E. du Perron
aan
J. van Nijlen

Bellevue, 4 oktober 1933

Bellevue, Woensdag.

Beste Jan,

Je brief en een andere, van Menno, hebben mij weer danig aangemoedigd; maar Simone schrijft hartverscheurend en maakt mij weer beroerd. De vendutie heeft nu ook plaats gehad... Jan Gr. zal je een-en-ander wel vertellen, ik heb er den moed niet meer toe. Ik wou dat ik spoedig wat geld loskreeg, al was het maar om Simone voorloopig te helpen.

Wij moeten hier opbreken en dus kan ik niet meer zooveel aan Ducroo werken als ik zou willen; wat pestilent is, want ik zit er nu net weer goed in... Enfin, che volete? wat wilt gij? gelijk Maurieske schrijft. Ik zal toch nog mijn best doen om een flink hoofdstuk af te maken, misschien zend ik je dat nog vóór ik wegga. Ons vertrek is nu gesteld op 14 Oct. a.s. Wschl. wordt het adres ‘Le Manoir du Roselier’, bij St. Brieuc; het is een goedkoop hotel, de vraag is nu maar of de kamer verwarmd kan worden.

Ik zend je gelijk hiermee 3 hfdstn., die maar in één ex. getypt moeten worden. Hfdst. 12 is een verhaal, dat direct komt achter het gesprek met Heverlé. Hfdst. 20 is het vroegere 19, dat ik hier terugvond en dat nu met een nummer opgeschoven is; hfdst. 21 schreef ik met groote moeite een paar dagen geleden. Hfdst. 22 wordt weer heelemaal Indisch - het eind van mijn jongensjaren (12-16 jaar); dat hoop ik je nog te zenden.

Ik stuur je spoedig het geld, maar zeg even (per briefk.) of je deze bezending ontvangen hebt en hoe je het geld het liefste krijgt: in Fransch bankpapier in een brief of als postwissel, dus uitbetaald in Belgisch? Dit laatste kan ik natuurlijk even goed doen.

Hartelijk dank voor al de moeite die je je geeft. Ik ben erg blij dat ik alles nu zoo goed kan overzien; er is toch werkelijk al een hoop klaar, meer dan genoeg voor een gewone roman. Maar ik ben nu voor ik het wist in de monumentale proporties terechtgekomen, ik arme!

Prettig dat alles zoo goed gaat met Sophie. Hoe gaat het verder thuis? Schrijf eens wat over jezelf, als je tijd hebt. Werk je (ik bedoel: in poeticis)? Jan schreef me dat hij 2 mooie verzen van je kreeg voor Groot-Nederland,2926 maar deze graag zou afstaan aan het slotnummer, het funeraire, de Uitvaart, de Ultime Beker, en Slothik, van Forum, waarvoor Menno ze zoo graag zou hebben, en ikke ook, en waarin jij inderdaad niet màg ontbreken!

Ik kreeg Forum van deze maand nog niet; zoodra ze er zijn, gaat natuurlijk 1 ex. jouwaarts. Veel liefs, ook ‘om je heen’ en van Bep, een hand van je

E.

2926‘Bezoek aan het ouderhuis’. In: GN 32 (1934) 1 (januari), p. 1 en ‘De zooveelste lente’. In: GN 32 (1934) 6 (juni), p. 481.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie