[p. 9]

Vijf maal vijf...

Volgens een bericht in de ‘Prawda’ werden in Shanghai op last van Tsjang kai Tsjek 25 chineesche kommunisten terecht gesteld.
 
Vijf maal vijf Chineesche kommunisten
 
vijf maal vijf, ja vijf maal vijf, zeg vijf maal vijf
 
Bleek als parelmoer in 't morgenmisten
 
aan de galg slingert hun mager lijf.
 
 
 
Vijf maal vijf, ja vijf maal vijf, zeg vijf maal vijf,
 
Jong en oud hangt daar hun tros te rijpen
 
waterblauw het mager-naakte lijf
 
en de scherpe snavels slijpen
 
schorre raven voor hun wreed bedrijf.
 
 
 
Deze tros Chineesche kommunisten
 
vijf maal vijf, ja vijf maal vijf, zeg vijfmaal vijf
 
rijpt en zwelt in 't bleeke morgenlichten
 
rijpt in 't zonlicht purper van het dagen
 
deze tros met zijn verwijtend zwijgen...
 
Altijd, altijd blijft hun lijkzang vragen:
 
broeders! zaagt gij onze hoofden neigen?
 
 
 
Vijf maal vijf, ja vijf maal vijf, zeg vijf maal vijf
 
heldenstrijders van 't Chineesche kader.
 
Grimmig slingerend danst hun naakte lijf:
 
Kuo Min Tang, den naam van hun verrader!
 
Tichon Tsjoerilin
 
vert: J.L.