E. du Perron
aan
M. Premsela36
Brussel, 14 februari 1925
Brussel, 14-2-'25
Mijnheer,
Uw opmerkinkjes over Carnet Bric à Brac en mijn boekje37 kwamen mij, daar ik ongeveer twee maanden in het buitenland was, eerst heden onder oogen. Ik weet niet of u misschien een persoonlijke veete met ‘Het Overzicht’ in het reine heeft gebracht, maar hecht er aan u even te zeggen dat ik een dergelijken winkelierstoon in een boekbespreking zeker niet van ù (u is immers Martin Permys?) had verwacht. Hier in Vlaanderen, in de Volksgazet bijv. waren uw onbeduidende hatelijkheidjes natuurlijk volkomen op hun plaats geweest. Het spijt mij ook te zien dat een Nederlandsch onderwijzer in het Fransch, die, al zit hij wat uit het gedrang, ten slotte nog de gebrs Tharaud heeft vertaald38, een zoo volkomen blijk geeft van zijn onbekendheid met het surréalisme. Misschien kan het Januari-nummer van uw Gulden Winckel u inlichten; de heer Roëll althans heeft de zaak wat beter bekeken alvorens erover te schrijven.39 Tot besluit nog dit: mijn volgend uitgaafje zal den prijs van drie frank niet over-schrijden; ik ben het nog niet met mijzelven eens over de keus van het papier.40
Met groeten
Duco Perkens
Adres:
E. du Perron
3 rue de Belle-Vue
Bruxelles.