E. du Perron
aan
A.A.M. Stols
Parijs, 30 juli 1934
Parijs, 30 juli.
Beste Sander;
Zou je me nog 1 geb. ex. van Een Voorbereiding willen sturen? Liefst omgaand, want over een paar dagen gaan we wschl. al op reis.
Ik stik in de proeven, die van alle kanten over me losbarsten. Hoe gaat het jou, hoe de Gulden Roos? Laat eens wat hooren, al is het op een briefkaart.
Ik heb van hier weinig te vertellen. Werk, werk, werk, en warm, warm, warm (dit laatste wat minder sedert een paar dagen, maar toch nog erg genoeg). We hebben allebei de vacantie goed noodig: en het akelige vooruitzicht dat het misschien wel onze laatste is! Maar als Slauerhoff zijn zin krijgt, gaan we misschien ook in Tanger wonen. Het lijkt mij van hieruit gezien zeer onwaarschijnlijk, maar je kan nooit weten. Is het ook niet iets voor jou?*
Bij voorbaat dank voor het boek en hartelijke groeten van je
E.
Jan Gr. trekt vanavond hier voorbij, op weg naar Sestri. Jany is alweer in Holland terug. C'est le flux et le reflux hollandoys... nog sterk, ondanks alle misère.