[p. 413]

Aanvullingen en verbeteringen

[p. 414]

In dit overzicht worden fouten, verschrijvingen of eigenaardigheden van E.du Perron zelf, conform het gekozen editiemodel, niet verbeterd. Voor het overige bevat het alle correcties en tekstaanvullingen op de teksten van de brieven in de eerste acht delen.

Bij de correctie op de teksten van de redactie (inleidingen, annotaties) kon soberheid worden betracht. In de regel zijn alleen aperte fouten, foutieve verwijzingen en belangrijke omissies hersteld, tenzij dit al elders is gebeurd: in een eerder deel, in de Nalezing of in het Algemeen register. Het register bevat de laatste kennis die de redactie heeft kunnen vergaren.

Dit overzicht herhaalt gewoonlijk de foute versie niet, maar biedt alleen de correctie of aanvulling, bijvoorbeeld (in deel l):

42,3 v.o.: maintenant

betekent: lees op p. 42, regel 3 van onderen ‘maintenant’ voor ‘maintenant’.

Een volledig overzicht van aanvullingen en verbeteringen bevindt zich in het editie-archief van de Brieven van E.du Perron, dat is te raadplegen in het Letterkundig Museum.

[p. 415]

Brieven I

[p. 416]
[p. 417]
15,15 v. o.: aanpassing aan
26,13 v.o.: te Batavia in december 1937.
26,9 v.o.: 1 juni
29,2: 9 september 1922
36, n.1: vallée de l'Alzette
42,3 v.o.: maintenant
49,1 v.o.: openingsrede
49, n.1: zie Brieven IX, p. 19, br. 4117.
52,6 v.o.: boekspreking, arm.: In De driehoek zijn geen boekbesprekingen van P. van Ostaijen opgenomen.
59,6: route chose
59,9: regel hoort onderaan de blz., boven de noten.
59, n.3 r.3: vrinden!
63, n.1: frontispice
66,9 v.o., het portret door Topp, ann.: Zie voor een reproductie van deze portrettekening van Van Ostaijen door Arnold Topp: Gerrit Borgers, Paul van Ostaijen, Een documentatie, deel 1, Den Haag 1971, p.261.
71,2 v.o.: boeken:
72,11 v.o.: Happy
77,8: wanneer
79,10 v.o., koning, arm.: Dit is het gedicht ‘Oefenplaats’ (Vw 1, p. 17).
84,5: perfekt
87,8: persoonlik
88, n.4: (juni), p. 145-152.
93,2 v.o.: Jacques
95,6 v.o.: na het sterretje begint een nieuwe alinea.
101,15: interesseeren
101, n.3: Het overzicht, 22/23/24, febr. 1925, p. 181.
115,20: teruggebracht
120, 24/25: Anatole
125,4 v.o.: men ziet
127,10 v.o.: werkzaamheden')
128, n.2 r.3: ‘Al pratende met... Alie Smeding’ van G.H. Pannekoek Jr. stond in nr.8 (20 augustus 1927).
133,19: in gevaar
136, n.1: Vw 2, p. 30-31.
136, n.2: zie Brieven IX, p. 22 (br.4119) en het erratum bij p. 859 in G. Borgers, Paul van Ostaijen, Een documentatie, deel 2, Den Haag 1971.
140,7, ann.: Van Ostaijen antwoordde op 27 oktober 1927: ‘Het laatste woord van “Alpenjagerslied” is, meen ik, zo te lezen: “niet te lezen in gezelschap van niet... duizelvrije mensen”, ofwel “duizelvrijen”.’ Zie Borgere, a.w., p. 880.
142.3 v.o.: gelijk met deze
149,12, arm.: Van Ostaijen had o.a. uitstel tot februari voorgesteld. Zie Borgers, a.w., p. 900-902.
160, n.2 r.2: nogmaals
160, n.2 r.3: spreekwoord
162,3 v.o.: Gobineau
164,7: Dostojevski, ann.: Zie br. 78.
164,7: bundeltje
168,7 v.o.: geweest
168,1 v.o., arm.: Volgens een brief van Van Ostaijen aan DP van 21 december 1927 heeft Greshoff hem geen brief geschreven. Zie Borgers, a.w., p. 942.
177,1 v.o., ann.: Het aandeel van Burssens, evenals van de andere redacteuren, in de kosten van de circulaire voor Avontuur bedroeg 24 Belgische frank (Borgers, a.w., p. 940)
187,2 v.o., arm.: Van Ostaijen schreef DP op 28 december 1927: ‘Maar misschien heb ik me vergist, bedacht ik. Het is toen dat ik deze Lecocqhinderlaag gebruikte en je schreef, “dat ik als redakteur wel niet goed verkiesbaar was”.’ Zie Borgers, a.w., p. 953-954
190,2: du P.-over-v.O.
190,3-191,16, ann.: Vgl. Cahiers van een lezer, Vw 2, p. 70-72
198,13, ann.: Van Ostaijen aan DP, 7 januari 1928: Ja, dat woord van Creixams, het is prachtig als je het zo hoort!’ Maar wat het was, vermeldt de brief niet (Borgers, a.w., p. 978).
200,11, arm.: Van Ostaijen had meer dan 38 graden koorts en mocht niet vervoerd worden.
206, 17/18, ann.: De tekening van Ch. Roelofsz werd op één bladzijde opgenomen in het tweede nummer van Avontuur (p.2).
233, n.2: Choura was de Russische koosnaam voor hun zoontje Alexander.
239,2: elkaar
243, 15/16, ann.: De aanhaling komt uit Gide, Lesfaux-monnayeurs. Vgl. DP, Vw 2, p.45.
256, n.4 r.2: 1929
257, n.6 r.2: tweede cahier niet opgenomen. Wel die uit het eerste
269,11: September
270,10: carte blanche
283, n.2: Mogelijk Cécile et ses amours (Parijs 1923), roman van Jean Pellerin (1885-1921).
284, n.2: De jongste broer
297,19: dit
302, n.3: van Van Nijlen en van Greshoff, wiens portret hij schilderde.
303,3 v.o.: Littéraires
306, 7/8 v.o.: cursief vanwege een streep ernaast, niet eronder.
307, 8 en 9: de nootcijfers hadden hier aan het begin van de regel moeten staan.
312, n.2: Bétina
320,13 v.o.: Brussel, 14 februari 1929
321, n.3: p.61
324,17, jongedame, ann.: Victor J. Brunclair, ‘Pantalonnade’, in Vlaamsche arbeid 23 (1928) 6bis, p. 329, met de regels ‘Colombine met de crinoline/ Gwendoline met de mandoline’.
325, boven de noten: onderaan br. 251 is weggevallen de regel: Réflexions faite, attends. Je lirai le plus vite possible L'Enfant Sauvage (die doorloopt op de volgende bladzijde).
326,3: vervalt.
327,14 v.o.: ethische
341,3 v.o.: steeds
352, n.2 bij br.281: p.349-351
367, n.1: Werk van Louis Couperus (1931)
383, n.2: Nederland 78 (1926) 8 (augustus), p.763-764.
392,4 v.o.: iets anders
393,12: D.G.W.
394,3: met wien ik
396,15: de regel achter het sterretje hoort onderaan de bladzijde, boven de noten.
414, n.l.: Vw 3, p.274
415,5 v.o.: monologue
415, n.2: Lady Chatterley's Lover.
416, n.5: Maison Blok: boekhandel, uitgeverij en antiquariaat in de Prinsestraat
416, n.6: Anonieme detective-serie. Niet bekend of het om vertaalde of oorspronkelijk Nederlandse verhalen gaat.
428, n.5 r.1. 22-jarige
431,11: op dezelfde manier
437, n.1 bij br.359: Harry Domela. Zie Brieven VIII, p.573 n.7.
442,6 v.o.: Lugano, 26 december
443, n.4: Frederik A.A. van der Hoeven (1869-1950).
444,9 v.o.: zoover
450,1 en 451,6 v.o.: R. Petrucci-Verwée
459,1: Alpha corrompu
460,16: toen
468,5 v.o.: Norine
473,14: maken
477,11: volgende
[p. 418]

Brieven II

8,11/12: Binnendijk, ‘Prisma of dogma?’,
12,8/9 v.o.: troost je
20,6 v.o.: foto, arm.: Zie G.H, 's-Gravesande, E du Perron, 's-Gravenhage
1947, t.o. p.49: A. Roland Holst en E.du Perron te Ascona.
22,2 v.o.: Nederlander
29,4 prijs
43, n.4: DGW van december 1929
51, n.4: DGW van oktober 1930
59,14 v.o.: gevaarlijker ziek dan
94, n.6: een repliek
99, n.1 bij br.442: Herbert Philippeau
111,13: G. Wauters
140, n.2: de zestigste verjaardag
161,4: votre
183, n.2: DGW zelf: het april-nr., dat DP nog niet ontvangen had.
185, n.4: André Maurois, Byron, Parijs 1930.
196, n.1. De Engelse Boekhandel W.H. Smith had sinds 1920 een filiaal aan de Grasmarkt (rue du Marché aux Herbes) in Brussel.
211, n.1: DGW van mei 1930
214,8: het nootcijfer 1 vervalt.
214, onderaan: noot 1 toevoegen: Dubbel onderstreept.
226, n.8: Rie Gilhuys
248, n.3: Maar zie Vw 2, p.191 (noot van december 1930) en 5, p.267
268, n.5: DVB van mei en juli 1930
285, n.3: DP doelt hier op de Memoirs of Harriette Wilson, written by herself (1825). Harriette Wilson-Dubochet (1786-1846) was een beroemde courtisane en schreef twee sleutelromans.
313, n.1: J.C. Schröder (1871-1938)
331,5: het nootcijfer 1 vervalt.
338,3: ook hen even
377,10 v.o.: signaleer ik
377, n.3: De ingezonden brief aan de redactie van Het vaderland werd onder de titel ‘Een kwalijke beschuldiging’ afgedrukt in DGW 30 (1931) 1 (20 jan.), p.20. Niet in Vw.
380, n.7: verteller = vertaler
400, n.4: DVB, februari 1931
407, n.1: Leiding 2 (februari 1931)
421, n.4: in 1932 verschenen
444, n.1: DGW 30 (1931) 350
467,13: Vriesl.4
469, n.1: C.C. Bender
470, n.1: Jeanne Ney
[p. 419]

Brieven III

[p. 420]
14, n.1: 796
19, n.1 r: Souvenirs d'un terroriste
19, n.12: p.78-82; Vw 2, p.61-64)
36, n.2: Tula da Vista
52, n.4: 136 = 154-159
60, n.4: een spotnaam voor Borel.
63, n.1 r.1/2: Maar zie 4136 en 4137 in Brieven IX, p. 37 en 39.
93, n.1: Grotendeels gebaseerd op Maurits Wagenvoort.
106/107: het P.S. en P.P.S. horen niet hier, maar bij br.520 (11), waar zij ook zijn afgedrukt.
128, n.5: 766 n 2 = 907 n 1
133, n.2: Op 5 juh 1931 sprak Greshoff van 14 uur tot 14.30 uur in de AVRO-rubriek ‘Boekenhalfuur’ over ‘De Nederlander en het boek’.
161,6 v.o.: Gistoux, eind juli 1931
185,6 v.o.: ter Braak () 29 augustus 1931
206, n.1: Vw 1, p. 109). De ‘Onverschenene’ (r.9 v.o.) verwijst naar J.H. Leopolds slotregel ‘eene, onverschenene, ademloos gewacht’ van ‘Gij, eersteling’ uit ‘Scherzo’ in Verzen, Rotterdam 1913, p.23. DP citeerde de volledige regel in Het land van herkomst, p.439 (Vw 3, p.489).
208,16: beter doen dan dit
213, n.1: p.130
223,18: ‘Panopticum’, ann.: In dit geval: DP, ‘De dichter en de denker’, over Nijhoff, in Forum 1 (1932) 1 (11 november 1931) p.75-76 (Vw 2, p.447-448)
246, n.3: en Nutteloos verzet.
252, n.3: p.114).
255, n.2: Vw 1
257, n.2: Vw 1
258,10 v.o.: Br. 1066 had gedateerd moeten worden 8 mei 1932.
260, n.1: Vw 1
272, 5 en 6 v.o.: 1932
274, n.1: H. Scholtes ‘Critiek’ in Filmliga van maart 1932, p.81-84, was een bespreking van de films Twenty four hours en Shanghai Express; de reactie van Ter Braak hierop in zijn artikel ‘Naar een Concertgebouw voor de filmkunst? Ten afscheid’, Filmliga, april 1932, p.89-92.
296, n.4: Wilhelmine Heimburg (pseud. van Berthe Behrens, 1850-1912), populair Duits schrijfster.
298,13: stukje is over
302, n.5: P. Louÿs, Pibrac, quatrains e'rotiques, Parijs 1932.
305,12 v.o.: niet eens
317, n.1 bij br. 1166, r.3: Van Geuns
368,10 v.o.: Je stuk, arm.: Zie 4163 n.3 in Brieven IX, p. 84
371,3 v.o.: Edgaar er
376,4 v.o.: S. Leclercq-Moens
408,15: gelijk
413,9: Dat is dat
415,10 v.o.: Van Kampen
442,18: een kritiek
446,10: pastiche
457,2: Aan H. Marsman: Bellevue, 17 november 1932
465,5 v.o.: Bellevue, 23 november 1932
476,18: filosofia nova, arm.: Verwijzing naar Stendhal (Pensées, Filosofia nova, éd. Martineau, Parijs 1931, 2 delen).
485,7 v.o.: Mijn moeder
488,9 v.o.: blijkt. (Ook geen aanhalingsteken.)
498, n.4 r.1/2: p.318-324
507,7 v.o.: de val van het ministerie, arm.: Op 14 december 1932 was het kabinet Edouard Herriot (juni-december 1932) gevallen, op 18 december trad het kabinet van de radicaal-socialist Joseph Paul-Boncour aan (dat op 28 januari 1933 al ten val kwam).
522,2: Malraux
528,13: Aan F. Hellens

Brieven IV

[p. 421]
61, n.2: p.177-183 () een stuk tegen Forum, Ter Braak en DP
65,3: nootcijfer 1 vervalt.
83, n.3 en 6: maar in GN, zie br.1926 n.4
86,14: Amerikaansche vriendin, ann.: Claire Parker.
139,2 v.0. t/m 140,5: deze regels (Ik denk wel... je EdP) komen te vervallen. Ze zijn afkomstig uit br.1606.
154,5 v.o.: vraaggesprek met Marsman door Den Doolaard, zie n.3 bij br. 1585.
154,5 v.o.: Is dat
157, mi bij br.1610 r.3: Vw 5 = 6.
182,12: het nootcijfer 6 vervalt.
212,10/11: ann.: Zie br.4197 in Brieven IX, p. 125-128.
212,4 v.o.: en tante de Sturler
241, n.2: (Vw 2, p.621-634)
248,15: Simone est
253,3 v. o.: Emaux et Camées
254,6/7: arm.: Van der Bosch = E.van der Borch van Verwolde.
267,8 v.o.: is het idee om
283,7: afdeeling
286,11.3: vervalt (Bittericon = Pikinkut).
304, n.3: (Vw 2, p.653-665).
307,11: 1796. Aan H. Marsman en J. Greshoff
328,18: Kol Nidrei, ann.: Aramees gebed, dat op de vooravond van Grote Verzoendag door de voorzanger in de synagoge wordt gezongen. E.du Perron-de Roos hoorde Kol Nidrei op 9 september 1933. De vluchtelingen waren, al naar gelang de Parijse synagoge die zij bezochten, Duitse of Poolse Joden. De zanger Al Jolson (1883-1950), wiens oorspronkelijke naam Joseph Rosenblatt of Asa Yoelson was, zong Kol Nidrei in een van de eerste geluidsfilms, The jazz Singer (1927).
342,2: 1841 () 22 en 24 oktober 1933
359, n.1 r.5: (‘Hôtel Legrand’)
442,19: onmiddellijk
473,1/2 v.o.: December-Forum
491, n.1: Olivier Patru, La vie de Monsieur d'Ablancourt, suivie du discours et des lettres de M. d'Ablancourt à Monsieur Patru. Préface par M. Valery Larbaud. Maestricht: A.A.M. Stols, 1934
494, 1: 2013. Aan V. Larbaud: Parijs, 22 maart 1934
494, na 11 (EdP.) toevoegen: Paris, ce 22 mars 34.
533,17: 1689. Aan P.F.R. Shiell
537,1: 2013. Aan V. Larbaud: Parijs, 22 maart 1934
537, na 12 (EdP.) toevoegen: Parijs, 22 maart 34.

Brieven V

[p. 422]
10, n.1 bij 2065; 11, n.1 bij 2067; 12, n.1 bij 2069: Cl. Piccardy is de fotograaf van de reproductie. ‘Portrait de Stendhal en costume de consul' (1836) werd geschilderd door Silvestro Valeri (1814-1902).
38,4 v.0.: en er
65, n.1: In Blocnote kleinformaat, p.101-106; vgl. 4248 n.5 in Brieven IX, p. 185.
65, n.2: de rubriek ‘Commentaren’ (ook 119, n.2)
67,3: 2161 (643)
68,1 v.o.: 2163 (644)
83,7 v.o.: Place du Marshan
86,9 v.o.: Parijs, 5 augustus 1934
90,1 v.o.: Hôtel
103,15: o vriend en En [...]
104, n.1 bij br.2229: Inmiddels aanwezig in het Letterkundig Museum.
108, n.1 bij br.2236: Elisabeth de Roos, ‘Kroniek der Fransche letteren’, op p.325-336.
114, n.2: koning Alexander I
130,6: nieuwe inrichting, arm.: Piscine Molitor (zie br.2607).
131,1: symptomen
146,1/2: niet dat over Perzië, ann.: Niet gerealiseerd romanproject. Malraux verbleef in juni/juli 1929 in Ispahan en keerde er terug in 1931 en 1932.
196, n.1: De Koninklijke Bibliotheek bezit een exemplaar van Het land van herkomst met het prospectus. De tekst werd afgedrukt in Tirade 29 (1985) 300 (september/december 1985), p.861-863
202, n.8: Balans verscheen in 1931.
205,11: Alphonse Daudet
217,12: Aan M. ter Braak: Parijs, 15 en 19 januari 1935
231,8: na-Varangot
243,11 v.o.: Boekengemeenschap, ann.: De Nederlandse vereniging De Boekengemeenschap wilde boeken gaan uitgeven voor haar leden en voor de boekhandel. Het lag in de bedoeling om zonder winstbejag tegen een contributie van 6 gulden per jaar 5 goede romans van plm. 14 vel te leveren in een uitstekende uitvoering.
261,5: België-poëzieboek: nootcijfer 1 toevoegen.
261,8: nootcijfer 1 vervalt.
297,2 v.o.: mijn onderbuurman, ann.: de fotograaf Roger Parry.
308,15: ‘Goya’-kant
325,13: Ducroo in 3 dln., arm.: Het met witte bladen doorschoten exemplaar van Het land van herkomst, waarin DP vele aantekeningen maakte. Een groot deel daarvan werd opgenomen in de 13de [= 141de] druk van de roman (Amsterdam 1989).
329, n.2: E.du Perron, Schrijversprentenboek 13 (Den Haag 1969), p.8, afb.19 (vgl. br. 3240, Brieven VII p.47)
332, n.1: en ‘Een getuigenis van een generatie’ in DGW 34 (1935) 4 (april), p.35-36
338,18: die fotograaf, ann.: Roger Parry.
340, n.2: P.H. Ritter jr. besprak Het land van herkomst in de AVRO-rubriek ‘Boekenhalfuur’ op zondag 2 juni 1935 van 14 uur tot 14.30 (tekst in L.M.).
347,3 v.o.: We zitten hier
348, n.2: op 2 juni
370, n.3: 2565 = 2606.
371,1 v.o.: Nijhoff). Het is verder een genot, en van een griezelig soort, om een afle-
374,2: fascisme
374,12: overwinning, arm.: Bij gemeenteraadsverkiezingen op 12 mei 1935.
378, n.3: Chiaromonte (1905-1972)
387,16: wat je
447, n.2: De eerste uitgave is van , 860.
453, n.4: Vrijdag 1 november 1935 was Allerheiligen.

Brieven VI

[p. 423]
[p. 424]
10,4/5: werkte DP aan het eerste deel van zijn novelle (), dat hij
17, n.1: Maar zie Brieven IX, vanaf p. 187, br. 4251.
25,12 ook aan Rien
60, n.2: Robert Aren (1898-1975), secretaris van de directeur van de uit geverij Nouvelle Revue Française, Gaston Gallimard.
62, n.3: Johan de Meester (1860-1931)
67, na 23, je EdP: P.S.-Ik doe morgen alles op de bus, vandaag is het Zondag.
68,5: emigrant, arm.: A. Parfentieff.
68, n.1 bij br. 2771: Pensionnat de l'Athénée Provincial du Centre te Morlanwelz-Mariemont, België.
69,6 v.o.: voor schrijven
75,16: dan u het zelf zou kunnen
81, n.2: van 1933
109, n.2: en Homeros, De Ilias. Vert. door C. Vosmaer, Leiden 1880.
127,1: Aan R.A.J. van Lier
139,12: Saint-Brieuc
146, n.3: Gaston Vidal, Saint Just, Parijs, 1923
151, n.2: 2847 n 1 = n 2.
192,2/3: rotkanes
202,9 v.o.: dit boek, arm.: Nieuw Nederlandsch biographisch woordenboek.
215, n.1 r.3-5: vervallen. De portretten zijn die van Hardy, zie br.2974; de brief waarin DP vragen over Hardy stelde is niet teruggevonden.
257, n.6: hotel Parkzicht.
264, n.4: 7 (juli) = 35 (1937) 7 (juli)
271, n.1 r.2/3: met een brief van oktober 1936 (3069) en een van 23 juni 1937 (3215)
293, n.1: Werk van Creixams; zie br.1810 (Brieven IV), 1992 (Brieven IV) en 2320 (Brieven V).
331,n.5: 3082 n3 = n2.
333, n.4: Foto gepubliceerd in Actueel wereldnieuws en sport in beeld van 5 december 1936; overgenomen in E. du Perron, Schrijversprentenboek 13 (Den Haag 1969), p.42, afb.112.
335, n.2: vervalt.
336,20: dan dat we ieder
337, n.5: ‘De grijze dashond’, eerste deel (29 gedichten); ook in GNingeleid door Vestdijk.
364,n-3: Bespreking door H. Marsman van J. Greshoff, Gedichten, 1907-1936 in de NRC van 5 november 1936.
387,20: mijn poëem
387, n.4: G.L. Funke (1836-1885)
408,2 v.o.: één sterretje
409, n.3: Mr. A.J. van Kesteren, inspecteur van de Pandhuisdienst te Batavia.
412, n.1 r.8: Op 3 mei 1940 keerde hij in Nederland terug.
433, n.2: P.J.A. Idenburg (1896-1976), directeur van het Departement van Onderwijs en Eeredienst.
437,21: hebben me
443, n.1: E.F.E. Douwes Dekker (1879-1950)
444, n.7 r.3: de verwijzing naar Vw 4 vervalt.
445, 3 v.o.: klaviervirtuozen
449, n.z: Onder het kopje ‘Tijdschriften’ in de rubriek Letteren en Kunst in de NRC van 24 april 1937 (av.).
476, n.1: DP schreef deze brief (3207) achterop een drukproefpagina van Marsmans Nieuwe gedichten.
499,12: 3084 = 3085

Brieven VII

[p. 425]
[p. 426]
20,9 v.o.: Menno schreef me
31, n.4: François Porché, Verlaine tel qu'il fut, Parijs 1933.
54,3 bij elkaar opgeteld.
54, n.1 r.4: Armijn Pané (1908-1970)
62,6: ‘wereldwijs’
67, n.1: De Sumatraan Soetan Takdir Alisjahbana, de op Timor uit Sumatraanse ouders geboren Soetan Mohammed Sjah en de Batakker Armijn Pané.
70,9: verkeerd van me zijn
79, n.9: vervalt; zie de aanvulling bij 67 n.1.
90, n.3: Het onvoltooid verleden, Kultuur-historische studies
109,3 v.o.: dat ik me
116, n.1: 3268 = 3269 n 4.
119, n.7: En van 16 november tot 3 december 1935 (zie br.2726-2760, Brieven VI).
128,5: Morier, Hadj Babi
128,11: Hume, The Mystery of a Hansom Cab
134,n.9: 3135 n1 = n2.
164, n.5: 3268 = 3269 n 4
186, n.6 r.4/5: Een eerdere herdruk verzorgde Stols voor de Nederlandsche Boekenclub, Den Haag 1941.
188,8 v.o.: Anders slaat
198,10: zweert bij
200, n.11: Vw 3, p. 118 en 205
200, n.3: Ragnar is een personage inde roman Flucht in den Norden van Klaus Mann: ‘es gibt nichts mehr von ihm zu erzahlen, als dass er da stand, Jüngling mit dem ragenden Geschlecht, die schmalen Augen schimmernd, die feuchten dunklen Lippen halb offen wie aufeinem Vasenbilde’ (Querido Verlag, Amsterdam 1934, p.140).
223, n.11 v.o.: wie betaalt
224, n.2: Zie br.4289 in Brieven IX, p. 237-238.
225, n.4: J. Greshoff, Gedichten, 4e verm. uitg.; Stols, Maastricht 1938.
227, 1 v.o.: zijn zoowat
236,12: Blocnote13
236,19: nootcijfer 13 vervalt, essay over autobiografie, ann.: Dat is niet gebeurd (vgl. 3313 n.9).
255, n.8: Muller, Handleiding voor de archiefambtenaar.
264,7 v.o.: in de
270, n.8 r.3/4: 12 februari en 29 januari 1938 ((Vw 6, p.228-233 en 221-224).
282, n.4 r.2/3 v.o.: dl.99
307,5: moet 't bij
311,12: nootcijfer 1 vervalt.
311, n.1: landsarchivaris van 1922 tot 1937
314,1: bij-versnaperingen
321, n.1: jrg. 6 (1938) nr.2, p.14.
331, n.1: H. Marsman, ‘Menno ter Braak’, in GN 36 (1938) 7 (juli), p.55-97.
346,1 v.o.: den lande
348, n.2 r.2: 13 november 1935 (av.) en 5 juni 1936 (av.)
348, n.2 r.3: 152-156, 172-177 en 180-183
350, n.1: Een grottencomplex waar een rivier met donderend geraas doorheenstroomt, in de omgeving van Sitoe Goenoeng.
374, n.7 r.4: (Vw 6, p.275-280)
377, n.1 r.3: G.G. van der Kop (1892-1941)
388, n.1: Van Stein Callenfels heeft model gestaan voor de geleerde in Het land van herkomst die ‘toean boetò’ wordt genoemd (p.305-306; Vw 3, p.340-341). Zie ook br.2525 (Brieven V, 330).
402,4/5 v.o.: Kraspoekol
408, n.6 r.4: 201-261
414,7 v.o.: Als ik u op uw vragen
415,6: ideeën
417,6 v.o.: leering
418,6: het eerste is nuttiger
418,9 v.o.: Mr. Cornelis, zondag.
419,13: reële
424,9 v.o.: wat doe diè
434,6: nootcijfer 1 hoort bij variatie (r.5).
434, boven de noten noot 1 en 2 toevoegen: Dubbel onderstreept.
437,6: dubbele reactie, ann.: J. Greshoffbesprak in een bijdrage in de rubriek Memorandum onder de titel ‘Letterkundig leven in Nederland’ Het vide zegel van Vestdijk en De man van Lebak van DP in Kroniek van kunst en kultuur 3 (1937-1938) 3 (januari 1938), p.85-86.
452, n.10: Zie br.3055 n.1 (Brieven VI, 289).
453,15 v.o.: Sibylle
457, n.5: 1934 = 1939.
461,10: V.C.-club
463,2 v.o.: ik moet er u helaas
464,1: van mijn vrouw ook, en
470, n.1: Zie over het verhaal Jeannine's luciditeit’ van Van Moerkerken br.3964 n.3 (Brieven VIII, 448)
475,3 v.o.: verschrikkelijk
477,5: Indonesische
477,13: nú tenminste
477,11 v.o.:spraakgebruikig
478, n.3: ‘Het smalle ravijn’
480, n.5: Stols 1938
492, n.6: Zie 3519 n 4 en 5 (3464 vervalt).
494 n.1: Vw 3, p.687-688.
497,14: (évanouissement)
498,17: t.o.v. iemand als u,
498,10 v.o.: Noesantara
498,5 v.o.: ‘brilliant
498,4 v.o.: ‘eerlijke vechter’
498,2 v.o.: mijne
499, n.3: Budihardjo Mangoenkoesoemo (1886-1938) of Samsoel Maarif Mangoenkoesoemo (1897-1938).
501, n.5: ‘Een werkelijke functie had ik in Brussel niet. Ik was niet verbonden aan Het Hollandsche Weekblad, zoals Adriaan van der Veen was geweest, of Greshoffs “secretaris”, waarvoor enkele anderen zijn doorgegaan. Ik was iemand die bij hem zijn leerschool vond, als het ware op het atelier. Hij liet mij stukjes schrijven die hij zelf, al of niet, geschreven zou hebben als kunstcorrespondent van Het Vaderland en de Nieuwe Rotterdamsche Courant, over tentoonstellingen, een toneelstuk, een boek, een literaire bijeenkomst.’ Pierre H. Dubois: Memoranda. Hermetisch en besterd. Literair leven in jaren van onrust, Den Haag 1987, p.85-86.
502, n.3: Zie 3519 n 4 en 5 (de rest vervalt).
508, n.2 r.2: (enigszins gewijzigd in Vw 7, p.447-453)
512, n.1 bij br.3558: Zie de aanvulling bij p.499, n.3.
513,8: zéker
513,17: wat hierin ‘oostersche ziel’ is
513,20: Dit wil niet zeggen
514, n.2: de rubriek ‘Kritische aantekeningen’
523,11: 3565. Briefkaart aan
523,8 v.o.: bij je aan in Buitenzorg
529, n.7 r.4: 1938 = 1939
533,1 v.o.: het nootcijfer 3 vervalt.
536,15 v.o.: Wees maar blij
536,13 v.o.: den volgenden dag
536,2 v.o.:logeeren
536, n.2: 3766 = 3767 n 1.
537,12: dat onder je landgenooten
537,22: een fraaie algemeene
[p. 427]

Brieven VIII

29, n.4 r.4: Wél nog, ook door Hugo Samkalden, in Djåwå, juni 1939.
59,18: Le Mariage
76 n.1 = n.2 en n.2 = n.1.
100, n.1: Kartono Mangoenkoesoemo (1907-1939)
115,5: al eens gepubliceerd
122,7/8 v.o.: nootcijfer 5 vervalt; Heb je die 3 stukken van mij over oude stenen nog geplaatst?: niet cursief.
122, n.5: vervalt.
144, n.1: en 3653 n 3.
150, n.1 r.3: Soenilo = Soesilo
150, n.3: Soejitno = Soeroto
179, n.3: Zie ook 3664 n.3
188,5: liever toch
193, n.7 r.3: Actueel wereldnieuws
207, 6: 2 + de helft
278, n.3: De eerste foto in S. Vestdijk, Gestalten tegenover mij, Den Haag 1961, p.151 (rechts).
337, n.1: Maria Dorothea (Mies) Schieveen Borgman-Roland Holst (1865-1929), een tante van A. Roland Holst, en haar man Piet Jacob Schieveen Borgman (1868-1924).
339, n.5: Guurtje Meijer (1908-1989), kindermeisje bij de familie DP in Bergen.
357, n.6 r.3: die op jeugdige leeftijd met zijn ouders uit de Oekraine naar Parijs was gekomen en later tot Fransman werd genaturaliseerd.
395,10: Artinah
395, n. 10: Artinah Samsoedin (1913-1985).
467, n.3: ‘Brastagi’, in Huize Johan de Witt, Kneuterdijk 6.
535, n.3: Haagsch maandblad 14 (1937)
556, 2 v.o.: gelachen
591,18: ‘e’'s
595,13 v.o.: Bergen, 8 mei 1940
[p. 428]

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie