Boekillustraties van Otto Verhagen

NIET ieder grafisch kunstenaar heeft den aanleg een boek te illustreeren op zoodanige wijs dat de tekst in de prenten wordt weerspiegeld. Zijn de toppunten van een verhaal daarvoor gekozen, dan vinden wij inderdaad in de beelden de woorden terug, langs den zilveren draad der verbeelding. De illustrator moet dan in den regel iemand van veelzijdig kunnen en in den breede minnen zijn. Doch een bepaald boek heeft voor versiering behoefte aan den daarbij passenden stijl zoodat er samenstemming is, eenheid van accent. Deze eenstemmigheid vond ik in Yolanda, het Boek van Bloei door Nan Copijn, met teekeningen van Otto Verhagen, fraai met gouden stempelband uitgegeven door G.B. van Goor zonen's uitgeversmaatschappij te 's Gravenhage. Hierin loopen de 22 illustraties, ofschoon dus betrekkelijk gering in aantal, hand aan hand met den tekst en zij zijn een verpoozing voor den lezer.

Yolanda is een allegorisch verhaal, waarin het Leven, Leed, Troost, Vrijheid en andere menschelijke aandoeningen en eigenschappen suggestief zijn gepersonifiëerd. ‘Voor jou, meiske ...’ luidt de opdracht en ik juich het toe, dat in dezen tijd een boek is verschenen met een moraal, die de jonge vrouw weer moge zoeken. Het is geschreven in dichterlijken toon en niet geheel zonder beeldend vermogen. Doch van taal is het niet vlekkeloos en in gedachte en woord wekt het reminiscenties aan Couperus, aan Van Eeden. Zeker had de schrijfster den naam Wistik voor

illustratie
Illustratie van Otto Verhagen uit Yolanda.

[p. 10]



illustratie
Illustratie van Otto Verhagen uit Yolanda

het paard, dat Yolanda gansch de wereld door zal dragen, moeten vermijden. Zoo is er meer. Doch verdere ontleding is hier niet het doel. Volstaan zij met dit: de strekking is voor het meisje, dat de wereldsche vrijheid als een ideaal ziet, leerzaam; en het boek heeft sfeer.

Otto Verhagen heeft zich hier in zijn geliefdste genre van teekeningen kunnen uiten. De geest van het verhaal en de stijl van deze prenten en prentjes zijn volkomen één. Het verrassende is, dat het talent van een grafisch kunstenaar soms eerst recht tot uiting en tot verdere ontplooiïng komt wanneer hij een bij zijn persoon en stijl passend boek moet versieren. Maar ook begrijpelijk: want wij worden immers ook eerst door omgang met menschen zelf tot mensch en wel des te volkomener naarmate wij veelvuldiger ervaren, dat elke toenadering een conflict is en in elk conflict de drang tot vereeniging schuilt.

Verhagen is als teekenaar een self-made man. Hij werd op 19 Augustus 1885 te Drumpt geboren en ontving op de H.B.S. eenige nuttige wenken en daarbuiten van den schilder J.H. Weyns. Zijn kunstpraestaties zijn overigens de vrucht van natuurlijken aanleg en ijverige oefening. Op jeugdigen leeftijd boeide hem zeer Aubrey Beardsley en sommige teekeningen dragen daarvan nog de sporen, vooral die waarin het gelaat het masker-achtige heeft en het ornament van een bloemerige weelde is. Maar nu heeft hij een eigen talent met toon en karakter en een dat door dien steun en die leerschool wellicht sterker, meer zichzelf is dan het talent van menigeen, die geen invloeden heeft mogen leeren kennen. Het is de beproeving die sterk maakt en subtiel. Zelfs in Frankrijk en Duitschland is Beardsley's invloed groot geweest en ik zag ook Russische teekeningen op dit genie geïnspireerd. Later was Verhagen een bewonderaar van Karel de Nerée tot Babberich.

Uit dien tijd dateeren een reeks onuitgegeven zeer verfijnde illustraties naar werken van Couperus (Psyche), Oscar Wilde (The Picture of Dorian Gray) en bij gedichten van Verlaine en Baudelaire. Dit alles is psychologisch verklaarbaar. Bij de bestudeering van Beardsley's kunst ontmoeten we den naam Baudelaire, Oscar Wilde, wiens Salomé hij illustreerde, bij Baudelaire denken we aan Poe en wanneer wij de teekeningen zien van Alastair in de Fransche uitgaaf van Salomé, prevelen we weer ... Beardsley. Het zijn de fijn-gespannen netten der verwantschap, die hier magisch en magnetisch werkt. Ik denk hier ook aan Harry Clarcke, die o.a. Faust prachtig illustreerde.

Destijds heb ik erop gewezen, dat verschillende van de door Otto Verhagen geteekende ex-libris uitnemend geschikt zijn voor boeken over muziek en poëzie. Hij is dan ook op zijn best in de kostelijke plaat, waarin Yolanda is afgebeeld dansend onder de tonen van een jazz-band. De ontaarding van den dans is hier bijkans zichtbaar in de tronies van de orkest-leden. En in dit verband zeg ik weer, om die diep-innerlijke verwantschap te bewijzen: Beardsley begon in het leven als muzikaal wonderkind.

Ik wil u slechts voelbaar maken het accent van Verhagen's illustraties, het fijnzinnige ervan. En men meene vooral niet, dat hij het daemonische geeft. Kunst die telkens terugkeert naar het navrante, het ijzingwekkende, moet eindigen met zichzelf op te sluiten in de cel der vereenzaming en tot decadentie leiden. Verhagen heeft die periode, waarin een voorstelling als de Nacht ontstond, een prent als een lugubere verschrikking, maar huiveringwekkend-mooi, overwonnen. En hier, in Yolanda, is er nu eens een zacht praeludeeren als op een viool dan weer het donkere klankenrumoer van een cello. Of er is het ruischende zee-golven als in de impressionistische muziek van Debussy. Het ligt in de redelijkheid van zijn psychische gestemdheid, dat hij is òf van een eindelooze teederheid òf van een meedoogenlooze verbittering. Hij is een fijn waarnemer, die de dingen met eenige versterking van de realiteit weergeeft. Met scherpe pen kleurt hij de uitersten en het is alsof hij op fluweelen sandalen langs den rand der aarde loopt van de pool, waar de droom zijn gestalten-dans oproept, naar de pool dier andere verbijstering. Hij heeft dan ook een gave voor karikatuur-teekenen. En toen hij zijn aandacht voor het illustratieve meer richtte tot het werkelijke leven bleef sterke voorliefde voor het decoratieve hem bij.

Zooals uit de hierbij weergegeven afbeeldingen uit Yolanda kan blijken, getuigen de illustraties van de sfeer, waarin de kunst van Otto Verhagen is gerijpt. Men werpe mij niet tegen, dat zij uit den tijd zijn alléén omdat de strakke lijn nu méér gewild zoude zijn. Want juist dit genre zal

[p. 11]



illustratie
Illustratie van Otto Verhagen uit Yolanda.

zijn groote bekoring wel nimmer verliezen wijl het is uitgefluisterd in een toon, die wel altijd zal worden verstaan. Moge deze kunstenaar nog eens in de gelegenheid komen zijn talent, dat ons stellig verrassingen zou geven, in nieuwer en breeder opzicht te toonen.

 

JOHAN SCHWENCKE