E. du Perron
aan
De Wereldbibliotheek (P. Endt)
Parijs, 2 april 1934
Maandag, 2 April.
Zeer geachte Heer Endt,
Ik heb mijn 300e blz. af, maar krijg nu bericht dat ik voor zaken absoluut even in Holland en Brussel moet zijn. Ik denk een week zoowat - force majeure! Daar ik eerst naar Holland ga, zal ik mijn vertaling daarheen meenemen en u zenden wat werkelijk persklaar is. De rest als ik in Parijs terugben, want er zijn een paar politieke en financieele details waarover ik ‘nadere verklaringen’ verwacht, die nog niet binnen zijn.
Hebt u gemerkt dat ik twee ‘ruwe’ passages ‘ruw’ en letterlijk vertaald heb? Ik hoop zéér dat die mogen blijven staan. (In deel II en III.)
Ik zou u graag in Holland even ontmoet hebben, maar dat zal wel niet gaan, want ik blijf daar maar 1½ dag en kom niet verder dan Den Haag.
Geeft u gerust de copy die binnen is aan den zetter, als u er haast mee heeft. Ik ben uiterlijk volgende Maandag (9 April) hier terug en stuur u, vóór 15 April, dus nog een flinke portie: vmdl. tot blz. 320.
Ik doe op het oogenblik gemiddeld 10 blzn. druks per dag; maar ik moet soms wachten op inlichtingen over speciale termen en zoo. Zoo is er aan het eind, geloof ik, een helsche passage onder financiers!
Met vriendelijke groeten en de meeste achting
uw dw. EduPerron
P.S. Het kan ook zijn dat ik u de copy uit Brussel zend; dit hangt af van een kleine wijziging die zich in mijn reis kan voordoen.