E. du Perron
aan
Menno ter Braak

Bellevue, [25 oktober 1932]

Bellevue, Dinsdag.

Beste Menno,

Gisteren zond ik je mijn stuk over Donker, waarover graag bericht! Of kom je dat maar brengen? Ik kreeg ook de N.R.Ct.; je hebt je, in de gegeven omstandigheden, zeer handig gedragen, maar helaas, Ludwig ook... Mondeling meer hierover.

Ingesloten het begin van dat stuk dat ik in Spa schreef, je weet wel, en dat mij niet meer interesseert, tot panopticum-praatje omgesmeed. Goed voor December, inplaats van Colmjon-Verbraeck. - Ik heb ook nog een ander stukje over de roman in Holland, waar misschien ook een panoptikumpje van te maken is (voor Januari), maar dat wou ik eerst met je bespreken.

Tot ziens! Hartelijke groeten in afwachting daarvan, je

Ed.

Neem niet te veel lucifers mee, want je kunt er het grootste geduvel mee krijgen, hoor ik.

P.S. Ik had nu graag: in December het stuk over Donker en dit panopticum; - in Januari het stuk over de revolutie (compleet = ± 20 blzn!) en misschien een ander panopticum; - in Februari de 3 sonnetten (eindelijk!) en misschien iets anders. Vind je dat goed?

P.P.S. In Februari-Maart moet Emily Dickinson toch afgedraaid worden, vind ik; als wij zelf tegen dien tijd weer groote stukken leggen, moeten wij die dan maar slijten aan Gids of Groot Nederland.

Zie ook de geactualiseerde versie van het notenapparaat van de brieven-editie Van Galen Last (1962).

 

Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag

vorige | volgende in deze correspondentie
vorige | volgende in alle correspondentie