E. du Perron
aan
F.E.A. Batten

Batavia, 14 maart 1938

Batavia, 14 Maart '38

Beste Freddy,

Je hebt me weer verwend met een langen brief, zeer gezellig en vol aardige dingen. Neêrlands Taal van het wezen Prick is nu al 3 weken of langer naar je toereizende. Gelukkig dat ik dàt tenminste voor je vond. Hedenmorgen zond ik je een groote foto van Gedong Menu (Lami) met mij tusschen vader en moeder in de oude (nu herbouwde) voorkoepel; ikke hoogstens een jaar oud, wschl. jonger, dus de foto is van 1900. De roemah kampret - later, in mijn jeugd nog, geheel verbouwd tot keurig voorpaviljoen - zie je er nog op.5262 Ik hoop dat dit Ducroo-curiosum je bevallen zal. De foto's van Tjitjoeroeg zal ik voor je laten maken, zoodra ik de clichés vind. Die zijn bij al dit verhuizen in Bep's hebben-en-houden zoekgeraakt. Jean de Tinan zit diep weggestoken in dichtgespijkerde boekenkisten, dus daar moet je zéker op wachten. Met 1 Juli moeten we weer uit dit huis; misschien gaan wij naar Europa terug; dus je begrijpt dat ik mijn beste boeken onuitgepakt heb gelaten. Alleen de zg. handbibliotheek staat hier opgesteld. - (O ja, die foto van Gedong Menu kan je houden.)

Hierbij Vic over Wilde-Multatuli-Saks-en-mij terug. Ik antwoordde ook hierop, in een finale afrekening die ik met Jan Lubbes hield over Multatuli. De tekst is al naar Querido; maar hij kàn nog weigeren! Helaas kon de foto niet erbij gaan, die ik van jou verwachtte; maar als die nu spoedig komt, gaat hij per luchtpost en haalt het ms. nog in.5263

Wat je me van Stapel vertelt, is alleraardigst. Ik ben door 't Archief een beetje op de hoogte van zijn werk voor 't Corpus Diplomaticum, waarvoor heele stukken door onzen commies August Resner voor hem worden overgetikt. Ik hoorde, en zag hem dus, eens in Bandoeng, toen hij leeraar was en ik zelf allang van school verwijderd; in de soos hield hij een lezing over middelned. literatuur, meen ik, althans de ‘abele spelen’ kwamen er veelvuldig in voor, en een Indo vóór mij werd het te machtig: de man keek naar zijn vrouw naast hem, naar Stapel op het toneel, weer naar zijn vrouwtje en barstte uit in Toelichting: - ‘Adam!’ - Pauze. - ‘Abèll - Kaìn vermoorddè Abèll!’ Het was niet iets om gauw te vergeten, en je ziet, ik weet het nòg.5264

De heer Stapel fils zag mij niet, omdat ik toen niet op 't Archief was. Ik was ziek - sinds Garoet gaat het physiek heelemaal niet goed met me. Er was al een dokter die een blindedarmoperatie urgent achtte, gelukkig dat een andere het tot op den huidigen dag verdomd heeft. Nu gaat het iets beter, dus basta. - Het werk op 't Archief is niet altijd even boeiend, maar veel prettiger dan allerlei ander werk, en mijn verhouding met Verhoeven is op zichzelf veel waard, want van de beste.

Het plaatje van D.v. Hogend.'s huis (Novo Sion) in Brazilië, kende ik uit de Verz. Werken van Van Vollenhoven, waarin een betere reproductie staat dan die in de Bijdragen.5265 Jammer dat ik het origineel niet kan zien. Maar kan je den heer Stapel niet vragen mij een foto te bezorgen èn van 't portret in generaalsuniform (dat ik alleen ken uit Colijn-Stibbe N.I.)5266 èn van dit schilderijtje? De kosten voor 't fotografeeren en opzenden heb ik er graag voor over. Met foto's van 13 bij 18 ben ik al best tevreden, mits betrouwbaar van schakeering. (Van 't generaalsportret bv. ken ik nog een repr., in Tijdens de Comp. van Godée Molsbergen, die zeker valsch is, want het is of Dirk daar een snor op heeft à la Sobiewski.)5267 Als de heer S. brieven van D. heeft, zouden die mij èrg interesseeren; zijn mémoires ken ik natuurlijk.

Ik schreef aan Gans Sr. - de man van die Mult.-uitgave - maar p/a De Haan, niet Becht. Dat is stom. Misschien kan hij dien brief nog aan De Haan opvragen. Spreek Ter Braak er eens over, bij gelegenheid. Maar overigens, ik heb nu geen tijd meer, en blijkbaar is van die uitgave door Becht ook afgezien; anders had Gans Sr. mij toch wel geschreven?

Dank voor dat versje van mezelf uit Helikon,5268 maar 't bevalt me niets. Het is door-en-door ‘ontleend’ van toon; en aan wien? Mijn eigen geluid hoor ik er niet in, dat is zeker. Jij wel?

Ik vroeg Marsman je een heel pak artikelen uit 't Bat. Nwsbl. door te zenden. Gebeurt dat niet, schrijf me dan; dan zal ik ze hier nog eens voor je halen. Maar wat heb je eraan? (Ter Braak kan ze je misschien ook geven, als hij ze niet meteen weggooit.)

[Arthur van Schendel, doende of het geld van den Nobelprijs al op is,5269 is prachtig, en door-en-door Arthur! Ik zie hem opeens duidelijk vóór me en 't gezicht dat hij trekt, als ik zooiets hoor.] Over ‘mevr.’ Greshoff heb je totaliter ongelijk. Atie karakteriseeren als een vrouw die nogal op beroemdheden gesteld is, is krankjorem. Wrijf je oogen uit en kijk beter. Niemand kan je dwingen iemand ‘warm’ of ‘sympathiek’ te vinden als 't tegengestelde het geval is, maar dat als grief tegen Atie Gr. is er falikant naast. Wat Gr. zelf betreft, ik schrijf aan zijn ongelooflijk beroerd leven toe (pennen, dicteeren om den broode als je ‘op’ bent, moeten leven van artikelen, waar je van spoegt) wat je hem verwijt. Was ik in zijn plaats, ik was 10 × erger, of allang volkomen nul. - Je portret van Nijhoff lijkt me zeer juist, maar... ik mag dat niet zeggen, zijnde niet bepaald dol op hem (hoewel ook niet gebrouilleerd). Maar homosexueel is hij toch niet, geloof ik - en bij God, waarom zou hij dat nu moeten zijn? Omdat iedereen 't is, zal je zeggen, tegenwoordig. Er is een mevrouw op 't Archief die op slag aan mij gezien heeft, dat ik het was! - De Grauwe Vogels ontving ik nooit; ik zal een recensie-ex. moeten vragen voor 't Bat Nwsbl. om het te lezen, want dat ex. van Arthur moet nu wel gekaapt of verongelukt zijn.5270 - Ik heb nog niemand ontmoet van al de menschen die je opnoemt, behalve Gé eens, kort, in de Volksraad.5271 Ik heb niets tegen hem, maar kom er gewoon niet toe Suzon of hem op te zoeken, wat niet aardig van mij is. - Dit zijn allemaal maar antwoorden. Ik verwacht spoedig een nieuwe brief van je en schrijf dan beter. Dit gaat tusschen allerlei bedrijven door. Hartelijke groeten, ook aan Rudie, een hand van je

E.

5262Mogelijk de foto in G.H. 's-Gravesande, E. du Perron, Herinneringen en bescheiden. 's-Gravenhage 1947, t.o. p. 17. (Roemah kampret: het huis met de vleermuizen)
5263Zie Multatuli, Tweede pleidooi, p. 81-84 (niet in Vw).
5264Dr. F.W. Stapel (1879-1957), van 1919 tot 1921 loco-burgemeester van Bandoeng en van 1920 tot 1927 directeur van de H.B.S. aldaar, vanaf 1932 privaat-docent aan de G.U. Amsterdam en secretaris van het Instituut voor taal-, land- en volkenkunde in Den Haag. Van zijn hand verscheen ondermeer Geschiedenis van Nederlandsch-Indië. Amsterdam 1930.
5265Zie C. van Vollenhoven, ‘De woning van Dirk van Hogendorp in Brazilië [1817-1822] (1923)’. In C. van Vollenhoven, De Indiën, Herdenkingen, Overige geschriften, Registers III, Verspreide geschriften. Haarlem etc. 1935, p. 732-734 (de afbeelding staat t.o. p. 734). Eerder verschenen als ‘De woning van Dirk van Hogendorp in Brazilië (1817-1822) (met twee platen)’. In Bijdragen tot de taal-, land- en volkenkunde van Nederlandsch-Indië 79 (1923), p. 642-645 (de afbeeldingen bevinden zich tussen p. 642-643).
5266Neerlands Indië, [etc.] I. 4e tot heden bijgewerkte dr. Onder redactie van D.G. Stibbe en H. Colijn. Amsterdam 1935, p. 336.
5267Zie E.C. Godée Molsbergen, Tijdens de O.I. compagnie II. Bandoeng z.j, t.o. p. 129. Generaal Jan III Sobieski (1624-1696), in 1674 tot koning van Polen gekozen.
5268‘Voor een jongmeisje’.
5269In januari 1938 hadden de hoogleraren in de Nederlandse taal- en letterkunde te Amsterdam, Leiden en Utrecht, N.A. Donkersloot, P.N. van Eyck en C.G.N. de Vooys Van Schendel bij het Nobel-comité voorgedragen voor de Nobelprijs voor de literatuur.
5270Zie ‘De noodlotsidee bij Van Schendel’.
5271Die DP samen met Samkalden had bezocht. Gé van Bovene, aangetrouwde familie van Batten, was journalist.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie