E. du Perron
aan
J. Greshoff
Bellevue, 14 december 1932
Bellevue, Woensdag.
Beste Jan,
Wil je er vooral om denken dat het artikel over Willink nu niet nog eens wordt uitgesteld? Ik kan werkelijk niet dat figuur tegenover hem slaan - al zou je het zoo beroerd maken als een stukje voor Het Vaderland, maak het nu alsjeblieft binnen een paar dagen klaar. Het is nu meer dan een jaar dat we Willink met herhaalde beloften over dat artikel door jou aan het lijntje houden! Kan je het dus absoluut niet, om welke reden dan ook, stuur mij dan al de photo's, dan zal ik het probeeren te schrijven, met hulp bv. van Van Uytvanck. Het is vandaag al de 14e! uiterlijk de 18e moet het bij Bouws zijn.
Verder wou ik je vragen om even naar mijn moeder te gaan. Ik maak me erg ongerust. Vera schreef een briefkaart, maar verder hoorde ik weer niets, en van Mayer, die Freddy Batten bij zich op bezoek had, kreeg ik opeens te hooren dat zij ‘er weer ernstig voor stond’. Het kan geklets van Batten zijn, maar het kan ook zijn dat men mij iets verzwijgt om nu eens te bewijzen dat men mij niet voor niets terugroept! Met nieuwjaar kom ik wschl. voor 2 of 3 dagen in Brussel: den 31en van hier, den 2en of 3en van Br. weer weg. (Maar daar moeten ook nog duiten voor zijn.)
Zou je zoo goed willen zijn om even die visite af te steken en mij je persoonlijke indrukken te geven? Veel dank bij voorbaat en vergeef me dat ik je zulke vervelende briefjes schrijf. Spoedig beter.
Hart. groeten van je
E.