E. du Perron
aan
C. van Wessem

Bellevue, 12 oktober 1932

Bellevue, 12 October

Beste Constant,

Ik heb gisteren de laatste hand gelegd aan de omwerking van Reinald Godius (die nu overigens Maarten heet); het lijkt mij nu veel beter en het is met ±20 blzn. bekort. Veel meer verhaal geworden, veel minder verkapte mémoires, en ook heelemaal niet meer ‘kleine roman’. De zaak is nu: moet je het nog hebben of niet? Zoo ja, dan op 2 condities van mij: 1. ik kan mij onmogelijk verbinden het twee jaar lang niet uit te geven (en, zooals ik je al zei: dit hoorde ik pas later, toevalligerwijs, van Vic); 2. ik zou de belofte moeten hebben dat het ten spoedigste verschijnt. - Kan je me ook zeggen wat De Spiegel per bladzij betaalt? want ik moet alle copie ‘te gelde maken’ in mijn tegenwoordige omstandigheden. Schrijf me omgaand over deze kwestie, alsjeblieft. Hoe gaat het je verder? - Ik las je Waterloo-beschrijving2355 en vind het zeer matig; kan je ons geen ander stuk geven uit die ‘romance van Chassé’? (Bedenk ook dat het het millioenste stuk is over Waterloo, dat er nu bestaat!) Met hartelijke groeten,

je E.

2355Het fragment ‘Het glorie-rijke oogenblik’ uit een onvoltooide biografie romancée van Chassé, zou pas in DVB 12 (1935) schrift 7 worden gepubliceerd, samen met ‘A.D. 1717’ onder de titel Twee verhalen. Het werd voor Forum geweigerd.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie