E. du Perron
aan
P. van Ostaijen

Brussel, 22 december 1927

Brussel, 22.12.27.

('s avonds)

B.v.O. - Van het minder slechte weer profiterend ben ik zoeven uitgeweest en heb bij Breuer van alles en nog wat opgehaald; vandaar dit derde schrijven, vandaag.268 Mocht Blijstra je bevallen schrijf hem dan een ‘hartelik woordje’. Zijn adres is 53 Reinier Claessenstraat, Amsterdam. Zijn voorletter R., zooals ik je geloof ik reeds schreef (en o jee! het staat natuurlik ook op het boek269). Claude le Petit was een ongedurige jongen die op 17-jarige leeftijd een pastoor doodsloeg; natuurlik doet zich ook hier de vraag op of het niet uit een te groot verlangen naar GOD gebeurde; - en die overigens op 22- jarige leeftijd door de Jezuïeten is verbrand voor het schrijven van zijn satyrieke dichtbundel Le Bordel des Muses ou les Neuf Pucelles Putains. Het gedicht wat ik je hierbij zend270 is onuitgegeven: Lachèvre heeft het in een revue voor 17e eeuwse dingen afgedrukt, maar apart van zijn overig werk, waarvan fragmenten verschenen Paris Ridicule (Doyon, La Connaissance, nog zeer onlangs), en moeiliker te vinden: Rome Ridicule en Madrid Ridicule. Bref, Le Petit was een soort Rimbaud als mens - een even grote vagebond ook - al had hij niet zoveel ‘genie’. - Ik eindig, na hierin werkelik het briefje van Dinger te hebben gesloten.

Je EdP.

268Het tweede, een briefkaart, is niet teruggevonden.
269IJzeren vlinders, waarvan DP aan Van O een exemplaar had gezonden.
270Een door DP verzorgde uitgave in dertig ex. van Claude le Petits l'Adieu des filles de joye à la ville de Paris van 1657. De fragmenten van ‘Paris ridicule’ etc. vormen gedeelten van de bundel Le bordel etc., die opgenomen zijn in Les oeuvres libertines (1918). Over Le Petit zie ook Vw 2, p. 52.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie