[p. 105]

Albert Kuyle.

Uw enquete d.d. 2 November l.l.

Vragen a, b en c kan ik niet beantwoorden. Althans niet met een eenigszins waardevol antwoord. Ik las slechts een enkele maal nieuwere Russische litteratuur, en was dan nog altijd bevreesd dat bij vertaling het waasje van de druiven af was geraakt.

Rest vraag d.

Ik zag veer veel Sovjet-films. Zoowel uit de oudere als uit de nieuwe productie. Ik koester bijna altijd voor de vorm, en dikwijls voor de inhoud de grootst mogelijke bewondering. Ik geloof dat voor het bereikte, een volstrekt geloof en een volstrekte overtuiging in communistische zin zijn noodig geweest, welke vorm kregen in de handen van schier volmaakte technici. Zelfs uit de productie van de laatste tien jaren in Europa en Amerika vallen geen films te zoeken welke niet verbleeken naast de, thans reeds klassieke scheppingen der Russische filmkunst. Ik bewonder Pudowkin meer dan Eisenstein. Pudowkins films loopen altijd synchroon met het hart, die van Eisenstein met de rekenmachine.

Natuurlijk heb ik als overtuigd katholiek bezwaren tegen het dogma van veel Russische films, en wacht ik met schaamte en hoop op de dag dat de levenwekkende waarheid van het Katholicisme de inspiratieve bron zal blijken van cineasten met even groote gaven als die waarop de Sovjet zich mag beroemen. Misschien dat er dan beweeglijke Ikonen ontstaan die zich kunnen handhaven naast de geschilderde, waarin een al te haastig en al te overmoedig geslacht niet tijdig de gestolde genade heeft herkend.