E. du Perron
aan
F.E.A. Batten en R.A.J. van Lier

Garoet, 27 oktober 1937

Garoet, 27 October '37.

Beste Freddy en Rudie,

Veel dank voor jullie kaarten, al en niet met donkere boezems; en Bep zal jullie zelf nog schrijven over de italiaansche prentenboeken voor Alanus, waar hij en zij gewoon verrukt van zijn en die bizonder kalmeerend schijnen te kunnen werken. Ik schrijf nu in haast; heb nl. 88 blzn. gepend over de gebrs. Van Haren, niet als ‘essay’ maar als 1e verhaal (1e hfdst.) van De Onzekeren. Mijn hand is lam! Ik moet Freddy erg danken voor de voortreffelijke ongevraagde stukken die hij uit Bilderdijk's Gesch. heeft overgeschreven, en waar ik werkelijk veel aan heb gehad (over Brunswijk juist misschien nog 't minst). Verder moet ik jullie - F. alleen of julliebeiden? op dit oogenblik wschl. hartelijk dank zeggen voor 't corrigeeren van De Man van Lebak. Querido schreef sinds lang dat de proeven naar F. toe waren en Ter Braak schreef dat F. hem proeven vertoond had;4982 eerlijk gezegd ben ik zelfs een beetje verwonderd dat ik nu je opinie nog niet ken. Maar wie weet, morgen of overmorgen brengt de post....

We zitten hier prettig, maar de toestand van Bep is nog allesbehalve bevredigend. Ik zie ontzettend op tegen Batavia.

Nu mijn geïnteresseerd (op z'n fransch) praatje. Ik wou erg graag weten wat er in Halbertsma: Fragmenten over (van?) de Van Harens staat over den zelfmoord van Willem van Haren.4983 Kan een van jullie dat voor me opzoeken, overpennen en me opzenden? Liefst per luchtpost en hierheen, er is haast bij. Adres: Hotel Papandajan, Garoet (Java). Als het te lang is, resumeer het dan; maar ik denk dat 't maar enkele regels zijn; het schijnt het verhaal te zijn van een hofmeester Ludinga, door Halbertsma genoteerd. Schrijf me ook uit welken tijd deze Halbertsma zelf is, dat weet ik ook maar bij benadering. De anderen, die ik las, verwijzen naar hem als naar een beroemdheid, maar zijn boek is hier op geen enkele bibl. te krijgen, dat begrijp je. Ik deed alle moeite.

Ik schrijf langer en beter als ik weer bericht van jullie heb. Aan Rudie schreef ik den laatsten tijd niet veel, maar dat komt omdat mijn brieven aan F. toch ook voor hem zijn. Vertel ook wat van de italiaansche reis. - Hier is het mooi en winderig, soms heel lief. Nu komt de moeder van Alijn aan 't woord. Dank vooruit voor alle moeite, en een hand van je garoeter

E.

P.S. Schreef ik al dat v./d. Wall Landhuizen hier inderdaad uitverkocht zijn? Ik ontmoette het boek nog in geen 2e hands-winkel. Als je 't vindt kost het f 2.50, f 3. of f 3.50, dat hangt van den ‘staat’ af. Maar als ik het vind, koop ik het, en bericht je dan. Als ik het even houd, is het toch voor jou bestemd.

4984 De prentenboeken kwamen net op een regendag, en zijn trouwens ook in de zon alleraardigst. Alain heeft met veel goede wil en vreugde het bestaan van een Freddy en een Rudie op gezag aangenomen. Hij weet ook al dat (Multa)Toeli, opa Sten(dhal) en Eddie Poe huisgoden zijn, en roept ze aan bij feestelijke gelegenheden. Dat land van jou is ongeloofelijk mooi, Freddy, maar de koloniale archi-tectuur zal een Annie Salomons van me maken. Hartelijk dank en veel groeten,

Bep.

Het verhaal van dien hofmeester Ludinga schijnt te staan in Naoogst door Halbertsma, deel II op blz. 471.4985

4982Zie Bw TB-DP 4, p. 187.
4983Zie J.H. Halbertsma, Het geslacht der Van Haren's, Fragmenten. Deventer 1829, p. 201: ‘Ene beroerte rukte hem den 4 Julij 1768, terwijl hij aan tafel zat, eensklaps uit het land der levenden weg.’
4984Tot en met de ondertekening in het handschrift van Elisabeth du Perron-de Roos.
4985Zie J.H. Halbertsma, Letterkundige naoogst II. Deventer 1845, p. 478-479: ‘[...] Ludinga was hofmeester bij Willem, die na het eindigen van den maaltijd zeide, “Sikke geef mij dat poedertje, dat daar in de kast ligt.” Sikke bragt het poedertje, hetwelk zijn heer met een theelepeltje in een glas omroerde, en vervolgens opdronk. Een uur daarna was hij niet meer. Hij zat dood in zijnen stoel aan tafel.’
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie