hitler kontra einstein
door b. mannoury

einstein...

 

er zijn perioden in de wereldgeschiedenis, waarin de levensvoorwaarden der mensen en daardoor de maatschappijvormen en de machtsverhoudingen slechts geringe wijzigingen ondergaan, en andere perioden, waarin deze sociale en politieke faktoren belangrijke en blijvende verschuivingen vertonen, voorbeelden van zulke ‘stabiele’ tijden zijn de vroege middeleeuwen van west-europa en de latere middeleeuwen van oostelik azië, - voorbeelden van algehele verandering in de grondslagen der samenleving zijn de z.g. klassiek-griekse tijd (opkomst van handel en interlokaal verkeer), het ‘renaissance’-tijdvak (wereldmarkten en kolonievorming) en de franse revolutie (invoering van de mechaniese warenbewerking), en dan natuurlik onze eigen tijd, waarin de overgang naar de gemeenschappelike voorziening in de levensbehoeften (socialistiese produksievorm) zich voltrekt. over datums en indeling kan ten deze verschil van mening bestaan, de tegenstelling zelf zal wel door geen historikus of socioloog worden overzien.

veel minder eenvoudig en gemakkelik waarneembaar echter is de onderscheiding van ‘stabiele’ en ‘labiele’ tijdperken in het geestesleven (kunst, wetenschap, ethiek en filosofie), die weliswaar tot op zekere hoogte met de maatschappelike golfbeweging parallel gaan maar daarom nog niet van ogenblik tot ogenblik met deze vergelijkbaar zijn: het histories materialisme is niet in een lijstje van jaartallen uit te drukken!

wat vooral de vergelijking van die tweeërlei ontwikkelingsgang bemoeilijkt, is dat de uitwendige verschijnselen meestal door een langdurige vóórontwikkeling worden voorafgegaan, waarvan naar buiten weinig blijkt: descartes, leibniz en hume moeten ongetwijfeld tot de vóórlopers der negentiende en twintigste eeuw gerekend worden, en toch hebben zij geen van allen de val van de bastille beleefd, en het állermoeilikst wordt het vraagstuk van de wisselwerking van maatschappelike en kulturele stromingen wel voor de eigen levenstijd van de onderzoeker: wie dwars door de wervelstorm moet heenzeilen, kan maar heel bezwaarlik ‘bestek’ maken en zijn navigatiekaart bestuderen! en wat dan de personen betreft, die aan maatschappij of wetenschap leiding geven,

[p. 184]

die moeten op een afstand gezien worden, om vergelijking mogelik te maken: ook geestelik gezichtsbedrog komt maar al te vaak voor. en daarom wil ik de vraag, of hitler een naam is, die langer dan luttele ogenblikken op het witte doek der historie zal verschijnen, hier terzijde laten, en mezelf dwingen, die naam in één adem te noemen met die van albert einstein, al gaat 't me slecht af, want dat die naam een nieuw tijdperk en een wetenschappelike ‘umwertung aller werte’ inhoudt, is reeds onomstotelik gebleken: de einsteinse mechanika, de einsteinse natuurkunde en de einsteinse astronomie hebben opvattingen, die tientallen van eeuwen onwankelbaar schenen, tot in hun grondvesten ontwricht en nieuwe perspektieven geopend, die nog dageliks tot de meest vèrstrekkende verruimingen van ons inzicht voeren. duizenden en nog eens duizenden natuuronderzoekers, wiskundigen en astronomen hebben de laatste kwarteeuw einsteins denkbeelden bestudeerd en er op voortgebouwd, en gehele bibliotheken zouden te vullen zijn met wat over dat alles is gezegd en geschreven. meer nog: ook buiten de kringen der vakgeleerden doen zich de invloeden der nieuwere opvattingen (waaraan behalve einsteins naam ook vooral die van de hollander lorentz en de hongaar minkowski verbonden zijn) gelden: de grondbegrippen onzer natuurbeschouwing: ruimte, tijd, kracht en materie zijn door die opvattingen zó grondig gewijzigd, dat er wel nauweliks een gebied van geesteswerkzaamheid denkbaar is, dat de weerslag van die wijziging niet zou ondergaan.

***

 

en hitler?

 

iedere beweging, hetzij stoffelik, hetzij maatschappelik, hetzij geestelik, wekt weerstand en wrijving, die haar belemmert en tegenwerkt, en zo is 't ook met de maatschappelike ontwikkeling van onze tijd: terwijl de socialistiese produksievorm in een belangrijk deel der wereld vaste voet begint te krijgen, verscherpt zich in het overblijvende deel de reactie tegen die ontwikkeling, en neemt daarbij steeds ruwere en rauwere vormen aan. het dunne vernis van beschaving en menselikheid, dat aan de kapitalistiese samenleving tot nu toe soms een schoonschijnend aanzien van ‘orde’, ‘rechtzekerheid’ en ‘kultuur’ verleende, wordt afgeschampt en de harde onderlaag treedt aan het daglicht. op die onderlaag nu heeft adolf hitler zijn naam geschreven menend daardoor de loop der historie te kunnen tegenhouden en zich een steunpunt te verschaffen, dat niet wankelt en breekt.

 

ijdele waan! waar de ploegschaar niet vermag door te dringen, zullen houweel en breekijzer het werk moeten doen, en het gruis en de stenen zullen door de stroom van gedachte, wil en daad worden meegevoerd, tot geen spoor meer over is van de grondslagen der oude vesting, waarbinnen een ondergaande klasse een laatste toevlucht heeft gezocht...

 

hitler kontra einstein!

 

wee u, verwatene, uw uur zal slaan.