E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, 12 december 1933
Parijs, Dinsdag.
Beste Menno,
Ik kreeg gister geen telegram en neem dus aan dat de zaak in orde is. Anders heb ik hier weer een vervelend ding aan. Ik veronderstel dat ‘Hein’ dat zonder moeite begrijpt. Vanmorgen schreef Bep dus een andere brief voor de Loc. Pers! J.v.N. is nu met J. Gr. red. van G.N.
Wat die verhalen betreft, laat ons zoo afspreken: als het te lang wordt voor Jan, dan overliggen tot Febr. Maar plaats dan in Jan. eindelijk het stuk over de Liaisons. Of als dat ook te lang is (waarom zou het?) dan dat over Hamlet. Ik heb graag de verhalen meteen ‘gaaf’ in Forum
Het stukje in de krant (uit Maurice's pen?) was ‘zeer vroolijk’. Maar je verdoet toch een beetje je tijd met al dat tuig, en je hèbt het al zoo druk!
Bouws is heerlijk zichzelf. Bep en ik smachten naar de correspondentie over deze tijdnoods-correctie. Als Ant het secretariaat op zich neemt, gaat het 2 × zoo goed, let eens op; en de brave man kan dan zien dat niet hij alleen in de vereenigde Nederlanden zooiets kan.
Geef den Keizer wat des Keizers en den Douanier wat des Douaniers is. Ik denk er niet aan daarop terug te komen! Wij hebben aan het pak voor 100 × zooveel ‘deugd’ beleefd.
Je weet nu wanneer we komen. De rest dus mondeling.
Hart. gegroet door steeds je
E.
Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag