E. du Perron
aan
J. Greshoff
Parijs, 16 december 1935
Parijs, Maandag 16.
Beste Jan, Vervelend dat het zoo slecht gaat met je! Wschl. zal Parijs je veel goed doen. Wij verheugen ons erg op jullie komst, al is de verbinding tusschen ons en de rue de Valence (niet Varence, zooals jij schreef) wel heel bizonder onmogelijk. Maar we kunnen elkaar ontmoeten op een punt halverweg. - Weet je dat Larbaud heel erg ziek is en vmdl. opgegeven? Hij is totaal verlamd en gaat niet vooruit. Ik zal eens berichten gaan inwinnen, maar vind het griezelig, en denk er voortdurend aan. En Méral zit in de gevangenis (Prison de la Santé) voor het werken met een chèque sans provision. - Dat zijn de ‘nieuwtjes’, niet bepaald van een verfrisschend soort. Verder schreef ik je eergisteren een briefkaart, o.a. over de vertaling van Ermengem (de ‘van’ schijnt hij te hebben afgezworen). Ik lees nog steeds Stirner bij kleine beetjes, en daarnaast Herodotus (die verrukkelijk is). Verder bestudeer ik allerlei dingen voor mijn verhalen, o.a. de Kaukasus in reisbeschrijvingen etc. en de geschiedenis v. Rusland uit die dagen (Alexander I en Nikolaas I, de laatste een ontzettende rotvent). - Nu nog wat: de moeder v. Suzanne Pia heeft een groote villa in Knocke die ze zou willen verkoopen voor fl. 5.000. Suzanne zou nu willen weten of het de moeite loont om (voor holl. koopers) te adverteeren in het Holl. Weekbl. voor België.4008 Schrijf dit even. - Henny en Rien zal wel gezellig zijn en je, hoop ik, wat opmonteren. Het beste, veel hartelijks v.h. tot h. -
je E.