E. du Perron
aan
J. Greshoff
Den Haag, 2 oktober 1931
Den Haag Vrijdag 2 Oct.
Beste Jan,
Ik heb een kamer gehuurd in de Van Imhoffstraat 16. Schrijf mij voortaan dus daarheen en geef dit adres op aan de andere vrienden. Het spijt mij zelf ook dat ik jullie allen moet ‘achterlaten’, maar je weet, ieder oord is mij tenslotte liever dan dat karakterlooze Brussel, waar ik beroerd van word als ik er maar doorrijd. Ik verafschuw die stad, waar ik tien jaar buiten mijn wil en keuze werd vastgeplakt. Geef gerust af op Den Haag, dat voor mij vol lieve plekjes zit (ik heb nog het oog van den toerist, dat is waar) en blijf fleuren aan de oevers van de Senne - voor mij is Tjitjatjerkstradeel liever, vooral op dit oogenblik. En bovendien, Holland is mijn alibi.
We zullen zien of ik zoo gepest zal worden als jij het voorziet. De eerste ronde heb ik ditmaal dan toch gewonnen. Maar dat er nog allerlei misère komen zal, weet ik après tout natuurlijk even goed als jij.
Ik woon hier bij een Duitsche mevrouw met een neurasthenische echtgenoot, die den naam draagt van Hoogewerff. Zij is 6 jaar geleden filmactrice geweest bij de Ufa, thans bevriend(ind) met Willy Corsari. Naast mij woont een oude Oostenrijker en onder mij een Indischman met Russische vrouw. Nogal cosmopolitisch, alles bij elkaar genomen, vooral voor Den Haag, vind-je niet? Tot dusver ken ik alleen de Duitsche mevrouw; hier in huis, bedoel ik.
Nini belde gisteren op, terwijl ik zat uit te pakken; ik had bovendien een afspraak om half 2, zoodat ik haar niet tegemoet ben kunnen gaan. Ook ken ik den weg hier nog niet zoo goed. Straks komt Arthur Müller Lehning uit Amsterdam, om met mij samen Slau op te zoeken in Scheveningen; A.M.L. gaat volgende week voor zijn gezondheid weer weg. Jammer, ik had bést met hem kunnen opschieten (en misschien zelfs samenwerken?)
Wil je Sander zeggen dat ik morgen Het Zwarte Paard terug zal sturen, waar ik heel weinig aan vind. Het is kennelijk een 3e boek van Savinkov, en Het Vale Paard is zijn 1e! Dit werd geschreven in de laatste periode, toen hij vrijwel op was. Het is ontmoedigend èn heel zwak; misschien doet Sander goed het niet uit te geven. Laat hij Hutse vragen om Het Vale Paard te vertalen, als hij dit uitgeeft: hij kàn het wel doen, omdat het zoo'n klein boekje is. - Vraag Sander ook of hij mij gauw die exx. op Holl. zendt van Gedachten op Dinsdag en Vriend of Vijand, + 5 gewone van het laatste. En krijg ik van jou spoedig die vergrootingen? Alles hierheen; dank.
Hartelijke groeten aan Aty, de hand van je
Ed.
Geef jij mijn adres a.j.b. aan Sander, Jan v.N., Méral, Hellens, enz. Ik kom vooreerst niet tot schrijven.