E. du Perron
aan
A.A.M. Stols
Gistoux, 12 mei 1930
Beste Sander,
Daarnet ontvang ik van H.M. die Byron-bloemlezing van Grierson, en op mijn woord! die is vrij rottig. Ik ben dus volkomen bereid een bloemlezing - uit de ‘shorter lyrics’ - voor je te maken, als je daar nog voor voelt. Alleen zou ik je aanraden er niet tè veel kosten aan te besteden, door bijv. te veel illustraties en zoo erin te doen. Het beste lijkt mij gewoon een portret door J.B.W., die dan zijn grootere talenten aan de Coleridge zou kunnen wijden (véél meer in zijn lijn). - Ik zal in ieder geval de bloemlezing maken, je kijkt dan nog wel wat je ermee doet. Ik zal mij baseeren op de 2 geheel verschillende bloemlezingen die er van Byron bestaan - en goddank in deze van Grierson beschreven worden - die van Matthew Arnold en van Swinburne. Alleen moet men niet vergeten dat àl deze heeren in Byron hun poëtische school willen herkennen en hem zelf (den mensch) liefst vergeten.
Tot nader. Met hart. gr. je
E.
Gistoux, Maandag.