2181. Aan A.A.M. Stols: Parijs, 30 juli 1934

Parijs, 30 juli.

Beste Sander;

Zou je me nog 1 geb. ex. van Een Voorbereiding willen sturen? Liefst

[p. 83]

omgaand, want over een paar dagen gaan we wschl. al op reis.

Ik stik in de proeven, die van alle kanten over me losbarsten. Hoe gaat het jou, hoe de Gulden Roos?157 Laat eens wat hooren, al is het op een briefkaart.

Ik heb van hier weinig te vertellen. Werk, werk, werk, en warm, warm, warm (dit laatste wat minder sedert een paar dagen, maar toch nog erg genoeg). We hebben allebei de vacantie goed noodig: en het akelige vooruitzicht dat het misschien wel onze laatste is! Maar als Slauerhoff zijn zin krijgt, gaan we misschien ook in Tanger wonen. Het lijkt mij van hieruit gezien zeer onwaarschijnlijk, maar je kan nooit weten. Is het ook niet iets voor jou?*

Bij voorbaat dank voor het boek en hartelijke groeten van je

E.

 

Jan Gr. trekt vanavond hier voorbij, op weg naar Sestri. Jany is alweer in Holland terug. C'est le flux et le reflux hollandoys... nog sterk, ondanks alle misère.

157Zie 2124, 2142 en 2149.
*Waarom zouden we, met het oog op de komende Europeesche verrukkingen, niet maar meteen daarheen ‘koloniseeren’? Slau als dokter, jij als maître-imprimeur, ik....?
vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie