4145 (831a). Aan G. Burssens: Gistoux, 25 april 1931
Gistoux, Zaterdagmiddag.
Beste Burssens,
Nauweliks in Gistoux, schrijf ik je met een pen die ik hier gevonden heb, ofschoon ik vrees dat je dit briefje toch Maandag of Dinsdag eerst krijgen zult, want morgen is het Zondag en de post hier is weinig aktief. - Het speet mij gisteravond werkelik erg toen ik je briefje kreeg; het begint erop te lijken alsof we elkaar niet meer terug mogen zien! Maar de dag van vertrek was sedert lang vastgesteld: ik ben vanmorgen om 10 u. met mijn moeder en een dokter in de auto uit Brussel gegaan, ontzettend langzaam rijdende zodat we 2 uur hebben gedaan over een afstand van gewoonlik 3 kwartier. Enfin, ze is behouden aangekomen en verwacht nu alles van de
Het 2e deel Krities proza heb ik ontvangen.118 Waarom staan die stukken over ons en zo (nagelaten papieren, in VI. Arbeid afgedrukt) er niet in?119 Wat gebeurt er nu met het verhalend proza? Ik zou daarvan de proeven ook graag mee nakijken. Maar heeft DeBock120 serieus toezegging gedaan?
Alles moet liefst chronologies, maar met in het ene deel De Bende van de Stronk121 en in het andere De Trust122 als eerste verhaal. Vind-je niet? De verdeling laat ik geheel aan jou over; alleen verdient het aanbeveling om het onuitgegevene zoveel mogelik in de 2e bundel te houden, omdat De B. anders plotseling ‘genoodzaakt’ zou kunnen zijn om de uitgave toch maar te staken, etc.
Ik hoop bij terugkomst een briefje van je te vinden en druk je nogmaals mijn spijt - en zelfs mijn ergernis uit - over het feit dat wij elkaar alweer moesten mislopen. Heb je het telegram123 op tijd ontvangen? Mijn vrouw heeft het om half 11 verzonden (altans mij beloofd dat te doen).
Met hartelike groeten, steeds je
EdP.