E. du Perron
aan
J. Greshoff

Brussel, midden oktober 1930

Beste Jan,

Dank voor het vele gezondene. Hierbij Latijnsche Lente terug, dat ik niet hoef te hebben (het heeft toch eigenlijk nog lang niet de toon van later, die mij lief is, en ook je studiën over Fransche krijgslieden en Belgische poëeten1302 zal ik wel niet dikwijls herlezen); - daarentegen had ik héél graag Une Saison en Enfer. Doe daar dus èrg je best voor! Heeft Hellens er niet een ex. van? anders zal ik hem dàt vragen. - Verder ook graag de Mengelstoffen (I). Het 2e deel ervan moet bepaald ook uitgegeven worden; ik vind dit boek stùkken aardiger - en ook aardiger geschreven - dan Lat. Lente.

Hierbij 2 N.R.C.'s met een kritiek van Vic op de soosjelisten en een verheerlijking (de lang-verwachte!) van Coster door Donker, waarin ook UEd. vermeld staat.1303 Met zòrg lezen. - Ik heb lust vroeger of later een ‘Gesprek over Dirk Coster’ te maken.

De kopy1304 is in orde en gaat nr. Breuer terug. Moeten er niet een paar stukken bij, als die over de Catalogus van Hellens en over Arie Delen? en Huib Hoste? - Breng mij die dan vanavond b.v. Dan kan je ook Pierrot en Keuls mee terugnemen. Of neen, die doe ik hierbij. Pierrot is aardig, Keuls over 't algemeen labbekakkig.

E.

1302Het gefoelied glas, een bundel persoons-en boekbesprekingen uit 1911.
1303De NRC van 1 en 4 oktober 1930 (avondblad): Van Vriesland over Ontwaakt van Jef Last en Aanklacht van Martien Beversluis, resp. Donker over de tweede druk van Costers Verzameld proza.
1304Voor de bundel kritisch proza Spijkers met koppen, die in 1931 bij Stols in de reeks Standpunten en Getuigenissen zou verschijnen.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie