E. du Perron
aan
J. Greshoff

Gistoux, 27 oktober 1929

Gistoux, Zondag.

Beste Jan,721 Ik zal je raad opvolgen en Breuer telephoneeren om nieuwe proe-ven van Disjecta Membra.722 Het komt op echt Van Gelder (wit), met een mooie, dikke, helgroene omslag.

D.G.W. ontvangen: het wordt hoe langer hoe poeniger en beroerder - heele dubbele blzn. advertie, en annonces voor te instrueeren meisjes en zoo - wees maar blij dat je er uit ben! Met het grootste plezier heb ik je twee laatste spijkers met koppen723 gelezen (over ‘het Publiek’ en over Deze Week), ook Mme de Gistoux heeft er hartelijk om gelachen. De oude man is toch nog lang niet aftandsch!...

Verzamel je die snippers724 nu nètjes? Vroeger of later geven we die dingen uit. Waarom wordt er eigenlijk nog niet mee begonnen?

Maar nu moet ik eerst naar Engeland. Eveline is frightfully charming (in her letters). And she must be like her letters, in some way...

Is je schoonzusje725 terug? Kan ze Arie Delen,726 the bouncer, niet eens op den heer V.K. loslaten? En wat denk je - après tout - sérieusement - over ZEd.'s portret in je pot-de-chambre? Nù is het moment gekomen!

Ik schrijf me mottig aan ‘Miss Eveline’. Ik heb haar gezegd dat ik een petit gros monsieur was - et marié - maar ze wíl me zien. Nu dan mòt het ook maar, in Godsnaam! Maak het licht uit! (als bij Slauerhoff).

Wil je Lady Chatterley's Lover (dat ik nu terug heb) niet eens inkijken? De kwestie zit zóó, volgens Lawrence: Engeland is heelemaal geïndustrialiseerd, de menschen worden door machines vervangen, en de andere menschen, de intellectueelen, zijn op een andere manier verdroogd en verdord. Lady Chatterley, die daaronder lijdt, ofschoon ze een erg gecultiveerde vrouw is, vindt tenslotte troost bij den boschwachter van haar man, een teruggetrokken kerel die niets met de machines* te maken wil hebben en doodalleen in het bosch leeft. Je voelt het vooropgezette van het geval. Maar er zijn grappige fragmenten, b.v. als de boschwachter in ‘broad vernacular’ aan Lady Chatterley uitlegt dat de wereld ten onder gaat omdat de menschen tegenwoordig ‘fuck with a cold heart’. Men moet naaien met een wàrm hart, zegt hij; dan komt de boel misschien nog wel terecht.

Is het niets iets voor een ‘korte overweging’ - in aansluiting op dat pessimistische stukje naar aanleiding van Deze Week?

Ik kom Donderdag bij je: met honing, druiven en andere délicatessen. Mijn moeder en Simone komen wschl. even mee.

Hart. groeten aan Atij, en de poot van je

Ed.

721Met Jan Greshoff (1888-1971), die sedert 1927 in Brussel woonde en daar correspondent was voor verscheidene Nederlandse bladen, had DP al in maart van dat jaar intensief contact. Zie voor hun relatie J.H.W. Veenstra, ‘Du Perron en Greshoff, een vriendschap vol misverstand’, in Tirade 17 (1973) 191 (nov.). Aan deze oudst bewaarde brief zijn er zeker enkele voorafgegaan.
722Een bundel met tussen 1909 en 1928 geschreven verzen van A. Roland Holst, die deze niet in zijn publiek verschenen bundels had willen opnemen. Als ‘afgehakte ledematen’ van diens lijf had DP het de moeite waard gevonden ze in een privé-kader te bundelen. Het boekje werd bij Breuer gedrukt in 5 exemplaren, die waren bestemd voor Holst zelf, Van Nijlen, Stols, Bloem en M.B.B. Nijkerk.
723Greshoff verzorgde in DGW een rubriek met de titel ‘Spijkers met koppen’. In het nummer van 20 oktober leverde hij o.m. kritiek op een eerder gepubliceerde lijst van de ‘vijftien mooiste boeken van 1928’, waarvan de rangorde per stembiljet door het publiek was bepaald. In een ander entrefilet spotte hij met de hoogdravende toon van ‘een nieuw overbodig tijdschrift “Deze Week” getiteld...’
724Deze uitdrukking kan slaan op de genoemde rubriek, maar ook op de aforismen die toen in elk nummer van DGW onder de rubrieksnaam ‘Snipper’ anoniem werden afgedrukt.
725Nini Brunt, toen echtgenote van Greshoffs vriend, de grafische ontwerper Jan van Krimpen.
726Adriaan Jan Jozef (zich noemende Ary) Delen was kunsthistoricus en letterkundige en o.m. van 1920-1948 hoogleraar aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen. Het is niet duidelijk waar de passage op slaat.
*Die van ijzer en zoo, bedoelt Lawrence.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie