E. du Perron
aan
J. Greshoff

Tjitjoeroeg 15, december 1936

Tjitjoeroeg, 15 December.

Beste Jan,

Hierbij voor de aardigheid de afscheidsbrief van Gans, met het oog op Kees! Is het niet amusant dat Gans mijn ‘werking’ op hem voortzet op Kees, terwijl aan den anderen kant Kees mij ‘mistrouwt’, niet serieus genoeg vindt, etc. en van Gans' lippen het manna der ware wijsheid drinkt? En zoo gaat het, geloof ik, altijd. Allerlei lieden hier in Indië, die weggeloopen zouden zijn van het vuur van Multatuli, zijn ethisch geworden onder de prediking van Van Deventer. Waarmee ik mij niet met Multatuli vergelijken wil (o, nog lang niet!). De brief van Gans hoeft niet terug.

Verder sluit ik hierin een brief van Larbaud, met envelop waarop staat ‘chez Malraux’ - alles bijeen nogal grappig, lijkt me, om in je ex. van Fermina (in mijn slechte vertaling) te doen; jij bent op dit gebied meer bibliophiel dan ik.

Gisteren zond ik je een bespr. van Gide's Retour,4416 met een paar woordjes erboven om je te bedanken voor de gezonden boeken. Ik ga spoedig beginnen aan Pitié pour les Femmes; maar wat wordt een dergelijk boek vooral héél anders in dit décor en zoo ver van Parijs! Van Gino kreeg ik bericht dat Chiaro terug is uit Spanje en wschl. niet meer naar Madrid zou gaan, maar dat was 7 November. Je weet niet met hoeveel plezier ik in de kranten lees dat Madrid, nu nog, allerminst gevallen is; vmdl. ziet het er zelfs erg slecht uit voor de Witten, want ze zijn nu duidelijk weer buiten Madrid gesmeten en de berichtgeving hier is absoluut eenzijdig. Telegrammen over ‘de beruchte bolsjewistische leider Dimitroff’ die naar Spanje gaat; ça suffit voor de weetgierigheid van de lieden hier.

Ik lees niets anders dan O. Ind. geschiedenis; ik las nu het boek van Stapel erover, dat tot op 1930 gaat en zeer overzichtelijk is. Nu ga ik beginnen aan uitgebreider onderdeden: Oud-Batavia van De Haan (in zijn soort een meesterwerk, zeker niets minder dan Huizinga); verder Krom over hindoe-javaansche geschiedenis, over hindoe-jav. kunst, etc. Daarna voel ik mij fit om oud-Batavia te zien zooals het gezien moet worden, en een reis te maken over Java tot Bali. De groote moeilijkheid is: om Alain ergens onder te brengen, gedurende dien tijd, - toch minstens een maand, - maar Bep zegt dat dat wel lukken zal.

Gisteravond hebben we hier in de voorgalerij een inlandsch amateur-orkestje gehad, dat 2 uur voor ons gespeeld heeft, in het halfdonker, en waarnaar wij geluisterd hebben vanuit bed, in de slaapkamer. Heel lief, melancholiek maar rustig-makend, van een veel fijner ‘kunstgenot’ of ‘ontspanning’ dan de bioskoop. En het heeft fl. 1.- gekost, waarmee die menschen dolblij waren! 20 cent elk, want er waren 5 muzikanten: een ketjapi (soort harp, kyoto!), een rebab (viool), een gendang (trom), een soeling (fluit, vide Orpheus in de Desa) en een gong. Ze krijgen er dan nog wat koffie bij; en ze vinden zoo'n avondje zelf prettig, want de bedienden komen er dan bij zitten, ze nemen zelf hun kinderen mee, die er doodrustig tusschen zitten, enz. - Vandaag is het inlandsch nieuwjaar, een beetje lawaaiïger vanwege het vuurwerk, maar onzegbaar veel rustiger dan een chineesch dito.

Als er iets is dat je van hier zou willen hebben, schrijf dat dan. Als we op Bali komen, zal ik balineesch schilder- of aquarel-werk koopen en je wat zenden, of beeldjes of zoo. Tot zoover nu maar; als je dezen brief krijgt, zijn er wschl. al heel wat andere tusschen geweest. Veel hartelijks onder ons allen, een hand van je

E.

4416‘Blocnote klein formaat’. In GN 35 (1937) 2 (februari), p. 187-189 (Vw 5, p. 273-275).
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie