4301 (3787a). Aan F.I. Herbet: Ukkel, 7 of 8 oktober 1939

Ukkel, oktober 1939

Mijnheer de directeur,

Ik ben op het ogenblik in Brussel en logeer bij mijn neef, de heer Jean de S., die mij heeft ingelicht omtrent de vorderingen van mijn zoon Gille, intern leerling van het Athénée du Centre.

Tot mijn spijt heb ik vernomen, dat Gille dit jaar niet kon overgaan naar de zevende klas wegens onvoldoende resultaten. Aangezien de jongen ons echter vandaag nog uitdrukkelijk heeft verzekerd, dat hij desondanks in de ‘zesde’ zit, zonder precies te kunnen aanduiden of het een klas voor beginners of gevorderden betreft, zou ik u zeer erkentelijk zijn als u mij duidelijk wilt meedelen in welke klas Gille nu eigenlijk zit, welke plaats die klas inneemt in de totale cursusduur en welke vooruitzichten er aldus voor mijn zoon bestaan, mede in verband met de studieprogramma's.

Wat betreft de rapporten verzoek ik u mij mee te delen of het mogelijk zou zijn die regelmatig, bijvoorbeeld eens per maand, op te sturen naar de heer De St., zoals dit waarschijnlijk gebruikelijk is bij kostleerlingen, die niet naar huis gaan in de loop van het trimester? Tevens zou ik graag in tweevoud de officiële lijst van verlofperioden tijdens het schooljaar willen ontvangen. Uitzonderingen

[p. 299]
daargelaten - het is aan de heer de St. dat uit te maken - is het de jongen uitsluitend in de vakanties en op officiële vrije dagen toegestaan bij zijn moeder thuis in Brussel te komen. Ik kan echter nu al wel zeggen, dat hij omstreeks Sint-Nicolaas een weekeinde in Brussel mag doorbrengen.

Tenslotte bevestig ik graag de machtiging, u tijdens mijn afwezigheid verleend door mijn ex-echtgenote mevrouw S. Sechez, moeder van het kind en optredend als toeziend voogdes, en door mijn neef, de heer de St., in verband met het begin van het nieuwe schooljaar in september.

Voor het geval dat de internationale toestand de ontruiming van het Atheneum noodzakelijk maakt en de kostleerlingen naar huis moeten worden gestuurd, deel ik u graag nu al mee, dat ik wil dat Gille naar de woning van de moeder van mijn ex-echtgenote voornoemd wordt gebracht, mevrouw Legai-Liber, rue Estelle Chaudron 26 te Montignies-le-Tilleul (Henegouwen), waar mijn exechtgenote zich bij hem zal voegen; voor het geval dat die oplossing onuitvoerbaar blijkt te zijn, zou het beste zijn de jongen te sturen naar het adres van zijn moeder voornoemd, Notelaarstraat 127, Brussel.

U hebt de heer de St. erop gewezen, dat het herinschrijvingsformulier voor het internaat nog niet is ingevuld. Wilt u zo vriendelijk zijn mij dat papier te zenden, dan zal ik het u zo spoedig mogelijk ingevuld en wel terugbezorgen.

In afwachting van uw antwoord dat ik u verzoek naar bovengenoemd adres, p/a de heer de St., te sturen, verblijf ik met gevoelens van hoogachting jegens u, mijnheer de Directeur,

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie