4297 (3715a). Aan Soeroto: Bandoeng, 15 mei 1939753
En dan is er mijn post in Holland - in den strijd dààr - waar ik weer nodig word. Was ik gezond hier en was het in Europa rustig, dan bleef ik graag nog eenjaar of wat... en ziet u, al is dit land ook van de Indonesiërs en al voel ik het zelf zo, ik werd hier toch geboren, en alleen in de omgeving van Mr. Cornelis voel ik me werkelijk, voel ik me met een duidelijke herkenning van binnen, ‘thuis’.
titelpagina: ‘Klacht der Du-Perronnisten’
Verwezen naar dit triest en kaal Perron,
zingen er drie bedroefd hun eigen wijzen...
Ei, ziet der dichtren hairen zorglijk grijzen:
Hoe zal hun ziel na 't sterven lichtwaarts rijzen?
Als dàt op d'eigen wieken wezen kon!
753Fragment ontleend aan Soeroto, ‘Over Du Perron’ in K&O 3 (1939-1940) 17 (oktober 1939), p. 261. Soeroto over dit fragment: ‘Waarom is hij toch naar Europa vertrokken? Het antwoord dat hij in zijn ‘Brief aan een Indonesiër’ gegeven heeft heb ik hierboven al aangehaald. Het is hetzelfde wat hij mij drie maanden tevoren schreef, toen ik hem vroeg waarom hij zo'n haast had om naar Europa te gaan, en wàt hij toch tegen dit schone land kon hebben.’