E. du Perron
aan
G. Burssens
Brussel, 30 december 1928
Brussel, Zondagmorgen.
Beste Burssens,
Het is vervelend (en ik ben net zo nijdig geweest als jij) maar het is m.i. niet wel doenlik om tegen Cornette op te treden in een publiek artikel over Paul. Het zou zijn als twisten met elkaar - let wel: niet over, maar bij een dode. Die Cornette heeft zijn stuk zó gesteld dat hij zelf achter Paul schuilgaat*; men zou dus hoogstens op de valsheid van dit procédé kunnen doelen, maar... ik ben altijd bang dat wij zelf dan te ver gaan en dat wij eindigen met Cornette te bestrijden, min of meer op dezelfde manier (dus: ons bedienende van de vriendschap met Paul!) Neen, laat de hele vunze geschiedenis uit je artikel en bepaal je tot de dode. Als het erom gaat om Cornette te pesten, weet ik wel wat anders. Maar je zou daarvoor eens bij mij moeten komen omdat ik je verschillende dingen beter bij mij kan verklaren. Ik hèb n.l. reeds tegen die Cornette gereageerd,485 maar op een bepaalde manier, te lang om je hier uit te leggen. Maar als hij mijn stuk in handen krijgt - ook op een bepaalde manier - bijv. via Muls, maar wij doen beter dit samen eens te bespreken - zal hij verre van ‘lekker’ zijn, zoals het vulgus in Holland zegt.
Overigens: wees verzekerd dat, zodra de gelegenheid zich voordoet, ik de heer Cornette ook publiek te lijf zal gaan, en zelfs deze kwestie zal bespreken; maar niet in een artikel aan Paul van Ostaijen gewijd. Die Cornette schrijft nog wel eens andere lulligheden.
Voilà pour le moment. Kom mij eens opzoeken, maar òf vóór 5 Januari, òf na 25 Januari, want ik maak mij op naar Italië te gaan. Vóór 5 Januari woon ik eigenlik in de 40 rue du Bourgmestre (Ixelles); het andere adres is dat van mijn moeder.
Met hartelike groeten, steeds je
EdP.
Veel prettigs in het nieuwe jaar!
P.S. Wil je die andere lul - Muls - eens zeggen dat hij mij alsjeblieft mijn verzen terugzendt? Ik wil niets meer met hem te doen hebben.
Origineel: Letterenhuis, Antwerpen