E. du Perron
aan
C. van Wessem
Parijs, 7 juni 1936
Parijs, 7 Juni 1936 Bd. Murat 88 (16e).
Beste Constant,
Inderdaad, de brievenregen van vroeger is opgehouden,4219 deels om van allerlei dat je in Ducroo hebt kunnen lezen; en inderdaad, is dat niet genoeg?
Het gaat nu heel wat beter, ofschoon nog verre van schitterend, en vooral niet wat ‘de toekomst’ betreft. Maar het is natuurlijk onverantwoordelijk ‘bourgeois’ en niet ‘van dezen tijd’ om aan een toekomst te denken. Er zijn voortdurend plannen om naar Indië te gaan, en met 1 October a.s. gaan wij zeker van hier. Verder is alles nog even vaag.
Geef me even op hoeveel blzn. je vullen wilt met mijn notities. Ik stuur je dan een ongeveer doorloopend geheel, en dat niet bij Boucher uitkomt, althans vooreerst (en misschien wel nooit). Boucher geeft één kleine bundel uit, met notities van 1930 tot medio '35. Wat ik je sturen wil is òf uit de 2e helft van '35 of uit '36.
Hoe lang moet het duren voor ik, eventueel, het in de V. Bl. gepubliceerde kan overnemen in een tweede of derde bundeltje bij Boucher?
Ik hoop, ook voor jou, op een spoedige verbetering in ons aller ‘belabberde omstandigheden’. Vrouw is gegroet, groet minzaam terug; kind heb ik alleen nog maar een paar keer voor je gepord, is 14 maanden oud en verstaat nog niets van maatschappelijke vormen. De hartelijke groeten terug + een hand van
je E.
P.S. Als ik weer in Holland ben hoop ik je te zien; ik wil je zelfs graag opzoeken in het lieflijke Bloemendaal.4220 De vraag is maar wanneer ik er weer ben, zelfs deze kleine reisjes zijn duur!