (geholpen door Bep) de Staline van Boris Souwarine voor Querido (hij wil er een pendant van maken van Menno's vertaling van Rauschning, maar de Russen zitten verder af dan de Duitschers, dus dat zal in 't verkoop-succes wel merkbaar zijn!) Enfin, nu ben ik - door flink ‘vooruit te werken’ - door de voornaamste rotzooi heen en hoop na de Kerstdagen flink met Dirk bezig te kunnen zijn.

Dat dus wat de pennerij betreft, maar dat is niet gering, want ik ben nu, sinds Indië, op-en-top een inktlastdier geworden, een schrijf-en-lees-beest, met maar verdomd weinig loisir! Als Jany dus vindt dat ik stiller en geposeerder ben geworden, zal dat vnl. moeheid zijn. Maar wie weet, misschien is deze ‘mildheid’, om een geliefd woord van Jany te gebruiken, wel gevolg van grootere wijsheid?

Hiernaast zien we, naar mijn zin, veel te veel menschen (hier in Den Haag althans), maar dat is half onvermijdelijk na die Indische tijd. Gisteravond hadden we Jacques en Claartje hier, wat heel gezellig was. Henri Mayer, zeer gegriefd door jouw onverschilligheid voor hem, is nu ook gegriefd door mij, geloof ik, omdat ik nog steeds niet met Bep bij hem ben komen eten, maar dat is dan ook een bezoeking, gezien de mevrouw die nu de zijne is. Den Haag heeft wel iets geschikts, maar Bergen beviel ons 10 × beter! En zoodra ik door ‘Dirk’ heen ben, gaan we dan ook weer weg, misschien terug naar Bergen.

Plannenmakerij is zoo steriel, in dezen tijd, met de bedreiging door die rotkerels voortdurend aan den grens. Soms denk ik erover dat het in België misschien nog veiliger is, maar dat zoeken van veiligheid bevalt me dan ook weer niet en goedkoopte is ook geen reden genoeg, - bovendien, in Bergen was het niet duur.

Het leven dat jullie daar leiden, lijkt me ook zoo gek nog niet. Ik kan er misschien tâch beter tegen dan jij; ik heb in Indië tenminste altijd best kunnen werken. Waarom sluit je je niet op in je verleden, met ‘legendevorming’ en al, voor die mémoires, en laat voor een tijdje verder alles stikken? Probeer het eens; het zou weleens de genezing kunnen blijken te zijn. Zoo schreef ik, in de débâcle na mijn moeders dood, het L.v.H.

Schrijf mij eens gedetailleerd op hoeveel het leven daar komt, - wat je als garantiefonds moet storten, hoeveel de reis kost, etc., - misschien (wie weet?) komen we nog! Ik voel in principe wel iets voor dat ‘paradijs Houtbaai’.6534 Stuur ook eens foto's. Maar zou je denken dat ik daar ook werk zou vinden, dwz. eenige vorm van verdiensten? Want iets vroeger of iets later moet ik daar toch aan denken.

Als de Moffen ons niet plotseling overstroomen en opruimen in dit landje, wil ik serieus de mogelijkheid overwegen van dààr te komen. Maar zijn er tijdschriften? of schrijf jij die nu al compleet vol? Stuur me eens wat artikelen van je in Z. Afrik. periodieken, vooral wat je daar over Forum vertelt en zoo, volgens Menno.6535 Ik ben daar zéér benieuwd naar! - Ik van mijn kant zal je mijn boekjes sturen (de 3e Multatuli dus) en af en toe een stuk, waarvan ik denk dat het je interesseeren kan (zoo moet ik bv. voor 't B.N. nog schrijven over je Steenen voor brood6536).

Bep zal een blaadje hierbij doen voor Aty, maar beklaagt zich dat ze dat al eerder deed, maar geen antwoord bekwam. Misschien dat Aty nu in Kaapstad meer tijd en correspondeerlust ook heeft? In ieder geval, voici.

Alleraardigst vind ik dat Jan Jr. zoo leest. Hoe oud is hij nu? 22? Ik herinner mij hem bizonder goed en heb nog altijd die foto6537 van hem met mij samen, waar hij bizonder goed op staat, - eig. sprekend Jan Sr. in diens jeugdjaren. Ik stuur hem, nu hij zoo ‘perroneert’ een ex. van Schandaal in Holland met inscriptie. Hij kan ook nog een stel Cahiers v.e. Lezer van me krijgen, of geeft hij daar niet om? De novelle van Kees zag ik met plezier in de vertaling v. Freddy B. terug, maar het fransch was toch savoereuzer. Jij hebt je ex. v/h Schandaal toch allang gekregen, niet? Ik liet het je direct door Leopold zenden, zoodra ik hier was.

Mijn eerste maanden in Indië waren niet zóó leuk, omdat we toen zeer eenzaam in Tjitjoeroeg woonden en Bep eig. alles even naargeestig vond; bovendien was zij er toen fysiek het slechtst aan toe (later was ik dat). Maar ‘hulpeloos’ of ‘losgescheurd’ voelde ik me toch niet; ook dank zij Multatuli en De Man v. Lebak. Daarom dat ik ook voor jou eig. alleen iets werkelijk goeds verwacht van werk waar je zelf door gepakt wordt, - niet van het soort werk dat wij, al is 't dan niet zonder belangstelling, toch hoofdzakelijk doen voor de dubbeltjes in huis. Als ik nù heelemaal ‘vrij’ was, zou ik zóó een boek over Indië schrijven, een even dik ‘vervolg’ op het L.v.H. Maar helaas!

Hierbij wat foto's van me, een met een snor die ik in Indië liet groeien, een zonder en weer op z'n europeesch gefatsoeneerd. Als ik niet èrg veel schrijf, komt dat door de andere pen-arbeid, want van Jany, Menno en ik ben ik op 't oogenblik degene die het meest en hardst in de inkt ploeter, en ik kan daar werkelijk weleens genoeg van hebben. Laat je dààrdoor dus niet weerhouden als het hart joú tot spreken dringt. Is er wat goeds onder de Z. Afr. literatuur. Of is 't eig. in proza en poëzie Goha le Simple6538 = Ampie?6539 (En pis et tant pis!) Hoe zijn de verzen of andere werken van dien uitgescholden individualist Van den Heever?6540 (niet de professer). Vertel me daar ook eens wat van, nu je er toch tusschen zit.

Nu, heel veel hartelijks voor de gantsche famiglia van ons beiden, daar Alijntje nog van toeten noch blazen weet. Maar als we in Z. Afr. komen, zie je hem en wschl. ook Gille.

Een ferme hand van je

E.

Het allerbeste met 1940 gewenscht allemaal, ondanks ‘de tijden’, ach ach!

Eerste Kerstdag

Lieve Aty,

Nee, zoo kwaad meen ik het niet, hoor. Alleen: ik ben zoo'n sloome correspondent, dat ik de buitensporigste prikkelingen noodig heb om de pen op het papier te krijgen. Deze natuurlijke lacune wordt natuurlijk nog in de hand gewerkt doordat Eddy me altijd met ongeloofelijk vuur en miraculeuze snelheid al het gras voor de voeten wegmaait. Aan de wijze waarop de voorafgaande zin ‘gestijld’ is, kun je zien dat de gevolgen van de indische gâteusheid nog waarneembaar bij me zijn. Ik geloof trouwens niet dat ik daar ooit weer van herstel. En wat dat betreft, weten jullie je geluk niet dat jullie tenminste in een goed klimaat leven. Al de rest, het gevoel van geïsoleerdheid en van drooggelegd te worden, hebben wij net zoo meegemaakt, en dat kunnen we dus beter begrijpen dan wie ook. 't Is le calme plat, en hoe. Maar toch zou ik nu al af en toe wel eens een week in Indië willen zijn. Juist tegen dat we weggingen - misschien ook wel daaróm - begon ik er een beetje aan te wennen en voelde me physiek ook beter (betaald met de vele leverinjecties en andere items op doktersrekeningen) - we woonden toen ook wel aardig, met een mooi uitzicht, en dus kan ik me ook de prettige kant die er vooral voor jou aan Kaapstad zit, wel voorstellen. Een aardig huis, een tuin, en weer waarin je zoomaar naar buiten loopt, zijn tenslotte voor een vrouw toch wel belangrijke dingen! Als je 3 mannen nu maar een beetje wennen, zoodat je niet het gevoel hebt dat je er alléén plezier van hebt. Hoe wonen jullie eigenlijk? Gemeubeld?

Alain maakt het best, is alleen na die tonsillenoperatie wat onrustig. Hij heeft al echt de geneugten van een hollandsche herfst - in Bergen, met zakkenvol eikels en ‘kastanja's’ - en winter - hij heeft op een bevroren ondergeloopen tennisbaan hierachter al op de schaatsen gehangen, mag ik wel zeggen - genoten. Als er nu ook nog eens sneeuw komt, zijn alle beloftes van Europa-volgens-de-kinderboeken ingelost.

Pleeg je nog erg veel journalistiek? Dag, heel veel hartelijks voor alle vier,

je Bep

6534Strand even ten zuiden van Kaapstad.
6535Niet achterhaald.
6536Er verscheen geen bespreking in het BN.
6537Foto niet achterhaald.
6538A. Adès en A. Josipovici, Le livre de Goha le Simple. (Parijs 1919).
6539Jochem van Bruggen (1881-1957), Ampie-trilogie (1924-1942), waarvan DP de eerste twee delen Die natuurkind (1924) en Die meissiekind (1928) gekend kan hebben.
6540Toon (François Petrus) van den Heever (1894-1956) publiceerde Gedigte (1919) en Vir Eugene en andere gedigte (1931).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie