E. du Perron
aan
H. Marsman

Den Haag, 13 oktober 1931

Den Haag, Dinsdag

Beste Hennie,

Dank voor brief en briefkaart, en kom nu maar gauw in persoon. Als je dézen Zaterdag bv. in Rotterdam kwam? Ik zou daar dan ook heen kunnen; we zouden samen de tentoonstelling van Ch. Toorop (met welke dame ik dezer dagen kennis maakte) kunnen afwerken, en Zondag in Den Haag die van je vriend Wiegersma. Daarna samen naar Slau gaan, in den middag, en 's avonds zou je weer naar Utrecht kunnen. Als jij Zaterdagavond bij Menno wilt logeeren, keer ik hierheen terug en vinden we elkaar Zondagmorgen aan het station. Lijkt je dit niet goed?

Ik zal je mondeling meer vertellen van het geval dat je interesseert. Je hebt gelijk, de ‘Onverschenene’ - hoe onverschenen dan ook! - heeft recht op een vlotte afwerking. Het gedicht1993 is nog niet geschreven, maar bestaat toch reeds meer en meer. Ik geloof dat ik alleen nog maar wacht, om het voldragen te doen zijn, zooals immers de fraaie term luidt? Denk je eens in: als ik schrijf ‘bezorgd’ moet ik ook bedoelen ‘bezorgd’ en niet ‘beangst’ - en ik heb geen Winden die de liefde uiteen kunnen waaien en geen galjoten, varende naar het Paradijs. Jullie dichters hebben het zóóveel gemakkelijker! Ik moet alleen maar de ‘Onverschenene’ toespreken, op een ma-nier die haar treft, - ik bedoel natuurlijk: die haar eventueel getroffen zou kunnen hebben. Als zij dus tegenover mijn verskunst even veel goede disposities heeft als Rien, dan... Enfin! - One only can do one's best. En Rien heeft ongelijk mij te verwijten dat zij Arsène Guillot zoo aardig vindt, want dàt verhaal heb ik haar juist met veel klem aangeraden. (Of bedoel jij eigenlijk L'Abbé Aubain? Dat is ook wel aardig, maar meer voor Engelman dan voor mij. Is het niet iets voor De Nieuwe Eeuw?)

Veel dank voor de inlichtingen van Rost. Ik heb nu Het Zwarte Paard gelezen, maar Het Witte Paard blijft even mysterieus. Kunnen we ons niet gezamenlijk spannen voor een uitgave van Sawinkov's complete werken in het Hollandsch? Ik las de Levensberichten in De Stem.1994 Ze zijn niet al te slecht; ook niet al te goed. Alleraardigst, de manier waarop onze Rost jou toeknikt: ‘Een zakelijk boek’. (Net iets in jouw lijn, hè mannetje?) - Mag ik niet over die Levensberichten schrijven in Forum? Of wordt het maar een onderdeel van jouw artikel?1995 Enfin, we vinden hier wel wat op. Je plannen zijn voortreffelijk, jij moest directeur zijn!

Vr. of Vijand werd je toegestuurd door Stols, vandaar het ontbreken van de opdracht. Maar schrijf de datum er vast in, en neem het werkje mee naar Rotterdam. - Ja, Cendrars is regisseur geweest van het kunstproduct film. - Zend Z.Z. West maar, of breng ook mee naar R'dam. Ik zal je wat terugsturen, via de fa. Nijhoff.* Tot ziens; hartelijk je

E.

- Schrijf me als je niet komt, want ik ga dan misschien naar Amsterdam.

1993Wschl. ‘Somewhere’ (Vw 2, p. 109).
1994In De stem 11 (1931) 10 (oktober), p. 1035-1039 verscheen van Nico Rost ‘Manulescu’, fragment uit Levensberichten, geschreven in de stijl van de door Marsman zo bewonderde ‘nieuwe zakelijkheid’.
1995‘De aesthetiek der reporters’. In Forum 1 (1932) 3 (maart), p. 141-150. Dit stuk behandelde de zgn. ‘nieuwe zakelijkheid’ in het proza, maar ging niet in op de Levensberichten.
*Je kan ook nog je rechten laten gelden op 2 manchetknoopen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie