4206 (1872a). Prentbriefkaart415 aan J.A. Antonini: Le Roselier-en-Plérin, 21 november 1933
Le Roselier, 21 Nov.
Beste Gino,
Bep is even naar Parijs gegaan, maar had het zoo razend druk met haar journalistieke besognes dat ze absoluut geen tijd heeft kunnen vinden om jullie op te zoeken. Maar wij zullen elkaar nu wel gauw terugzien; zij heeft nl. nog in alle haast een kamer gehuurd, die opeens erg meeviel. Vanaf 1 Dec. is ons adres: chez Mme Nossovitch (beteekent dit niet: Neuszoon?),416 19 rue de l'Yvette, Paris 16e. Veel hartelijks, ook onder de vrouwen, van je
E.
415Foto van het park bij l'Hostellerie du Manoir, Le Roselier-en-Plérin, Saint-Brieuc.
416Mevrouw Nossovitch, vrouw van een gevluchte Russische senator, oud procureur-generaal van het hooggerechtshof, die kamers verhuurde. ‘Nos’ betekent inderdaad neus in het Russisch, het achtervoegsel wijst op witrussische of Poolse afkomst. DP schreef over haar dochter Sofka (Sophie) in ‘Blocnote klein formaat’ in GN 34 (1936) 7 (juli), p. 69 en p. 70-73, en 11 (november), p. 506-508 (In deze grootse tijd, 's-Gravenhage 1946, p. 68-69, 70-72 en 113-116 (Vw 5, p. 127-128, 129-132 en 189-192)). Zie ook Sophie Nossovitch, ‘Portret van mijn grootmoeder’, vertaald en ingeleid door Elisabeth de Roos, in Libertinage 2 (1949) 6 (november-december), p. 401-416.