[p. 357]

Bijlage 21

E. du Perron-de Roos aan M. ter Braak, Le Roselier-en-Plérin, 25 oktober 1933, bij 1843 (473), Bw TB-DP 2, p. 196-197. Ter Braak reageerde op deze regels in zijn brief van 30 oktober 1933 (Bw TB-DP 2, p. 207).

L.M.

Afschuwelijk dat die heer ook E.d.R. heet877. Ikzelf zal ons pas werkelijk beklagen als wij onze broodschrijverij zouden moeten onderteekenen, zelfs maar met initialen. Maar helaas, onze (mijn) reputatie is dus nu al niet eerbaar meer? Voor het echter aan deze laatste catastrofe toe is, zal ik nog een beroep probeeren te doen op het Willem Kloosfonds.

Ik zou dolgraag in je aanteekenboekje over de kalenderij willen gluren. Je formule voor Céline geeft me er smaak in. Onze vriend Guilloux hier spreekt al met vlijt en behagen over de notarissen; hij voelde zich met dat woord direct zoo thuis alsof hij alle gesprekken in de Feuilleraie had bijgewoond. Het wordt steeds waarschijnlijker dat wij omstreeks Kerstmis in Holland komen (ik in ieder geval); zien we jullie dan in R'dam? Dag aan beiden.

B.

877E. de R., ‘Paris, Paris, paradis des femmes!’ in De nieuwe pers, onafhankelijk weekblad, Amsterdam, 1(1933-1934) 3(20 oktober 1933), p. 12. E. de R. droeg zeven artikelen bij die alle over Parijs gingen; op 5 januari 1934 hield De nieuwe pers op te verschijnen. Zie ook Bw TB-DP 2, p. 196, 205 en 209.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie