Menno ter Braak
aan
E. du Perron

Den Haag, 19 maart 1934

den Haag, 19 Maart '34

Beste Eddy

Het panopticum lijkt mij in den nieuwen vorm heel goed, en vooral meneer Gielgud is zeer geslaagd als klap op de vuurpijl. Het stukje is nu weer naar Vic; zien wat hij repliceert. De suppositie van Bep is misschien niet onjuist. Dat de keuze van Vic een mislukking is, staat nu al lang en breed bij me vast (maar dit onder ons houden!). Hij leest de copie, dat is alles, is verder onbereikbaar en heeft het altijd onmogelijk druk (waarom hij wel en ik niet, of tenminste niet zoo, dat er geen druppel tijd overschiet, ontgaat me). Last hebben we niet van hem, want in de enkele gevallen, dat hij tegen was, waren wij of ook tegen of met 2 voor tegen hem alleen. Vestdijk daarentegen is uitstekend voor de zaak; hij is trouwens heelemaal een levend wezen, wat t.o.v. Vic wel aan twijfel onderhevig is. Gelukkig, dat ik van Vic als redacteur niet veel had voorgesteld; als representant is hij best, en misschien heeft zijn soliede naam eenige abonné's gelokt, wie weet. Maar hij wordt met den dag meer een ‘letterkundige’, d.w.z. een idioot met het masker van een artiest. Hoe lang het nog duren zal, eer hij al zijn intelligentie kwijt is, kan alleen moeilijk van te voren worden berekend.

Méral is verbluffend! Moet hij je nu nog geld aftappen? Dit soort menschen begrijp ik alleen van buiten; hoe kunnen zij met zooveel snuggerheid zoo plat - vies zijn. Nieuw argument tegen de intelligentie als zelfstandige waarde. - Het geval van Malraux hindert mij ook. Juist hem had ik voor zulke typische filmreisjes te goed geacht. Maar misschien gaat het op of een of andere manier ongeveer zoo langs hem heen als langs mij de stukken, die ik aan ‘Cor’ en zijn belangen of onbelangen moet wijden.

Over Rassen zou ik maar niet meer schrijven. Ik heb eergisteren de trad. première al in Rotterdam gezien. Een stuk van verbeten phraseologie, maar hier en daar, zelfs onder regie van ‘Cor’, werkelijk toch nog griezelig van historiciteit. Jullie kunt natuurlijk wel in een brief over andere dingen een paar passages over de reactie van Parijs daarop inlasschen. Dat slikt den Haag weer als extra peper bij het artistiek avondmaal.

Fischer is vernietigd. Jammer. - Stuur me in ieder geval ook het in Activités gedrukte stuk over Liepmann toe!

Hein had een critiek van je op een novelle van zijn hand. Die critiek was met ‘beleid’ opgesteld. Kun je me niet eens schrijven, wat het nu precies was? Ik verwacht iedere dag ook een product van hem te zullen moeten beoordeelen. Vervelend, bij zulke geschikte menschen, die literaire ‘drang’!

De heer C.F. Meyer wordt behandeld bij Wildenbruch en Godfried Keller, Ausklang des Realismus heet het hoofdstuk. Hij heeft een dik, lachend hoofd en schrijft geschiedkundige novellen, volgens mijn vakbijbel.

hart. gr. voor jullie beiden, ook van Ant,

je

Menno

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie