E. du Perron
aan
J. Muls

Brussel, 10 november 1930

Brussel, Maandagmorgen.

Bould. Brand Whitlock 104.

Geachte Heer Muls,

Hierbij een fragment dat u misschien gebruiken kunt. Het spijt mij u niets anders te kunnen aanbieden; een gedicht was beter op zijn plaats geweest in het feestnummer dat u zich voorstelt te geven, denk ik; maar ik beschik niet over het minste ongepubliceerde gedicht. - Ook de roman waarvan ik u sprak, levert bij nadere beschouwing geen enkel eenigszins afzonderlijk geheel; de blzn. die ik u zend zijn uit een groot verhaal, dat ik wschl. niet zal afmaken, en waarvan het begin in de verhalenbundel van den uitgever Bijleveld heeft gestaan (20 Noord-en Zuid-Nederlandsche Verhalen). Nogmaals: het is niet veel, maar ‘men doet wat men kan’!

Geloof mij overigens met vriendelijke groeten, gaarne uw dienstwillige EduPerron

Origineel: Antwerpen, Letterenhuis

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie