[p. 33]

4134 (361a). Aan M. Nijhoff: Gistoux, 14 december 1929

Gistoux, Zaterdag.

Beste Nijhoff,54

Om tijd te winnen zend ik je vandaag een ex. van mijn twee boekjes dat ik eens voor mijn telg55 opzij legde en datje voorlopig maar voor lief moet nemen. Over een tijdje verschijnt n.l. bij Sander een herziene 2e druk van Bij Gebrek aan Ernst, in grootere letter (deze letter is mij eigenlijk wat te miezerig); je krijgt dan een behoorlijk exemplaar, voorzien van een weidscher dedicacie.

Voor een event. 2e druk van Poging tot Afstand zou je mij eenige kostbare aanwijzingen kunnen geven - als je het ‘schoolmeesteren’ werkelijk zoo prettig vindt - n.l. door den bundel met eenigen aandacht door te gaan en mij diè ‘gedichten’ aan te wijzen, die jou geschikt lijken, niet om nogmaals afzonderlijk te worden gedrukt, maar om in een grooteren bundel opgenomen te worden, dien ik Microchaos noemen wou. Ik dacht: alles wat maat en (of) rijm heeft, d.w.z. sommige van de strophen uit Kwartier per Dag, gevolgd door een keuze uit Filter en dan de geheele Windstilte, waarvoor ik blijf voelen en dat ik persoonlijk verreweg het beste uit den tegenw. bundel vind. - Dus àl de langere dingen, die meer op proza lijken laten vervallen; en ook het heele Boozige Boekje. Wat ik wèl behoud wilde ik dan gewoon aanvullen met latere gedichten: de sonnetten, het Gebed b/d Harde Dood, enz. Zet je dus niet op het standpunt: ‘afgeronde bundels in min of meer één toon (of karakter)’, à la Verwey, maar denk aan dien titel, die verre van slecht zou zijn: Microchaos...

Ik schrijf je in haast en ga er hier dus met hartelijke groeten van door. Schrijf me naar Ascona, als je niet naar Parijs gaat. Steeds gaarne je

EdP.

[p. 34]

Ik heb kruisjes gezet bij de stukjes die ik dacht te houden (ook bij de kwatrijnen van Filter) en eenige correcties onderaan de blz. aangegeven.

P.S. - Je artikel over P.v.O.56 heb ik thuiskomend hier verslonden. Het is qua toon misschien wel het beste dat ooit over hem geschreven werd; hij zou het niet met je eens zijn geweest, als hij het had kunnen lezen, maar het zou hem oprecht goed hebben gedaan. - Ik blijf er toch voor voelen om eens in een plaquette apart de beste gedichten uit het Eerste Boek van Schmoll uit te geven, met Barbaarse Dans voorop. Misschien wil je mij daar, als het zoover komt, ook nog wel eens bij helpen?

54Martinus Nijhoff (1894-1953), dichter en redacteur van De gids. DP had voor zijn eerste ontmoeting met Nijhoff (begin december 1929) al polemisch over hem geschreven. DP waardeerde zijn werk tot op zekere hoogte, erkende zijn charme in de omgang, maar verwierp zijn officiële literatendom. In 1035 (Brieven III, p. 238-240) beschreef DP zijn befaamde gevecht met Nijhoff voor Américain in Amsterdam op 20 december 1931. Enige teruggevonden brief.
55In het exemplaar van Bij gebrek aan ernst (1928), p. 160, streepte DP onder het colofon zijn woorden ‘Voor Gille.’ door en schreef eronder: ‘Voor M. Nijhoff als gevolg van een persoonlijke kennismaking. EduP.’
56M. Nijhoff, ‘Moderne dichters, Paul van Ostaijen’ in: De gids 93 (1929) 12 (december), P. 335-363.
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie