E. du Perron
aan
W.A. Kramers

Gistoux, 23 april 1930

Beste Wynand,

Dank voor je toezegging om mijn gelaat eens te meer den volke bekend te maken.1077 Hoezeer treft mij hierin het vriendenhart, dat over alle aesthetische en andere artistieke ‘bekommernissen’ heen glijdt! En als ik op één ding wachtte, dan was het juist op een vergelijking met Valéry. Zoodat.......

Het vredige Paaschei uit Den Gulden Winckel1078 heb ik natuurlijk niet ontvangen. Hoe zou ik? Wie zou het mij sturen? Wat er met Jan gebeurd is, weet ik niet; hij geeft geen asem als men hem opbelt, dat is alles wat ik voor het oogenblik van hem weet.

Ik wacht nu op een missive van je waarin je mij je komst meldt. Verder de hartelijke groeten van steeds je

E.

Als je mij de drukproeven van dat interview stuurt, zal ik er nog een paar namen uitwerken, b.v. Kool en Ten Berge1079 - wat doen die er eigenlijk in?

Gistoux, Woensdagavond.

1077Bij het interview werd een tekening afgedrukt van Creixams.
1078Niet opgehelderd.
1079Vgl. brief 518.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie