E. du Perron
aan
A.C. Willink

Gistoux, tussen 9 en 17 juli 1926

Beste Willink,

De heer Krul heeft, mijn dapperen toon ten spijt, tot dusver diep gezwegen. Het best is misschien ZEd. te laten ‘veroccideeren’.

Je hebt nr. 2 van Het Woord141 natuurlijk ook gelezen. Sympathiek van houding - ‘kunst-politisch’ gezien! - niet altijd sympathiek van toon. Er is een Multatuliaansche ergernis in en behoefte om allerlei betweters hun betweterij voor te houden die ik mij niet goed verklaar. Nr. 1. was lang niet zoo krijgshaftig. Maar, zooals ik Demets vandaag in een langen la-angen brief schreef, de houding is, dunkt me, wel heilzaam.

Wat zeg je wel van mijn naam zoo maar onder die van Mitzitch142 (mon cher Lioubomir!) en Walden, Herr Herwarth, Donnàwettà! von Der Sturm? Had je nou eens lekker van mij niet gedacht, hè? (Ik ook niet.) Je stukje143 is aardig genoeg, en munt vnl. uit door een zekere beschaving in de grappemakerij.

Je hebt me niet geschreven of je Van O. nog hebt gezien. Vergeet ook mijn phototjes niet. De jouwe heb je nu ontvangen?

Nu, wat Dinger betreft, waar je maar den eersten Zondag heen moet, ziehier:

1o Er is geen Belgische prijs. Met het oog op den val van den frank zou ik hem dus willen aanraden alles voor zijn rekening te nemen; te behandelen als Hollandsch boek. Laat het prijzen van het boek aan hèm over en vraag wat dàn zijn condities zijn. Lijken die je billijk, laat hem dan een ‘contract’ in duplo hierheen overmaken. Ik stuur hem dan 350 exemplaren, waarop alleen zijn naam voorkomt, als uitgever.

2e. Simonson houdt 50 ex. hier (te Brussel) voor mogelijke bestellingen van menschen die alreeds zijn naam als uitgever hebben gezien. Zeg er intusschen bij dat tot dusver in Brussel niet één exemplaar verkocht werd.

3e. Spreek hem, ondefinitief, over de uitgaaf van Hooft144. In 200 ex. hoogstens, goed papier, zonder aanteekeningen, met portret, prijs fl. 2.50 à fl 3. Interesseert het hem dan schrijf ik hem bizonderheden. Maar zeg vooral dikwijls: ‘eventueel’.

Dit is voorloopig alles. Ik verzend dit briefje morgen. Mocht voordien nog een antwoord binnenkomen dan schrijf ik 't erbij. Anders, dank en groeten.

Je EdP.

141In Het woord 2 (juli) stonden van DP de gedichten ‘Auteurs’ en ‘Twee uitbarstingen’.
142Op de eerste pagina van Het woord stond DP genoemd bij de buitenlandse medewerkers. Hij had van Mitzitch Avion sans appareil besproken in De driehoek 1 (1925-1926) 10 (jan. '26), p. 3 (Vw 2, p. 18-20).
143Op p. 2 was W's prozastukje ‘Oplossing’ afgedrukt.
144Verschenen als: P.C. Hooft, Minne-dichten. Der besten het best 1 (Bussum 1926). Het kolofon luidt: ‘Deze keurbundel, bevattende vier-en-vijftig minne-dichten van Pieter Corneliszoon Hooft (1581-1647), versierd met een portret van den dichter door C.A. Willink, werd gedrukt op de persen van Alphons Breuer, Elsene Steenweg 313, te Brussel, in tweehonderd exemplaren’. Er werd niet bij vermeld dat de keus van de gedichten van DP was.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie