E. du Perron
aan
J. Greshoff
Tjitjoeroeg, 7 juni 1937
Tjitjoeroeg, 7 Juni 1937.
Beste Jan,
Een paar dagen geleden was ik in Batavia en sprak Ritman. In principe wil hij wel - maar géén ‘brief uit Brussel’, liefst iets ‘minder goeds’, misschien wel dat Vóór en tegen.’4668 Hij kan nog niet beslissen, vmdl. omdat hij de directie of administratie nog ‘kennen’ moet. Het gaat gewoon om 't geld, en ze zijn zuinig bij die krant (een kolom wordt gewoonlijk maar gehonoreerd met fl.7.50); verder is R. blijkbaar op dit gebied geen baas. Als 't om een enkel stuk ging, was 't vmdl. al in orde, maar als je - wat ik vroeg - een bepaalde som per maand zou willen hebben, wordt 't moeilijker, blijkbaar. Er is hier angst op alle gebied, ook in de betaling, tegenwoordig. Maar ik zal hem verder ‘bewerken’ zooals dat heet, en ik zal ook Samkalden op hem afsturen die een goed vriend van hem is. (Overigens: R. zou zelf graag een soort literair bijblad uitgeven, onder mijn leiding, en krijgt dat - altijd om 't geld - niet gedaan. Of misschien langzaam-aan; alles moet langzaam gaan! Intusschen: krijg ik dat, dan kan ik je misschien aan ‘bestellingen’ helpen, gewone besprekingen of zoo.
Er is op 't oogenblik ook weer druk gedoe over een baan òf bij 't Landsarchief - de archivaris is nu net terug van verlof in Holland4669 en zegt mij graag te willen ontmoeten - of als bibliothecaris op 't Dept. van Justitie - (niet van B.B.; dat was een vorig plannetje!) Maar bij dit alles, voor jou of voor mij, moet je altijd een groote ruimte vooropstellen voor opgewekte en welwillende praatjes. Je iets voorspiegelen op gronden van niets is hier usance.
En nu; zooeven hier terugkomend (uit Bandoeng, waar ik Bep opzocht) vond ik Gr. Ned van Mei. Van April dus nog steeds niet: vergeet niet mij dat te laten zenden, als je 't nog niet deed. Ik zag tot mijn verbazing, en met de gevoelens die je je in kan denken, dat er een tweede stuk van Saks in stond4670 - het eerste las ik zelf dus nog steeds niet, hoewel ik 't heel even inkeek op de Harmonie in Batavia. Ik dacht dat vervolgstukken in G.N. niet werden opgenomen, dat dat nu eenmaal ‘grondwet’ was, etc.? Voor de keer dat deze grondwet dan gevioleerd kon worden, kan ik je steeds minder begrijpen!! Ik las dit 2e stuk, een laag, ìn-antipathiek leuterstuk, één afmakerij van Multatuli door pietluttigheden, die voor allesonthullende ‘scherpzinnigheid’ moeten doorgaan. Beste Jan, ik ben hierom gewoon verontwaardigd op je. Je stelt mijn verhaal meer dan 8 maanden (ik geloof zelfs al een jaar) uit; als 't is om het eene verhaal na 't andere van Simon te plaatsen, soit.* Maar voor dit infame geleuter?! Ik begrijp gewoon niet dat geen van jullie smaak, gezond verstand of gevoel voor Multatuli genoeg had om stichtelijk te bedanken voor zooiets. Of moet Mult. in òns blad op deze manier bekwijld worden onder 't loffelijk voorwendsel dat de kwijler 70 geworden is? Want 't mooiste komt nog: jullie hebt je zelfs ‘technisch’4672 geblameerd, door dit stuk op te nemen, omdat dit heele stuk niets is dan één herhaling, herkauwsel-opgewarmd, van een stuk dat dezelfde Saks in... Gr. Ned. heeft gezet in 1927, een eindelooze serie, waarvan dit een fragment is zonder één toevoeging van iets nieuws. Trouwens, 's mans heele gelul is uitvoerige toelichting van wat iedereen weet (na de off. dokumenten uitgeg. door De Bruyn Prince); wat op zichzelf niet erg zou zijn, als hij er niet zulke goochelaars-allures bij aannam van: ‘nu blijkt dus dat Dekker twee dokumenten kreeg, dien bewusten avond!...’ Het is om te huilen zoo plat, deze heele vertooning. En van een zóó‘superieure gedocumenteerdheid’ (volgens den heer Van Vriesland) dat deze Sherlock Holmes verzuimd heeft het éénige stuk te vinden en te citeeren, dat iets had kunnen toevoegen aan zijn herkauwerij: de tot dusver ongepubliceerde brief van Mult. aan Duymaer v. Twist, in Lebak zelf geschreven, en die niet alleen boeiend is en, als dokument, een ‘prachtstuk’, maar een psychologische bijdrage van den allereersten rang. Gelukkig dat mij dat tenminste overblijft, al is 't niet in G.N. te publiceeren.4673 Menno (door mij erop opmerkzaam gemaakt) is de eerste die 't ooit citeerde (in zijn Vrije Bl.-stuk.) Maar de heer Saks had dat moéten citeeren! hij die zoo opvallend ieder gaatje uitpeutert.
's Mans heele gelul is van nul en geener waarde, behalve voor menschen die zelf niets weten van Multatuli, die dit dus - als Van Vriesland - ongehoord ‘knap’ en ‘overwogen’ en ‘gedokumen-teerd’ vinden, en voor de velen die 't zalig vinden dat die rotvent van een Multatuli weer eens uitvoerig wordt gekleineerd. En Gr. Ned. is daar de edele medewerker van.
Ik ga nu, eerstdaags, naar Batavia (voor allerlei dokumentatie) om mijn tegenstuk te schrijven. Het zal uitvoerig zijn, want ik ben 't mezelf, en G.N., en Saks, en Multatuli, en Van Vriesland verplicht, om net zoo solide en gedocumenteerd tevoorschijn te komen als deze lulmeyer. Tant pis voor de rest, ook voor 't stuk van Pée. Laat -daar reken4674 ik op! - dit stuk voorgaan, liefst onmiddellijk aansluitend op Saks (want te oordeelen naar 't einde van dit 2e stuk moet er nog een 3e kwijlafbraakzang volgen). In Multatuli's naleven kan ik het niet meer verwerken; het zal nu een apart stuk moeten worden, getiteld Jan Lubbes bijt de schim van Multatuli.4675 En tant pis voor de 70 jaar van Saks. Ik vind het trouwens minder pijnlijk dat hij zich zoo zielig - en in dezelfde misselijke positie van 10 jaar geleden. Godbetert één jaar na 't uitvoerige gejudas van het varken De Kock! - herhaalt, dan dat ik dit, deze herhaling moet doormaken in G.N.! Terwijl jullie allen, als er een dergelijk stuk over Mult. geplaatst had moeten worden, toch in de eerste plaats aan mij hadden kunnen denken? en zooniet, toch altijd 10 × te goed hadden moeten zijn om de ‘grondwet’ te schenden voor een kleineerderij van Multatuli van een zoo evidente laagheid?
De rest van 't nummer lijkt mij puik; maar ik las alleen nog maar dit. Ik vind 't gewoon ontstellend. Als je mij persoonlijk beleedigd had, zou ik 't me, geloof ik, niet méér kunnen aantrekken. Dat je je niet schaamt voor een dergelijk geklieder in òns milieu! Wordt 't niet tijd Dirk Coster eerstdaags te vragen om een uitvoerige afbraak van Nietzsche - bijv. om Menno een plezier te doen - en daarna Tielrooy om een pamflet tegen Stendhal - voor je eigen plezier en dat van J.v.N., en van ons allemaal?
Ik heb op 't oogenblik geen trek meer in wat anders. G.N. heeft me echt misselijk gemaakt. - Verder als steeds je oude vriend
Eddy
P.S. - Wil je me hierop onmiddellijk een luchtpostbriefkaart sturen om me te zeggen of er een 3e (misschien 4e?) kwijlsakserij te ver-wachten valt, en wanneer je (met opschuiving van 't stuk over Pée) mijn antwoord plaatsen kunt?
Menno moet zich noodig kwaad maken op een anonymus in de N.R.C.,4676 als òns eigen kamp zulke kots brengt. Jesses en jesses en bah!