[p. 51]
Het nieuwe lied.
Jef Last.
De vlag waait rood van den toren
bij de nieuwe traktorenfabriek:
de ronkende zang der motoren
het drillend gesnor van de boren
dat is onze Sowjet-lyriek.
Wie zal de weg ons versperren?
Wie stuit onze stoet op haar baan?
Ons lied geldt de toekomst, de verre
en niet meer Pierrot bij de sterren
in het bleeke licht van de maan.
Acht hoogovens in de steppe
veertigduizend traktoren per jaar
de razende raderen reppen
geen handen genoeg om te scheppen:
het plan moet in vier jaren klaar!
Staal, koper en goud uit de groeven
Kolen uit Kusnetz en Donbas
Een wereld van moeren en schroeven
waar het spoor slechts van eenzame hoeven
zich eenmaal verloor in het gras.
Rood waait de vlag van den toren
waar het leger der arbeiders gaat.
De nieuwe mensch is geboren:
de stootbrigadier treedt naar voren
en slaat met zijn hamer de maat.
Het tempo der bolsjewieken
Het rijm op ‘bourgeois’ -: G.P. Oe.
Het rythme van duizend fabrieken
zoo gaat, over 't lijk der klassieken
ons lied naar de dageraad toe.
Het schrijdt in de strijdende rijen
van de komsomolzen vooraan
als de daverende stap op de keien
van de roodgardisten, de vrijen
zal het over de aarde gaan.
Ons lied geldt de toekomst, de blijde
en niet meer Pierrot bij de maan
als de vijand ons uitdaagt ten strijde
dan zal met zijn maats zij aan zijde
de strijdende dichter staan!