E. du Perron
aan
H. Mayer507
Brussel, 9 februari 1929508
Brussel, 9.2.29.
Waarde Heer,
Des te beter als het nieuwe cahier509 u weer wat geamuseerd heeft. Van Climats gesproken, het eerste deel is in zijn mondaine banaliteit misschien ‘goed’, ja; het tweede is voor mijn gevoel vrijwel mislukt. Philippe Mercenat ziet in Odile tenminste nog een ontoerekenbaar vrouwtje, terwijl zijn tweede vrouw hem - dien knùl! - voor een soort van groot man verslijt. (Dit staat niet eens in de cahiers!) - Waarom veronderstelt u dat ik Der Liefde Bloesems niet geheel zou waardeeren? wat ik op de door u bedoelde blz. 48 zeg, slaat op slechts eenige boeken die ik in den laatsten tijd las. Stel u dus gerust...ofschoon: ik hèb wel een paar (kleine) bedenkingen tegen dat boek (het Charles Lamb-Shakespearianisme510 van het begin). Het meesterwerk van Van Schendel blijft trouwens Tamalone511; vindt u niet?
Ander praatje: Ik zend eerstdaags aan ‘de zaak’ 20 gldn, in gedeeltelijke afbetaling van mijn nota. Zou u mij na ontvangst van dat geld willen doen opgeven wat er dan nog precies staat; zoo heb ik af en toe een overzicht. Bij voorbaat dank!
Komt u niet spoedig weer eens in Brussel?
Geloof mij steeds gaarne uw
EduPerron