4326 (3203a). Aan S. Koperberg: Tjitjoeroeg, 2 juni 1937
Tjitjoeroeg, 2 Juni '37.
Geachte Heer Koperberg,
Dank voor uw vriendelijk schrijven. Ja, om iets behoorlijks over Bali te schrijven - vooral na al wat er nu reeds over geschreven werd! - zou men er heel wat langer moeten verblijven dan een week. Ik heb wel enkele indrukken opgedaan, maar meer dan terreinverkenning mag dit toch niet heeten.
Ik hoop later zeker nog eens van uw aanbod gebruik te maken en dan ook Djokdja wat beter te leeren kennen. Maar allerlei problemen van praktischen aard houden mij nu vast en op. Er bestaat zekere kans dat ik te Batavia werk vind937; in dat geval kom ik wschl. niet zoo gauw weer los voor reizen en dgl.
Zoo niet, zou er kans zijn mij voor het Bali-congres938 te laten uitsturen - en onder welke condities? Ik vraag het u maar terloops; ziet u er geen heil in of geen mogelijkheid, bespaar u de moeite mij te antwoorden.
Een ex. Land v. Herkomst laat ik u zenden. Echter niet ‘voor rekening939; gewoon ‘v.d.s.’, zooals men dat in wetenschappelijke milieus op gedrukte schrifturen pleegt te zetten.
Als u tegen half Juni hierlangs komt, hoop ik u te zien. Waarschuwt u mij wèl even vooruit, anders ben ik misschien net weg op den dag dat u hier komt. Wilt u mijn hartelijke groeten doen aan
- Gaarne uw dw.
EduP.
P.S. Wat moet ik nu met het Bali-nr. van Djåwå doen? Hebt u nog een ex. ‘hors série’ gevonden? Stuurt u mij dat dan - of zal ik dit nu maar houden? Ik heb op uw verzoek, ondanks het kofferleven, erg goed op dit ex. gepast.