Russische Plaatjes

Ernst Glaeser u.F.C. Weiskopf, Der Staatohne Arbeitsose. Drei Jahre Fünfjahresplan. - Berlin, Verlag Kiepenheuer.

Twee revolutionaire Duitsche schrijvers, Glaeser, ook in ons land beroemd door zijn ‘Jahrgang 1902’ voornamelijk, en Weiskopf, de schrijver van den Prager revolutieroman ‘Das Slawenlied,’ hebben gezamenlijk dit interessante plaatwerk over het Rusland der huidige reconstructie samengesteld. Hun werk is een illustratie van de talrijke reportages over Rusland, waarmee de internationale boekenmarkt op het oogenblik overstroomd wordt; een fotocommentaar, een ‘Buchfilm’ noemen zij het zelf. 265 voortreffelijke foto's, uit een collectie van 5000 fotografieën door de samenstellers gekozen. Hun doel is daarbij, naar zij in een woord vooraf verklaren, de waarheid en niets dan de waarheid te dienen.

Inderdaad zijn de foto's uiteraard objectief en authentiek, overtuigender materiaal omtrent de ontwikkeling van het Russische vijfjarenplan kan men nauwelijks aanvoeren. Buitendien is de compositie van het fotomateriaal, de rangschikking tot boek zeer zakelijk en nergens hinderlijk tendentieus. De schrijvers leggen er den nadruk op, dat deze fotoreportage bij haar verschijnen reeds bij de feitelijke ontwikkeling ten achter is, ‘Vergangenes das bereits gestrig war als es noch morgen hiess’, als het gevolg van het enorme tempo in de veranderingen en vorderingen van het reconstructiewerk.

Een film als Turksib, de film van den spoorwegaanleg van Turkestan naar Siberië, is tenslotte nog wel levendiger en spannender dan een plaatwerk als dit, maar de lijn in de compositie en het belang der foto's zelf maken het tot een uiterst boeiend en instructief werk. Tekst is daarbij vrijwel overbodig. De onderschriften, in het Duitsch, het Fransch en het Engelsch, zijn beknopt en meestal geheel zakelijk. Kaarten van Europeesch en Aziatisch Rusland, bezaaid met teekentjes, die de tallooze nieuwe werken aanduiden, gaan vooraf. Aan het slot vindt men statistische gegevens over het vijfjarenplan.

De eerste foto's laten het enorme land in zijn natuurlijken toestand en het volk, de rassen die het bewonen in hun natuurlijke geaardheid zien. Zij geven een beeld van zijn matelooze uitgestrektheid en rijkdom, zijn verschillend klimaat en bodemgesteldheid en zijn uiteenloopende primitieve bevolking. Onder de portretten uit het volk zijn er zeer karakteristieke koppen, over het geheel zijn echter de foto's van menschen het minst overtuigend; al die lachende energieke gezichten, met de vroolijke rijen breede tanden of de streng gesloten lippen en al die wuivende mutsen wijzen op een te eenzijdige bloemlezing (maar wie die zijn zaak verdedigen wil, zou het anders doen!). Overtuigender, verbluffend zelfs, zijn de foto's van de dingen, de werken zelf, de indrukwekkende afbeeldingen van wat er gedaan en gemaakt wordt op het oogenblik in Rusland, de foto's van het groote plan: nieuwe stuwdammen, krachtstations, turbines, boortorens, oliebuizen (over honderden kilometers, van de Kaspische Zee naar de Zwarte Zee, van Baku naar Batum), kranen, elevatoren, kolenmijnen, hoogovens, smederijen, spoorwegen, bruggen (een brug van 1700 M. over de Wolga), auto- en tractorfabrieken, scheepswerven, wegen, steden. De lange reeks foto's van ontzaglijke werken laat zien hoe er gebouwd wordt in de Oekraine, in den Oeral, aan de Wolga, aan de Zwarte Zee, in Siberië.

[p. 36]

Zeer curieus zijn de foto's van de nieuwe levensvormen, van de gereorganiseerde, gesocialiseerde samenleving. Men ziet de ‘statliche Universalmagasinen’ die de oude markten hebben vervangen, een aardige foto van een reuzenschildpad, aangebracht boven de poort van een fabriek met achterstand in het opgedragen werk, een copy uit de prentbriefkaarten-serie ‘Helden der Arbeit’, met tractoren en naam en portret van een werkman die de Leninorde voor den arbeid verwierf. Foto's van arbeidersclubhuizen en nachtsanatoria, van wat er voor sport, hygiëne en ontspanning gedaan wordt, van de scholen en van de jeugdbeweging. En dan de kolchos, de landbouwgemeenschap, het gecollectiveerde boerendorp, de melkerijen, de proefstations, de hygiënische stallen, de gemeenschappelijke dorpskeuken. De kinder- en zuigelingenbewaarplaatsen bij elke kolchos of fabriek.

Een aantal foto's demonstreeren het nieuwe Russische militairisme, dat alle anti-oorlogsdagen ten spijt, voor geen ander militairisme onderdoet. Het roode leger zingt: ‘Von der Taiga bis zum britischen Meer ist die rote Armee das stärkste Heer!’ De soldaten leggen den eed af: ‘Angesichts der werktätigen Klassen der Sowjetunion und der ganzen Welt, verpflichte ich mich, den Namen eines Soldaten der Arbeiter- und Bauernarmee in Ehren zu tragen, das Kriegswesen gewissenhaft zu erlernen und das Gut des arbeitenden Volkes wie meinen Augapfel vor Vernichtung und Raub zu bewahren.’ Maar het roode militairisme heeft meer dan eenig ander zijn goeden anderen kant, die der arbeidsdiscipline: de soldaten van het roode leger helpen oogsten, staan aan de draaibank, krijgen na vier uur militairen dienst vier uren technisch en ander onderwijs, leeren tractors besturen. Het roode leger functioneert ook als opvoedingsinstituut.

Kenmerkend is, dat men geen foto's aantreft die uitsluitsel geven over het gezins- en huwelijksleven, twee aangelegenheden die, als van particulieren aard, als tweederangs beschouwd worden.

De eindindruk is vooral, dat in een in alle onderdeelen georganiseerd proces een heel land in zijn productiviteit zoo tot het uiterste opgevoerd wordt, een heel volk uit zijn traagheid en primitieve onbeholpenheid zoo gemobiliseerd en gemoderniseerd wordt, dat men met recht kan spreken van een sprongvariatie in de ontwikkeling van productie en cultuur. In het Oosten komt zelfs de sprong van hakbouw tot tractor voor. Een aantal foto's illustreeren dit overspringen van cultuurstadia op treffende wijze: Mongolen met de Turksib reizend, voor het eerst in een wagon in plaats van op een kameel; waar voor een paar jaar enkel de Siberische berk en de nomadenhut te zien waren, verrijst een moderne industriestad, de oude modderwegen worden gebaand en geëffend, middeleeuwsche productievormen worden door een up to date-productie vervangen. De nomaden worden gemoderniseerd tot goed onderlegde boeren en industriearbeiders. De laatste foto laat het standbeeld van Lenin zien op een moskee in Samarkand.

Een heel volk is in Rusland op het oogenblik in de leer: nomaden leeren een tractor besturen, analfabeten worden geschoolde werklieden. Het kan niet ontkend worden, dat de deelneming van het volk aan zulk een grootsch werk ook de vorming der persoonlijkheid ten goede moet komen: maar zal die persoonlijkheid, eenmaal gevormd, berusten in haar volstrekte geestelijke onzelfstandigheid?

Hoe het zij, wat aan het slot van dit boek staat, valt niet te loochenen: dat de boeken over de Sowjetunie onze gedachten op de toekomst richten en tot nadenken stemmen.

ANTHONIE DONKER