E. du Perron
aan
A.A.M. Stols

Amsterdam, 15 februari 1930

Vossiusstr. 45, Zaterdag 15 Febr.

Beste Sander,

Je brief ontvangen; maar nu moet ik nog verschillende dingen van je weten; n.l.

1. Of je de fl.325. hebt ontvangen die ik je per aangeteekenden brief zond.
2. Of je de copy voor Cahiers v.e. Lezer (eerste reeks) hebt ontvangen.
3. Of je de opdracht van dezelve aanvaardt.
4. Wanneer met het drukken, ik bedoel zetten, daarvan begonnen wordt.
5. Of ik van de 10 exx. Parlando die ik krijg (waarvoor dank!) ook jou, Jan en anderen-Jan moet ‘fourneeren’.

- Van hier geen, d.w.z. beroerd, nieuws. Mijn moeder schijnt gevaarlijk ziek te zijn en heeft er een soort longontsteking bij; verder is de toestand hier in huis door processen, herries enz. tusschen de andere bewoners buitengewoon ongunstig. En wij kunnen niet weg vóór half Maart.

Ik laat het hierbij; later meer.

Zend mij, zoodra je ze hebt: Keats' Sonnets en De Reiziger van Ten Berge, ontvang nogmaals mijn dank en de hartelijke groeten van je

Eddy.

Amuseer je in Londen!

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie