|
Aanvullingen en verbeteringen
In dit overzicht worden fouten, verschrijvingen of eigenaardigheden van E.du Perron zelf, conform het gekozen editiemodel, niet verbeterd. Voor het overige bevat het alle correcties en tekstaanvullingen op de teksten van de brieven in de eerste acht delen.
Bij de correctie op de teksten van de redactie (inleidingen, annotaties) kon soberheid worden betracht. In de regel zijn alleen aperte fouten, foutieve verwijzingen en belangrijke omissies hersteld, tenzij dit al elders is gebeurd: in een eerder deel, in de Nalezing of in het Algemeen register. Het register bevat de laatste kennis die de redactie heeft kunnen vergaren.
Dit overzicht herhaalt gewoonlijk de foute versie niet, maar biedt alleen de correctie of aanvulling, bijvoorbeeld (in deel l):
42,3 v.o.: maintenant
betekent: lees op p. 42, regel 3 van onderen ‘maintenant’ voor ‘maintenant’.
Een volledig overzicht van aanvullingen en verbeteringen bevindt zich in het editie-archief van de Brieven van E.du Perron, dat is te raadplegen in het Letterkundig Museum.
Brieven I
15,15 v. o.: aanpassing aan |
26,13 v.o.: te Batavia in december 1937. |
26,9 v.o.: 1 juni |
29,2: 9 september 1922 |
36, n.1: vallée de l'Alzette |
42,3 v.o.: maintenant |
49,1 v.o.: openingsrede |
49, n.1: zie Brieven IX, p. 19, br. 4117. |
52,6 v.o.: boekspreking, arm.: In De driehoek zijn geen boekbesprekingen van P. van Ostaijen opgenomen. |
59,6: route chose |
59,9: regel hoort onderaan de blz., boven de noten. |
59, n.3 r.3: vrinden! |
63, n.1: frontispice |
66,9 v.o., het portret door Topp, ann.: Zie voor een reproductie van deze portrettekening van Van Ostaijen door Arnold Topp: Gerrit Borgers, Paul van Ostaijen, Een documentatie, deel 1, Den Haag 1971, p.261. |
71,2 v.o.: boeken: |
72,11 v.o.: Happy |
77,8: wanneer |
79,10 v.o., koning, arm.: Dit is het gedicht ‘Oefenplaats’ (Vw 1, p. 17). |
84,5: perfekt |
87,8: persoonlik |
88, n.4: (juni), p. 145-152. |
93,2 v.o.: Jacques |
95,6 v.o.: na het sterretje begint een nieuwe alinea. |
101,15: interesseeren |
101, n.3: Het overzicht, 22/23/24, febr. 1925, p. 181. |
115,20: teruggebracht |
120, 24/25: Anatole |
125,4 v.o.: men ziet |
127,10 v.o.: werkzaamheden') |
128, n.2 r.3: ‘Al pratende met... Alie Smeding’ van G.H. Pannekoek Jr. stond in nr.8 (20 augustus 1927). |
133,19: in gevaar |
136, n.1: Vw 2, p. 30-31. |
136, n.2: zie Brieven IX, p. 22 (br.4119) en het erratum bij p. 859 in G. Borgers, Paul van Ostaijen, Een documentatie, deel 2, Den Haag 1971. |
140,7, ann.: Van Ostaijen antwoordde op 27 oktober 1927: ‘Het laatste woord van “Alpenjagerslied” is, meen ik, zo te lezen: “niet te lezen in gezelschap van niet... duizelvrije mensen”, ofwel “duizelvrijen”.’ Zie Borgere, a.w., p. 880. |
142.3 v.o.: gelijk met deze |
149,12, arm.: Van Ostaijen had o.a. uitstel tot februari voorgesteld. Zie Borgers, a.w., p. 900-902. |
160, n.2 r.2: nogmaals |
160, n.2 r.3: spreekwoord |
162,3 v.o.: Gobineau |
164,7: Dostojevski, ann.: Zie br. 78. |
164,7: bundeltje |
168,7 v.o.: geweest |
168,1 v.o., arm.: Volgens een brief van Van Ostaijen aan DP van 21 december 1927 heeft Greshoff hem geen brief geschreven. Zie Borgers, a.w., p. 942. |
177,1 v.o., ann.: Het aandeel van Burssens, evenals van de andere redacteuren, in de kosten van de circulaire voor Avontuur bedroeg 24 Belgische frank (Borgers, a.w., p. 940) |
187,2 v.o., arm.: Van Ostaijen schreef DP op 28 december 1927: ‘Maar misschien heb ik me vergist, bedacht ik. Het is toen dat ik deze Lecocqhinderlaag gebruikte en je schreef, “dat ik als redakteur wel niet goed verkiesbaar was”.’ Zie Borgers, a.w., p. 953-954 |
190,2: du P.-over-v.O. |
190,3-191,16, ann.: Vgl. Cahiers van een lezer, Vw 2, p. 70-72 |
198,13, ann.: Van Ostaijen aan DP, 7 januari 1928: Ja, dat woord van Creixams, het is prachtig als je het zo hoort!’ Maar wat het was, vermeldt de brief niet (Borgers, a.w., p. 978). |
200,11, arm.: Van Ostaijen had meer dan 38 graden koorts en mocht niet vervoerd worden. |
206, 17/18, ann.: De tekening van Ch. Roelofsz werd op één bladzijde opgenomen in het tweede nummer van Avontuur (p.2). |
233, n.2: Choura was de Russische koosnaam voor hun zoontje Alexander. |
239,2: elkaar |
243, 15/16, ann.: De aanhaling komt uit Gide, Lesfaux-monnayeurs. Vgl. DP, Vw 2, p.45. |
256, n.4 r.2: 1929 |
257, n.6 r.2: tweede cahier niet opgenomen. Wel die uit het eerste |
269,11: September |
270,10: carte blanche |
283, n.2: Mogelijk Cécile et ses amours (Parijs 1923), roman van Jean Pellerin (1885-1921). |
284, n.2: De jongste broer |
297,19: dit |
302, n.3: van Van Nijlen en van Greshoff, wiens portret hij schilderde. |
303,3 v.o.: Littéraires |
306, 7/8 v.o.: cursief vanwege een streep ernaast, niet eronder. |
307, 8 en 9: de nootcijfers hadden hier aan het begin van de regel moeten staan. |
312, n.2: Bétina |
320,13 v.o.: Brussel, 14 februari 1929
|
321, n.3: p.61 |
324,17, jongedame, ann.: Victor J. Brunclair, ‘Pantalonnade’, in Vlaamsche arbeid 23 (1928) 6bis, p. 329, met de regels ‘Colombine met de crinoline/ Gwendoline met de mandoline’. |
325, boven de noten: onderaan br. 251 is weggevallen de regel: Réflexions faite, attends. Je lirai le plus vite possible L'Enfant Sauvage (die doorloopt op de volgende bladzijde). |
326,3: vervalt. |
327,14 v.o.: ethische |
341,3 v.o.: steeds |
352, n.2 bij br.281: p.349-351 |
367, n.1: Werk van Louis Couperus (1931) |
383, n.2: Nederland 78 (1926) 8 (augustus), p.763-764. |
392,4 v.o.: iets anders |
393,12: D.G.W.
|
394,3: met wien ik |
396,15: de regel achter het sterretje hoort onderaan de bladzijde, boven de noten. |
414, n.l.: Vw 3, p.274 |
415,5 v.o.: monologue |
415, n.2: Lady Chatterley's Lover.
|
416, n.5: Maison Blok: boekhandel, uitgeverij en antiquariaat in de Prinsestraat |
416, n.6: Anonieme detective-serie. Niet bekend of het om vertaalde of oorspronkelijk Nederlandse verhalen gaat. |
428, n.5 r.1. 22-jarige |
431,11: op dezelfde manier |
437, n.1 bij br.359: Harry Domela. Zie Brieven VIII, p.573 n.7. |
442,6 v.o.: Lugano, 26 december
|
443, n.4: Frederik A.A. van der Hoeven (1869-1950). |
444,9 v.o.: zoover |
450,1 en 451,6 v.o.: R. Petrucci-Verwée
|
459,1: Alpha corrompu
|
460,16: toen |
468,5 v.o.: Norine |
473,14: maken |
477,11: volgende |
Brieven II
8,11/12: Binnendijk, ‘Prisma of dogma?’,
|
12,8/9 v.o.: troost je |
20,6 v.o.: foto, arm.: Zie G.H, 's-Gravesande, E du Perron, 's-Gravenhage |
1947, t.o. p.49: A. Roland Holst en E.du Perron te Ascona. |
22,2 v.o.: Nederlander |
29,4 prijs |
43, n.4: DGW van december 1929 |
51, n.4: DGW van oktober 1930 |
59,14 v.o.: gevaarlijker ziek dan |
94, n.6: een repliek |
99, n.1 bij br.442: Herbert Philippeau |
111,13: G. Wauters
|
140, n.2: de zestigste verjaardag |
161,4: votre |
183, n.2: DGW zelf: het april-nr., dat DP nog niet ontvangen had. |
185, n.4: André Maurois, Byron, Parijs 1930. |
196, n.1. De Engelse Boekhandel W.H. Smith had sinds 1920 een filiaal aan de Grasmarkt (rue du Marché aux Herbes) in Brussel. |
211, n.1: DGW van mei 1930 |
214,8: het nootcijfer 1 vervalt. |
214, onderaan: noot 1 toevoegen: Dubbel onderstreept. |
226, n.8: Rie Gilhuys |
248, n.3: Maar zie Vw 2, p.191 (noot van december 1930) en 5, p.267 |
268, n.5: DVB van mei en juli 1930 |
285, n.3: DP doelt hier op de Memoirs of Harriette Wilson, written by herself (1825). Harriette Wilson-Dubochet (1786-1846) was een beroemde courtisane en schreef twee sleutelromans. |
313, n.1: J.C. Schröder (1871-1938) |
331,5: het nootcijfer 1 vervalt. |
338,3: ook hen even |
377,10 v.o.: signaleer ik |
377, n.3: De ingezonden brief aan de redactie van Het vaderland werd onder de titel ‘Een kwalijke beschuldiging’ afgedrukt in DGW 30 (1931) 1 (20 jan.), p.20. Niet in Vw.
|
380, n.7: verteller = vertaler |
400, n.4: DVB, februari 1931 |
407, n.1: Leiding 2 (februari 1931) |
421, n.4: in 1932 verschenen |
444, n.1: DGW 30 (1931) 350 |
467,13: Vriesl.4
|
469, n.1: C.C. Bender |
470, n.1: Jeanne Ney |
Brieven III
14, n.1: 796 |
19, n.1 r: Souvenirs d'un terroriste
|
19, n.12: p.78-82; Vw 2, p.61-64) |
36, n.2: Tula da Vista |
52, n.4: 136 = 154-159 |
60, n.4: een spotnaam voor Borel. |
63, n.1 r.1/2: Maar zie 4136 en 4137 in Brieven IX, p. 37 en 39. |
93, n.1: Grotendeels gebaseerd op Maurits Wagenvoort. |
106/107: het P.S. en P.P.S. horen niet hier, maar bij br.520 (11), waar zij ook zijn afgedrukt. |
128, n.5: 766 n 2 = 907 n 1 |
133, n.2: Op 5 juh 1931 sprak Greshoff van 14 uur tot 14.30 uur in de AVRO-rubriek ‘Boekenhalfuur’ over ‘De Nederlander en het boek’. |
161,6 v.o.: Gistoux, eind juli 1931
|
185,6 v.o.: ter Braak () 29 augustus 1931
|
206, n.1: Vw 1, p. 109). De ‘Onverschenene’ (r.9 v.o.) verwijst naar J.H. Leopolds slotregel ‘eene, onverschenene, ademloos gewacht’ van ‘Gij, eersteling’ uit ‘Scherzo’ in Verzen, Rotterdam 1913, p.23. DP citeerde de volledige regel in Het land van herkomst, p.439 (Vw 3, p.489). |
208,16: beter doen dan dit |
213, n.1: p.130 |
223,18: ‘Panopticum’, ann.: In dit geval: DP, ‘De dichter en de denker’, over Nijhoff, in Forum 1 (1932) 1 (11 november 1931) p.75-76 (Vw 2, p.447-448) |
246, n.3: en Nutteloos verzet.
|
252, n.3: p.114). |
255, n.2: Vw 1 |
257, n.2: Vw 1 |
258,10 v.o.: Br. 1066 had gedateerd moeten worden 8 mei 1932.
|
260, n.1: Vw 1 |
272, 5 en 6 v.o.: 1932
|
274, n.1: H. Scholtes ‘Critiek’ in Filmliga van maart 1932, p.81-84, was een bespreking van de films Twenty four hours en Shanghai Express; de reactie van Ter Braak hierop in zijn artikel ‘Naar een Concertgebouw voor de filmkunst? Ten afscheid’, Filmliga, april 1932, p.89-92. |
296, n.4: Wilhelmine Heimburg (pseud. van Berthe Behrens, 1850-1912), populair Duits schrijfster. |
298,13: stukje is over |
302, n.5: P. Louÿs, Pibrac, quatrains e'rotiques, Parijs 1932. |
305,12 v.o.: niet eens |
317, n.1 bij br. 1166, r.3: Van Geuns |
368,10 v.o.: Je stuk, arm.: Zie 4163 n.3 in Brieven IX, p. 84 |
371,3 v.o.: Edgaar er |
376,4 v.o.: S. Leclercq-Moens
|
408,15: gelijk
|
413,9: Dat is dat |
415,10 v.o.: Van Kampen |
442,18: een kritiek |
446,10: pastiche |
457,2: Aan H. Marsman: Bellevue, 17 november 1932
|
465,5 v.o.: Bellevue, 23 november 1932
|
476,18: filosofia nova, arm.: Verwijzing naar Stendhal (Pensées, Filosofia nova, éd. Martineau, Parijs 1931, 2 delen). |
485,7 v.o.: Mijn moeder |
488,9 v.o.: blijkt. (Ook geen aanhalingsteken.) |
498, n.4 r.1/2: p.318-324 |
507,7 v.o.: de val van het ministerie, arm.: Op 14 december 1932 was het kabinet Edouard Herriot (juni-december 1932) gevallen, op 18 december trad het kabinet van de radicaal-socialist Joseph Paul-Boncour aan (dat op 28 januari 1933 al ten val kwam). |
522,2: Malraux |
528,13: Aan F. Hellens
|
Brieven IV
61, n.2: p.177-183 () een stuk tegen Forum, Ter Braak en DP |
65,3: nootcijfer 1 vervalt. |
83, n.3 en 6: maar in GN, zie br.1926 n.4 |
86,14: Amerikaansche vriendin, ann.: Claire Parker. |
139,2 v.0. t/m 140,5: deze regels (Ik denk wel... je EdP) komen te vervallen. Ze zijn afkomstig uit br.1606. |
154,5 v.o.: vraaggesprek met Marsman door Den Doolaard, zie n.3 bij br. 1585. |
154,5 v.o.: Is dat |
157, mi bij br.1610 r.3: Vw 5 = 6. |
182,12: het nootcijfer 6 vervalt. |
212,10/11: ann.: Zie br.4197 in Brieven IX, p. 125-128. |
212,4 v.o.: en tante de Sturler |
241, n.2: (Vw 2, p.621-634) |
248,15: Simone est |
253,3 v. o.: Emaux et Camées
|
254,6/7: arm.: Van der Bosch = E.van der Borch van Verwolde. |
267,8 v.o.: is het idee om |
283,7: afdeeling |
286,11.3: vervalt (Bittericon = Pikinkut). |
304, n.3: (Vw 2, p.653-665). |
307,11: 1796. Aan H. Marsman en J. Greshoff
|
328,18: Kol Nidrei, ann.: Aramees gebed, dat op de vooravond van Grote Verzoendag door de voorzanger in de synagoge wordt gezongen. E.du Perron-de Roos hoorde Kol Nidrei op 9 september 1933. De vluchtelingen waren, al naar gelang de Parijse synagoge die zij bezochten, Duitse of Poolse Joden. De zanger Al Jolson (1883-1950), wiens oorspronkelijke naam Joseph Rosenblatt of Asa Yoelson was, zong Kol Nidrei in een van de eerste geluidsfilms, The jazz Singer (1927). |
342,2: 1841 () 22 en 24 oktober 1933
|
359, n.1 r.5: (‘Hôtel Legrand’) |
442,19: onmiddellijk
|
473,1/2 v.o.: December-Forum
|
491, n.1: Olivier Patru, La vie de Monsieur d'Ablancourt, suivie du discours et des lettres de M. d'Ablancourt à Monsieur Patru. Préface par M. Valery Larbaud. Maestricht: A.A.M. Stols, 1934 |
494, 1: 2013. Aan V. Larbaud: Parijs, 22 maart 1934
|
494, na 11 (EdP.) toevoegen: Paris, ce 22 mars 34. |
533,17: 1689. Aan P.F.R. Shiell
|
537,1: 2013. Aan V. Larbaud: Parijs, 22 maart 1934
|
537, na 12 (EdP.) toevoegen: Parijs, 22 maart 34. |
Brieven V
10, n.1 bij 2065; 11, n.1 bij 2067; 12, n.1 bij 2069: Cl. Piccardy is de fotograaf van de reproductie. ‘Portrait de Stendhal en costume de consul' (1836) werd geschilderd door Silvestro Valeri (1814-1902). |
38,4 v.0.: en er |
65, n.1: In Blocnote kleinformaat, p.101-106; vgl. 4248 n.5 in Brieven IX, p. 185. |
65, n.2: de rubriek ‘Commentaren’ (ook 119, n.2) |
67,3: 2161 (643) |
68,1 v.o.: 2163 (644) |
83,7 v.o.: Place du Marshan |
86,9 v.o.: Parijs, 5 augustus 1934
|
90,1 v.o.: Hôtel |
103,15: o vriend en En [...] |
104, n.1 bij br.2229: Inmiddels aanwezig in het Letterkundig Museum. |
108, n.1 bij br.2236: Elisabeth de Roos, ‘Kroniek der Fransche letteren’, op p.325-336. |
114, n.2: koning Alexander I |
130,6: nieuwe inrichting, arm.: Piscine Molitor (zie br.2607). |
131,1: symptomen |
146,1/2: niet dat over Perzië, ann.: Niet gerealiseerd romanproject. Malraux verbleef in juni/juli 1929 in Ispahan en keerde er terug in 1931 en 1932. |
196, n.1: De Koninklijke Bibliotheek bezit een exemplaar van Het land van herkomst met het prospectus. De tekst werd afgedrukt in Tirade 29 (1985) 300 (september/december 1985), p.861-863 |
202, n.8: Balans verscheen in 1931. |
205,11: Alphonse Daudet |
217,12: Aan M. ter Braak: Parijs, 15 en 19 januari 1935
|
231,8: na-Varangot |
243,11 v.o.: Boekengemeenschap, ann.: De Nederlandse vereniging De Boekengemeenschap wilde boeken gaan uitgeven voor haar leden en voor de boekhandel. Het lag in de bedoeling om zonder winstbejag tegen een contributie van 6 gulden per jaar 5 goede romans van plm. 14 vel te leveren in een uitstekende uitvoering. |
261,5: België-poëzieboek: nootcijfer 1 toevoegen. |
261,8: nootcijfer 1 vervalt. |
297,2 v.o.: mijn onderbuurman, ann.: de fotograaf Roger Parry. |
308,15: ‘Goya’-kant |
325,13: Ducroo in 3 dln., arm.: Het met witte bladen doorschoten exemplaar van Het land van herkomst, waarin DP vele aantekeningen maakte. Een groot deel daarvan werd opgenomen in de 13de [= 141de] druk van de roman (Amsterdam 1989). |
329, n.2: E.du Perron, Schrijversprentenboek 13 (Den Haag 1969), p.8, afb.19 (vgl. br. 3240, Brieven VII p.47) |
332, n.1: en ‘Een getuigenis van een generatie’ in DGW 34 (1935) 4 (april), p.35-36 |
338,18: die fotograaf, ann.: Roger Parry. |
340, n.2: P.H. Ritter jr. besprak Het land van herkomst in de AVRO-rubriek ‘Boekenhalfuur’ op zondag 2 juni 1935 van 14 uur tot 14.30 (tekst in L.M.). |
347,3 v.o.: We zitten hier |
348, n.2: op 2 juni |
370, n.3: 2565 = 2606. |
371,1 v.o.: Nijhoff). Het is verder een genot, en van een griezelig soort, om een afle- |
374,2: fascisme |
374,12: overwinning, arm.: Bij gemeenteraadsverkiezingen op 12 mei 1935. |
378, n.3: Chiaromonte (1905-1972) |
387,16: wat je |
447, n.2: De eerste uitgave is van , 860. |
453, n.4: Vrijdag 1 november 1935 was Allerheiligen. |
Brieven VI
10,4/5: werkte DP aan het eerste deel van zijn novelle (), dat hij
|
17, n.1: Maar zie Brieven IX, vanaf p. 187, br. 4251. |
25,12 ook aan Rien |
60, n.2: Robert Aren (1898-1975), secretaris van de directeur van de uit geverij Nouvelle Revue Française, Gaston Gallimard. |
62, n.3: Johan de Meester (1860-1931) |
67, na 23, je EdP: P.S.-Ik doe morgen alles op de bus, vandaag is het Zondag. |
68,5: emigrant, arm.: A. Parfentieff. |
68, n.1 bij br. 2771: Pensionnat de l'Athénée Provincial du Centre te Morlanwelz-Mariemont, België. |
69,6 v.o.: voor schrijven |
75,16: dan u het zelf zou kunnen |
81, n.2: van 1933 |
109, n.2: en Homeros, De Ilias. Vert. door C. Vosmaer, Leiden 1880. |
127,1: Aan R.A.J. van Lier
|
139,12: Saint-Brieuc |
146, n.3: Gaston Vidal, Saint Just, Parijs, 1923 |
151, n.2: 2847 n 1 = n 2. |
192,2/3: rotkanes |
202,9 v.o.: dit boek, arm.: Nieuw Nederlandsch biographisch woordenboek.
|
215, n.1 r.3-5: vervallen. De portretten zijn die van Hardy, zie br.2974; de brief waarin DP vragen over Hardy stelde is niet teruggevonden. |
257, n.6: hotel Parkzicht. |
264, n.4: 7 (juli) = 35 (1937) 7 (juli) |
271, n.1 r.2/3: met een brief van oktober 1936 (3069) en een van 23 juni 1937 (3215) |
293, n.1: Werk van Creixams; zie br.1810 (Brieven IV), 1992 (Brieven IV) en 2320 (Brieven V). |
331,n.5: 3082 n3 = n2. |
333, n.4: Foto gepubliceerd in Actueel wereldnieuws en sport in beeld van 5 december 1936; overgenomen in E. du Perron, Schrijversprentenboek 13 (Den Haag 1969), p.42, afb.112. |
335, n.2: vervalt. |
336,20: dan dat we ieder |
337, n.5: ‘De grijze dashond’, eerste deel (29 gedichten); ook in GNingeleid door Vestdijk. |
364,n-3: Bespreking door H. Marsman van J. Greshoff, Gedichten, 1907-1936 in de NRC van 5 november 1936. |
387,20: mijn poëem |
387, n.4: G.L. Funke (1836-1885) |
408,2 v.o.: één sterretje |
409, n.3: Mr. A.J. van Kesteren, inspecteur van de Pandhuisdienst te Batavia. |
412, n.1 r.8: Op 3 mei 1940 keerde hij in Nederland terug. |
433, n.2: P.J.A. Idenburg (1896-1976), directeur van het Departement van Onderwijs en Eeredienst. |
437,21: hebben me |
443, n.1: E.F.E. Douwes Dekker (1879-1950) |
444, n.7 r.3: de verwijzing naar Vw 4 vervalt. |
445, 3 v.o.: klaviervirtuozen |
449, n.z: Onder het kopje ‘Tijdschriften’ in de rubriek Letteren en Kunst in de NRC van 24 april 1937 (av.). |
476, n.1: DP schreef deze brief (3207) achterop een drukproefpagina van Marsmans Nieuwe gedichten.
|
499,12: 3084 = 3085 |
Brieven VII
20,9 v.o.: Menno schreef me |
31, n.4: François Porché, Verlaine tel qu'il fut, Parijs 1933. |
54,3 bij elkaar opgeteld. |
54, n.1 r.4: Armijn Pané (1908-1970) |
62,6: ‘wereldwijs’ |
67, n.1: De Sumatraan Soetan Takdir Alisjahbana, de op Timor uit Sumatraanse ouders geboren Soetan Mohammed Sjah en de Batakker Armijn Pané. |
70,9: verkeerd van me zijn |
79, n.9: vervalt; zie de aanvulling bij 67 n.1. |
90, n.3: Het onvoltooid verleden, Kultuur-historische studies
|
109,3 v.o.: dat ik me |
116, n.1: 3268 = 3269 n 4. |
119, n.7: En van 16 november tot 3 december 1935 (zie br.2726-2760, Brieven VI). |
128,5: Morier, Hadj Babi
|
128,11: Hume, The Mystery of a Hansom Cab
|
134,n.9: 3135 n1 = n2. |
164, n.5: 3268 = 3269 n 4 |
186, n.6 r.4/5: Een eerdere herdruk verzorgde Stols voor de Nederlandsche Boekenclub, Den Haag 1941. |
188,8 v.o.: Anders slaat |
198,10: zweert bij |
200, n.11: Vw 3, p. 118 en 205 |
200, n.3: Ragnar is een personage inde roman Flucht in den Norden van Klaus Mann: ‘es gibt nichts mehr von ihm zu erzahlen, als dass er da stand, Jüngling mit dem ragenden Geschlecht, die schmalen Augen schimmernd, die feuchten dunklen Lippen halb offen wie aufeinem Vasenbilde’ (Querido Verlag, Amsterdam 1934, p.140). |
223, n.11 v.o.: wie betaalt |
224, n.2: Zie br.4289 in Brieven IX, p. 237-238. |
225, n.4: J. Greshoff, Gedichten, 4e verm. uitg.; Stols, Maastricht 1938. |
227, 1 v.o.: zijn zoowat |
236,12: Blocnote13 |
236,19: nootcijfer 13 vervalt, essay over autobiografie, ann.: Dat is niet gebeurd (vgl. 3313 n.9). |
255, n.8: Muller, Handleiding voor de archiefambtenaar.
|
264,7 v.o.: in de |
270, n.8 r.3/4: 12 februari en 29 januari 1938 ((Vw 6, p.228-233 en 221-224). |
282, n.4 r.2/3 v.o.: dl.99 |
307,5: moet 't bij |
311,12: nootcijfer 1 vervalt. |
311, n.1: landsarchivaris van 1922 tot 1937 |
314,1: bij-versnaperingen |
321, n.1: jrg. 6 (1938) nr.2, p.14. |
331, n.1: H. Marsman, ‘Menno ter Braak’, in GN 36 (1938) 7 (juli), p.55-97. |
346,1 v.o.: den lande |
348, n.2 r.2: 13 november 1935 (av.) en 5 juni 1936 (av.) |
348, n.2 r.3: 152-156, 172-177 en 180-183 |
350, n.1: Een grottencomplex waar een rivier met donderend geraas doorheenstroomt, in de omgeving van Sitoe Goenoeng. |
374, n.7 r.4: (Vw 6, p.275-280) |
377, n.1 r.3: G.G. van der Kop (1892-1941) |
388, n.1: Van Stein Callenfels heeft model gestaan voor de geleerde in Het land van herkomst die ‘toean boetò’ wordt genoemd (p.305-306; Vw 3, p.340-341). Zie ook br.2525 (Brieven V, 330). |
402,4/5 v.o.: Kraspoekol
|
408, n.6 r.4: 201-261 |
414,7 v.o.: Als ik u op uw vragen |
415,6: ideeën |
417,6 v.o.: leering |
418,6: het eerste is nuttiger |
418,9 v.o.: Mr. Cornelis, zondag.
|
419,13: reële |
424,9 v.o.: wat doe diè |
434,6: nootcijfer 1 hoort bij variatie (r.5). |
434, boven de noten noot 1 en 2 toevoegen: Dubbel onderstreept. |
437,6: dubbele reactie, ann.: J. Greshoffbesprak in een bijdrage in de rubriek Memorandum onder de titel ‘Letterkundig leven in Nederland’ Het vide zegel van Vestdijk en De man van Lebak van DP in Kroniek van kunst en kultuur 3 (1937-1938) 3 (januari 1938), p.85-86. |
452, n.10: Zie br.3055 n.1 (Brieven VI, 289). |
453,15 v.o.: Sibylle
|
457, n.5: 1934 = 1939. |
461,10: V.C.-club |
463,2 v.o.: ik moet er u helaas |
464,1: van mijn vrouw ook, en |
470, n.1: Zie over het verhaal Jeannine's luciditeit’ van Van Moerkerken br.3964 n.3 (Brieven VIII, 448) |
475,3 v.o.: verschrikkelijk |
477,5: Indonesische |
477,13: nú tenminste |
477,11 v.o.:spraakgebruikig |
478, n.3: ‘Het smalle ravijn’ |
480, n.5: Stols 1938 |
492, n.6: Zie 3519 n 4 en 5 (3464 vervalt). |
494 n.1: Vw 3, p.687-688. |
497,14: (évanouissement) |
498,17: t.o.v. iemand als u, |
498,10 v.o.: Noesantara |
498,5 v.o.: ‘brilliant |
498,4 v.o.: ‘eerlijke vechter’ |
498,2 v.o.: mijne |
499, n.3: Budihardjo Mangoenkoesoemo (1886-1938) of Samsoel Maarif Mangoenkoesoemo (1897-1938). |
501, n.5: ‘Een werkelijke functie had ik in Brussel niet. Ik was niet verbonden aan Het Hollandsche Weekblad, zoals Adriaan van der Veen was geweest, of Greshoffs “secretaris”, waarvoor enkele anderen zijn doorgegaan. Ik was iemand die bij hem zijn leerschool vond, als het ware op het atelier. Hij liet mij stukjes schrijven die hij zelf, al of niet, geschreven zou hebben als kunstcorrespondent van Het Vaderland en de Nieuwe Rotterdamsche Courant, over tentoonstellingen, een toneelstuk, een boek, een literaire bijeenkomst.’ Pierre H. Dubois: Memoranda. Hermetisch en besterd. Literair leven in jaren van onrust, Den Haag 1987, p.85-86. |
502, n.3: Zie 3519 n 4 en 5 (de rest vervalt). |
508, n.2 r.2: (enigszins gewijzigd in Vw 7, p.447-453) |
512, n.1 bij br.3558: Zie de aanvulling bij p.499, n.3. |
513,8: zéker |
513,17: wat hierin ‘oostersche ziel’ is |
513,20: Dit wil niet zeggen |
514, n.2: de rubriek ‘Kritische aantekeningen’ |
523,11: 3565. Briefkaart aan
|
523,8 v.o.: bij je aan in Buitenzorg |
529, n.7 r.4: 1938 = 1939 |
533,1 v.o.: het nootcijfer 3 vervalt. |
536,15 v.o.: Wees maar blij |
536,13 v.o.: den volgenden dag |
536,2 v.o.:logeeren |
536, n.2: 3766 = 3767 n 1. |
537,12: dat onder je landgenooten |
537,22: een fraaie algemeene |
Brieven VIII
29, n.4 r.4: Wél nog, ook door Hugo Samkalden, in Djåwå, juni 1939. |
59,18: Le Mariage |
76 n.1 = n.2 en n.2 = n.1. |
100, n.1: Kartono Mangoenkoesoemo (1907-1939) |
115,5: al eens gepubliceerd |
122,7/8 v.o.: nootcijfer 5 vervalt; Heb je die 3 stukken van mij over oude stenen nog geplaatst?: niet cursief. |
122, n.5: vervalt. |
144, n.1: en 3653 n 3. |
150, n.1 r.3: Soenilo = Soesilo |
150, n.3: Soejitno = Soeroto |
179, n.3: Zie ook 3664 n.3 |
188,5: liever toch |
193, n.7 r.3: Actueel wereldnieuws
|
207, 6: 2 + de helft |
278, n.3: De eerste foto in S. Vestdijk, Gestalten tegenover mij, Den Haag 1961, p.151 (rechts). |
337, n.1: Maria Dorothea (Mies) Schieveen Borgman-Roland Holst (1865-1929), een tante van A. Roland Holst, en haar man Piet Jacob Schieveen Borgman (1868-1924). |
339, n.5: Guurtje Meijer (1908-1989), kindermeisje bij de familie DP in Bergen. |
357, n.6 r.3: die op jeugdige leeftijd met zijn ouders uit de Oekraine naar Parijs was gekomen en later tot Fransman werd genaturaliseerd. |
395,10: Artinah |
395, n. 10: Artinah Samsoedin (1913-1985). |
467, n.3: ‘Brastagi’, in Huize Johan de Witt, Kneuterdijk 6. |
535, n.3: Haagsch maandblad 14 (1937) |
556, 2 v.o.: gelachen |
591,18: ‘e’'s |
595,13 v.o.: Bergen, 8 mei 1940
|
|
|