Kort verslag van de conferentie van de ‘Int. Bond van Rev. Schrijvers en Kunstenaars’,

gehouden te Amsterdam op 29 Aug. 1932, in aansluiting op het Anti-Oorlogscongres aldaar van 27 en 28 Aug., met sluiting op 29 Aug. des middags 2 uur. Voorzitter der Conferentie: Germanetto (Italiaan).

VAILLANT COUTURIER (Secr. van den Bond van Rev. Schrijvers in Frankrijk A.C.A.R.) had het eerst het woord. In zijn inleidend woord zegt hij, dat op het platform van de strijd tegen de oorlog, zooveel mogelijk aanknoopingspunten moeten worden gezocht met kunstenaars en schrijvers, om op een breedere basis, zooveel mogelijk te trachten alle elementen te mobiliseeren tegen de oorlog. Dan stelt hij voor, dat ieder aanwezig land een referaat uitbrengt over werkwijze en situatie.

 

LEO DANNEY (Boston) zegt, dat de John Reed-club momenteel verboden is, maar dat de ‘roode Boston’ (een krant) verschijnt, hetgeen voor de moeilijke werkwijze van Boston veel zeggen wil.

Een vertegenwoordiger van Tsjecho-Slowakije deelt mede, dat er een groote beweging is onder de intellectueelen, die weerklank vindt in Hongarije in het blad ‘Links Front’. Hij vraagt om regelmatige uitwisseling van bladen en brochures. Het blad der

[p. 57]

proletarische schrijvers ‘Worba’, dat in een oplaag van 15.000 exemplaren verschijnt, en dat tot taak heeft te strijden tegen oorlog en fascisme, heeft deelname aan dit congres voorbereid.

Een vertegenwoordiger van Duitschland, ‘Links Gruppe’, deelt mede, dat het belangrijk is voor andere landen, om, evenals zij, een kartel te vormen, waarin meerdere groepen worden vereenigd tot uitwisseling van gedachten, terwijl elke groep op zijn eigen gebied autonomie behoudt.

Een vertegenwoordiger der S.K.K. (Holland) deelt mede, dat de Organisatie 5 jaar bestaat, 85 leden telt, waaronder 25 schrijvers, dat zij een tentoonstelling organiseerden en met Duitschland, ‘Links front’, en Moskou directe verbindingen hebben.

Een vertegenwoordiger uit Amerika deelt mede, dat New York, Chicago, Hollywood en Detroit 100 leden tellen in de John Reed Club, dat de werkwijze van de John Reed Club dè weg voor de Amerikaansche proletarische schrijvers is, dat groote schrijvers, als Dos Passos, Dreiser, enz., met de John Reedclub sympathiseeren, en dat zij in Chicago twee organen uitgeven: ‘Left’ en ‘New Masses’.

 

GERMANETTO (Italië) vindt, dat er getracht moet worden, bekende schrijvers tot de massa te brengen, dat de goede werkwijze daarvoor moet worden gevonden en dat er in Italië geen schrijvers meer zijn, die schrijven voor de massa, daar het fascisme alle mogelijkheid daartoe heeft verstikt. Terwijl vóór den oorlog jaarlijks ongeveer 11.000 werken verschenen, verschijnen er nu slechts ongeveer 5800, zoozeer heeft het fascisme de litteratuur vleugellam geslagen. Er verschijnen wel gedichten en werken, die een beeld geven van de toestand, op lyrische wijze, maar zonder de weg tot de strijd aan te geven, daar dit laatste door het regime onmogelijk is. Hij zegt, dat de werkwijze moet worden uitgestippeld, waarop schrijvers en arbeiders kunnen samenwerken, dat de schrijvers en kunstenaars, die nog aan de andere kant staan, bewerkt moeten worden, dat wij jonge schrijvende elementen van arbeiders en boeren in ons werk moeten betrekken, zooals dat in het programma van Charkow (1931) is vastgelegd.

 

STERN (Amerika) vertelt, dat de John Reedclub niet alleen een organisatie van schrijvers is, maar vooral de drager moet zijn van propaganda voor de revolutionnaire idee, en dat er theater- en muziekgroepen zijn van 100 werkende leden, die propagandamuziek en kleine scènes maken, alles in het teeken van: tegen oorlog en fascisme. Hij zegt, dat we de burgerlijke schrijvers niet noodig hebben, hetgeen juist tegengesproken wordt door een anderen Amerikaanschen kameraad, die zegt, dat wij ons niet moeten beperken tot de proletarische schrijvers, maar ook anders-denkenden moeten mobiliseeren, en bespreken moeten, op welke wijze dit gebeuren kan, daar de tegenwoordige werkwijze van de John Reedclub vele links georiënteerden heeft teruggeschrikt.

Een Duitsche kameraad zegt, dat er een groote beweging is in Duitschland van jonge prol. rev. elementen, die schrijven, terwijl zij toch arbeider blijven, en dat er in het kartell 800 leden zijn, collectieven van schrijvers, beeldhouwers, musici, tooneelspelers, - samenwerkend op de basis van het programma van Charkow. Hij vertelt, dat er in de bestaande organisaties een toenemende verschuiving naar links plaats heeft. Hij noemt Gläser, Renn, Brentano, Brecht, Seghers als leden van de ‘Internationale Bond van Rev. Schrijvers’, maar wij moeten de duizenden bereiken, voor wie het nog onduidelijk is, en die teruggeschrikt worden door onze scherpe aanvalspolitiek. Wij moeten nu komen tot het vaststellen van een manifest, dat ons de mogelijkheid brengt alle eerlijk-meenende uit de schrijvers- en kunstenaarswereld tot ons te trekken.

 

GERARD VANTER spreekt voor prol. schrijvers Holland en vertelt over de conferentie te Amersfoort, waar verschillende wegen en middelen besproken zijn; hij vertelt, dat het tijdschrift ‘Links Richten’ is uitgegeven, dat actueele gebeurtenissen, als stakingen enz. in gedichten en vlugschriften wordt weergegeven, dat zij scherp rev. reportage brengen, de strijd brengen tegen oorlog en imperialisme, dat naast ‘L.R.’ ‘Afweerfront’ verschijnt en ‘Feiten’ met schrijvers als Jef Last, Maurits Dekker e.a.

 

PALADINI (Spanje) zegt, dat Spanje vóór de republiek in dezelfde toestand was, als Italië nu nog, maar dat er nu veel is veranderd. Er is een club (Ataneo) te Madrid, waar discussies worden gehouden, een organisatie, in welke de schrijvers en kunstenaars staan in de klassestrijd. Hij noemt de weekbladen ‘Nosotros’ en ‘Nueva España’. Hij zegt, dat het moeilijk is de zaak in Spanje te organiseeren, dat er bibliotheken moeten komen in de dorpen.

Een kameraad uit Genève zegt, dat op het oogenblik de agit-props daar het voornaamste werk doen.

[p. 58]

Een vertegenwoordiger van de Joodsche rev. schrijvers uit Palestina zegt, dat zij strijden tegen het imperialisme, een tijdschrift ‘een, twee, drie’ uitgeven, doch zeer arm zijn, en recht op steun hebben, - waarop een Amerikaansch kameraad zegt, dat Palestina een Zionistische beweging is, die niet door ons gesteund kan worden.

De Baltische Länder geven in het Russisch een tijdschrift ‘Nord-Ost’ uit, ondersteund door Barbusse en Rolland.

Bulgarije heeft arbeiderstheaters en heeft verschillende brochures uitgegeven.

VAILLANT COUTURIER spreekt nu over de noodzakelijkheid ons werkgebied uit te breiden en door te dringen tot de burgerlijke schrijvers; hij vreest anders voor een sectarisme. Hij stelt voor, een Open Brief te lanceeren met een minimum program, over de vraagstukken: oorlog en fascisme, om dìè schrijvers en kunstenaars te bereiken, die, naast een aanwezig revolutionnair sentiment, nog vastgegroeid zitten in idealistische ideologie. Het congres bleek te zijn: een eenheidsfront, en nu moeten wij dus den weg tot verbreeding vinden, maar daarbij vermijden, eenig heil te zien in groote namen. Er moet in de naaste toekomst een internationaal congres van den ‘Bond van Revolutionnaire Schrijvers en Kunstenaars’ gehouden worden. Er moet een organisatie in het leven geroepen worden, geen liga, maar een Beweging, een beweging, die door de rev. schrijvers moet worden verbreed. Nu wij bij elkander zijn, moeten wij daartoe den grondslag leggen, adressen van elk land achterlaten, voor een int. bureau in Europa; de kameraden van deze organisatie moeten met elkaar in verbinding blijven, arbeidsrapporten moeten worden uitgebracht. Binnen een maand wordt in Straszburg gesticht de Fransch-Duitsche Organisatie van Elsas-Lotharingen van den Bond van Int. Rev. Schrijvers en Kunstenaars. Er moet een werkplan komen voor litteratuur en kunstliteratuur voor de kinderen. Er moet vrijheid van werken zijn, maar langs een vaste lijn.

Een Amerikaansch kameraad zegt nog, dat hij nadrukkelijk verklaart, dat er met takt gewekt moet worden, en dat de burgerlijke schrijvers, ook die met groote naam, met allen, die tegen den oorlog zijn, in het werk betrokken moeten worden. Daarom stelt hij een minimum-program voor, met het oog op de idealistische kunstenaars, die het dialectisch materialisme nog niet kunnen aanvaarden.

COUTURIER zegt nu: WIJ moeten nauw aaneengesloten samenwerken als internationale revolutionnaire Bond, maar daarnaast den strijd tegen den oorlog breed opzetten en breed opvatten.

Besloten werd een permanent internationaal secretariaat te stichten met zetel te Parijs. Correspondenten voor Nederland zijn: Gérard Vanter en Jac. Both.