Het Nederlandsche ex-libris

XVIII. Waarde

ER is, zij het dan niet op schrift, reeds menig woord gevallen over de waarde van een ex-libris en daarmede bedoel ik de waarde-in-geld van een afdruk en die van een verzameling van afdrukken. Dat de meeningen op dit punt over het algemeen zeer uiteenloopen en veelal wankelbaar zijn, moet worden toegeschreven aan het ontbreken van vaste factoren en aan de aanwezigheid van elementen van persoonlijken aard. Wij kunnen onderscheiden de geldelijke waarde, de artistieke waarde en de verzameling-waarde. Natuurlijk bestaat er tusschen deze drie een onderling verband, maar toch kan een ex-libris van voornaam artistiek voorkomen stoffelijk minder aantrekkingskracht hebben dan een in den zin van kunst minder geslaagd stuken wel juist door hoedanigheden, welke met de kunst weinig uitstaande hebben. Er zijn verzamelaars, die een collectie vormen alleen om de artistieke beteekenis en daardoor iets bijeenbrengen, dat zeker kostbaarder is dan een verzameling van allerhande. Doch in een collectie, welke niet met zulk een ernstige selectie is opgezet, kunnen zich ex-libris bevinden, welke zeldzaam zijn doordat slechts een beperkt aantal afdrukken is vervaardigd, voorts proefdrukken, met de hand afgedrukte en gesigneerde houtsneden, verschillende schetsen, welke het boekmerk in zijn staat van wording weergeven, origineele teekeningen en andere unica, alles voor een geestdriftig verzamelaar om van te watertanden.

Het is derhalve, althans ten aanzien van ex-libris der laatste jaren, zeer moeilijk prijzen aan te geven; een vaste markt bestaat eigenlijk niet. Het is echter noodzakelijk, dat voor de oudere en oudste ex-libris - dat zijn alle van vóór 1870 - vaste waarde-bepalingen verschijnen en wanneer ik daarvoor ijver, verdenke men mij niet van eenige neiging, kunst te vereenzelvigen met geld, integendeel, ik handel juist uit liefde voor die mooie, oude kopergravuren, welke hoe langer hoe zeldzamer worden, doordat ze geleidelijk, ten gevolge van onwetendheid van hunne bezitters, verloren gaan. Het bekend maken van een met zorg en wetenschap vastgestelde waarde zal het kleine nog in ons land aanwezige aantal oude ex-libris voor verdwijnen behoeden. Het bleek mij reeds

[p. 188]



illustratie
Afbeelding 1



illustratie
Afbeelding 2

herhaaldelijk, dat de waarde van deze heerlijke stukken, veelal voortgekomen uit den kunstzin van bekende adellijke families, wordt onderschat. Indien anderen deze taak niet ter hand nemen, hoop ik, nadat daartoe verschillende onderzoekingen zullen zijn gedaan, een proeve van waardeering van deze oude Nederlandsche boekmerken, stuk voor stuk te kunnen geven.

Een ter zake kundig verzamelaar, met veel ervaring, noemde mij eens, als gemiddelde prijs, tien gulden per stuk. Ik zou terstond tien oude ex-libris kunnen noemen, welke amper één gulden waard zijn, doch ik bezit er ook, welke ik niet voor minder dan honderd gulden van de hand zou doen. Bij het vernemen van die prijzen zullen velen met verwondering opzien, maar de kunst van het verzamelen van ex-libris is bij ons nog jong, men moet met de materie nog vertrouwd geraken. Het is óók een quaestie van gevoel èn... eene van liefde. Daarom nogmaals, men vergeve mij het materialistische tintje van dit artikel, ik moest het eraan geven ter wille van het behoud van antieke, mij dierbare producten eener reeds eeuwen bestaande, intieme boekversieringskunst, overgebleven uit een tijd, waarin de boekerijen beperkt van omvang waren en dus ook het aantal afdrukken van ex-libris sober was. Bovendien bestond de gewoonte niet deze zaken te verzamelen, zoodat ook hierdoor veel is verloren gegaan.

De verzameling-waarde: hieronder versta ik de gezamenlijke waarde der in een collectie voorkomende ex-libris verhoogd met een surplus als waardeering van de toevalligheid, welke bepaaldelijk déze ex-libris tot een verzameling vereenigde.

 

* * *

 

The Bookplate Association International hield van 27 April - 19 Mei 1930 haar 6de jaarlijksche tentoonstelling in Los Angeles, waaraan weder een Prize Bookplate Competition was verbonden. Vijftien landen, waaronder Nederland en Java, waren vertegenwoordigd. De Hagenaar Han Krug verwierf een eervolle vermelding met het door hem in hout gesneden, aardige kinder-exlibris voor Koekie Houbolt (afb. 1). Dat een Nederlandsch kïnder-boekmerk werd bekroond, verdient wel aandacht, omdat wij van deze soort maar weinig bezitten.

Ook de Nederlandsche kunstenaar G.P.L. Hilhorst, als inzender te Java, ontving een eervolle vermelding met zijn mooie houtsnede voor A.J. Nuyens32.

Voorts was bij een artikel in de Los Angeles Times over deze tentoonstelling onder verschillende Engelsche, Fransche, Australische, Czechoslowaaksche en andere boekmerken ook een ex-libris afgebeeld van den Nederlander W. Heijnen, dat deze teekende voor F. Heijnen. Op het werk

[p. 189]



illustratie
Afbeelding 3



illustratie
Afbeelding 4

van den heer Heijnen komen wij bij een volgende gelegenheid uitvoeriger terug.

Een en ander zij aangeteekend om het feit, dat ons land niet meer, gelijk vroeger, in aangelegenheden als deze niet wordt genoemd. In het buitenland weet men thans zeer goed, dat wij kunnen bogen op het bezit van vele reeksen voortreffelijke ex-libris en het zal op den duur ook moeten erkennen, in geschrift, dat onze kunstenaars deze sierstukken samenstellen met een zorg en geduld en kunde, welke aan onzen volksaard nauw verwant zijn. En zou het buitenland dan niet, in dit verband, terugdenken aan onze beroemde schilderijen, welke toch ook werden geschapen met kunde, zorg en geduld buiten dat ééne andere, zonder hetwelk een kunstwerk niet kan ontstaan?

 

* * *

 

De A.B.C.D.E., de actieve Belgische exlibris-vereeniging (Association Beige des Collectionneurs et Dessinateurs d'Ex-libris) heeft in haar samenkomst op 2 Juni 1930 debat laten voeren over de vraag: ‘un bibliophile doit-il avoir plusieurs ex-libris?’. Een minnaar van boeken, wiens bibliotheek veelzijdig is, kan niet volstaan met één ex-libris, indien dit motieven bevat met sterk eenzijdige neigingen. Heraldische of louter typografische boekmerken kunnen wel voor boeken van allerlei richting worden gebezigd. Om dit te verduidelijken neem ik als voorbeeld het ex-libris van een theoloog (afb. 2). Indien de eigenaar van dit merk nu eens groote belangstelling toonde ook voor de fotografische kunst of de ichtyologie, zou dan zijn door Lex Barten geteekend ex-libris in de boeken over die kunst of die leer niet een weinig misstaan?

Het hierbij afgebeelde boekmerk is zeer eenvoudig, maar vertoont een goede compositie. Men merke op, hoe dit is verkregen met weinig middelen en door redelijke schikking van sobere gegevens. De heer Schouwink, hulppredikant te Naaldwijk, is voorzitter van den Vrijzinnigen Bond van Jongerengroepen ‘De Rijzende Kerk’ en de ontwerper heeft nu in het ex-libris iets weergegeven van het ambt, de organisatie - zie de recht opgaande bogen - en de liefde voor het boek. Het stemt blijmoedig, dat hij juist ook dank zij de plaatsing van de woorden en de gestalte der letters een evenwichtig geheel wist te verkrijgen.

Voor belangstellenden zij nog vermeld, dat Alexander Cornelis Barten (geboren te Gouda 24 October 1902) in 1919 de lagere acte telkenen behaalde en in 1924 de acte teekenen M.O. en Nijverheidshand- en lijnteekenen (acten Ma en N II). Hij is thans leeraar aan de Gem. Avondschool voor Nijverheidsonderwijs te Utrecht en conservator van het Nederlandsch Grafisch Museum. Hij maakt veel reclame-teekenwerk, ontwerpt boekbanden, enz.

Vanzelf kom ik nu ook tot het volgende: hoe interessant zou het ex-libris kunnen zijn, door een daartoe bevoegd teekenaar of houtsnijder ontworpen voor een boekerij, speciaal bestaande uit literatuur over ex-libris! Zou de bekende verzamelaar

[p. 190]

Ir. E. Strens, die ook een veelzijdige bibliotheek bezit, niet eens een opdracht willen verleenen? De heer Strens beseft ongetwijfeld, daarmede de kunst, de kunst van het boek en die van het ex-libris te dienen ...!

 

* * *

 

Een nieuw tijdschrift! In Januari 1929 verscheen het eerste nummer van ‘L'Ex-libris’ met den ondertitel ‘revue internationale paraissant tous les deux mois, armoriaux, blasons, généalogies, héraldique, ordres de chevalerie, reliures armoriées’ en wel bij den heer H. Daragon, 10 Rue Fromentin, Paris-IXe (abonnementsprijs voor het buitenland 30 frcs.)33 Nummer 2 verscheen in April, nummers 3-4 in October 1929, nummer 5 in April 1930, terwijl de laatste aflevering van den eersten jaargang nog steeds op zich laat wachten.34 Het omslag ziet er typografisch zeer gezond en smakelijk uit, de inhoud is rijk geïllustreerd, maar wanneer een tijdschrift de belangstelling wil gaande houden, is het een eerste vereischte, dat het op tijd kome!

 

* * *

 

Onlangs kwamen enkele ex-libris in mijn bezit, welke mij niet meer uit de gedachten wilden. Wij hebben dat ook wel met menschen, met wie wij slechts éénmaal spraken en die, door iets persoonlijks in houding of geest, iets uit-hun-wezen-lichtends of in-hun-doen-treffends, zonder dat zij bepaald buitengewoon of verheven zijn, ons toch niet meer los laten. Eigenaardig, dat ik deze ervaring ook weer moest opdoen met ex-libris. Ontdekt men daaraan niet telkens nieuwe zijden, welke ons steeds hechter aan die aantrekkelijke kunst binden?

De boekmerken, welke mij door iets persoonlijks aantrokken, zijn langs fotografischen weg verkregen en ontworpen door Piet Peeters, leerling van de Koninklijke Academie te Brussel, thans leeraar in het teekenen aan het Gymnasium te Eindhoven. In één der hierbij weergegeven boekmerken gaf hij een caricatuur van zichzelven (afb. 3). De heer Peeters heeft gevoel voor den goeden vorm en rustige verhouding van wit en zwart. Zijn werk verraadt een liefde voor het uiterlijk, dat den weerschijn heeft van het diepere, het mooie van droom en glans.

Fijn is ook het boekmerk voor H. Laumans (afb. 4). Het is een decoratief stuk, dat inderdaad zal strekken tot versiering van het boek.

Wij hopen bij gelegenheid nog andere ex-libris van den heer Peeters te bespreken.

 

* * *

Wie nu nog twijfelt aan het toenemen van de belangstelling voor het verzamelen van ex-libris, schenke aandacht aan het volgende. In 1926 begonnen wij met publicatie van een lijst, bevattende 15 adressen van verzamelaars, die daardoor onderling ex-libris konden ruilen. Thans zijn wij in staat niet minder dan 76 adressen op te geven en wel deze:

1.Sarah C. van Alphen, Emmalaan 5, Overveen.
2.E. André de la Porte-Strumphler, Corn. Schuytstraat 64, Amsterdam.
3.K. Bähr, Prinsengracht 467, Amsterdam.
4.Dr. J.P. de Bie, Daendelsstraat 48, Den Haag.
5.C.H. Beels, Prins-Bisschopsingel 1, Maastricht.
6.Mevr. C.L.M. Bijl de Vroe, Ootmarsumsche straat, Almelo.
7.Drs. G.H. Blanken, Nassauplein 16, Alkmaar.
8.A.W. Boon, Bergsche laan 100 b, Rotterdam.
9.J.H.O. Bosdriesz, Grensstraat 9, Amsterdam.
10.Frans Bosen, Jekerstraat 80, Amsterdam Z.
11.B. Brouwer, Helperbrink 23, Groningen.
12.A.G. de Bruyn, arts, Oldenzaal.
13.W.F. van der Burgh, Bilderdijkstraat 4, Leiden.
14.J.L.H. Cluysenaer, Turftorenstraat 15, Groningen.
15.C. Dronkers, Koninginnelaan 65 a, Groningen.
16.Fré Drost, Josef-Israëlstraat 80, Groningen.
17.W.F. Duunk Jr., Parkweg 60, Voorburg Z.H.
18.Jan van Eck, Jan-de-Baenstraat 23, Den Haag.
19.E.G.O.A. Engels, Burg. Weertsstr. 80, Arnhem.
20.J.Ph.Th. Gall, Oosterduinweg 256, Aerdenhout.
21.Betsie A M. Glaudemans, Rechtestr. 52, Eindhoven.
22.Titia Gorter, Snelliusstraat 82, Den Haag.
23.Dr. J. Gunning Hzn., Rembrandtlaan 30 L, Bilthoven.
24.Julie van Hasselt, St. Pieterstraat 61, Middelburg.
25.W. Heijnen, Reinoudsingel 30, Venlo.
26.L.C. Heyting, Controleur 1e klasse B.B., Praja (Lombok).
27.W.K. van der Hoek, Lijsterbesstraat 61, Den Haag.
28.W.H. ten Hoet Parson, 1ste van Blankenburgstraat 36, Den Haag.
29.Oscar van Hoeve, Boezemlaan 13, Rotterdam.
30.Dr. J.J. Hofman, Schenkweg 6, Den Haag (uitsluitend ex-libris op medisch, pharmaceutisch, chemisch en natuurwetenschappelijk gebied).
31.Joh. Jacobs, Oranjestraat 17, Helmond.
32.Molly Keizer-Prins, Stadhouderskade 149, A'dam.
33.J.B.J. Kerling, Prinsegracht 15, Den Haag.
34.Jac. B. Knol, Buitensingel 233, Zutphen.
35.Joh. A.A. Koning, Adm.-de-Ruyterweg 157, Amsterdam W.
36.A. Kooyman, Dreef 28, Rotterdam.
37.Kopp, Columbusstraat 292, Den Haag.
38.W.H. Koppenol Czn., Zuid-West-Buitensingel 110-111, Den Haag.
39.W. Chr. van der Kuylen Jr., Iepenlaan 38, Bloemendaal N.H.
40.Han Krug, Eschdoornstraat 60, Den Haag.
41.W.C.L. Lasschuit, Chasséstraat 80, Den Haag.
42.S.P. van Leeuwen, Oosterh.straat 96, Assen.
43.G. Lindeboom, Zandstraat 3, Weesp.
44.L.M. de Man-de Vicq, per adres: Jhr. N. de Vicq, Nunspeet.
45.Jacob Mees, Westzeedijk 140, Rotterdam.
46.Ottie de Meester, Dam F 150, Middelburg.
47.J. Mekkink Jr., Biljoenscheweg 9, Velp G.
48.Piet Peeters, Oranjestraat 20, Eindhoven.
49.W.F.F. Petit, 2de v.d. Helstraat 40, Amsterdam.

[p. 191]

50.Jhr. Dr. M.R. Radermacher Schorer, Wilhelminapark 12, Utrecht.
51.Dr. N.A. Scheers, Groot Weezenland 15, Zwolle.
52.Jhr. Mr. K.J. Schorer, Maliesingel 16, Utrecht.
53.E.R. van Schothorst, Frankenslag 320, Den Haag.
54.J.B. Schouwink, 's Gravenzandsche weg, Naaldwijk.
55.Mevr. M.L. Schumacher, Villa Selva, Heelsum.
56.Johan Schwencke, Zuid-Binnensingel 23, Den Haag.
57.Sigmund Seeligmann, Nic. Witsenkade 7, Amsterdam (uitsluitend Joodsche ex-libris).
58.S.S. Smeding, Korte Delft, Middelburg.
59.M.G. Stam-Semmelink, Oude straat 40 I, Kampen.
60.Ir. E. Strens, Van Zaeckstraat 13, Den Haag.
61.R. Tilanus-Klatte, Wierdensche weg 135 B, Almelo.
62.W.B.E. Tulling, De Wetstraat 8, Arnhem.
63.H.D. Ubbens, Anna Paulownastraat 45a, Groningen.
64.J. Valkenstein-Van Wageningen, Doornstraat 132, Den Haag.
65.Dick Verhaar, J.-van-Scorelstraat 48bis A, Utrecht.
66.Mej. O. van der Vies, Zoutmanstraat 63 b, Den Haag.
67.C.J.J.G. Vosmaer, Rapenburg 83, Leiden.
68.Th. Weebers, Wilhelminapark 12, Breda.
69.H.L.M. Willemse, ‘De Enk’, Wipstrikkerallee 45, Zwolle.
70.J. de Wolf, van Everdingestraat 12, Alkmaar.
71.Bertha Wolterson, Willemsparkweg 92, Amsterdam.
72.Mej. M.E. de Zaaijer, Obrechtstraat 7, Den Haag.
73.Iris Zeilinga-Doodeheefver, Vredehofweg 54, Rotterdam.
74.D. Zijlstra, Heemraadssingel 62, Rotterdam.
75.Mej. G.G. Zijlstra, Bierkade 206, Middelburg.
76.H.A.M. Zoetmulder, Stratumsche dijk 85, Eindhoven.

Aanvragen om op de lijst van verzamelaars te worden vermeld, kunnen worden gericht aan mijn adres: Zuid-Binnensingel 23, Den Haag.

JOHAN SCHWENCKE

32Verschijnt, van het houtblok gedrukt, in deel VI der door mij geleide serie ‘Het Nederlandsche Ex-libris’, uitgave van den heer A.A.M. Stols.
33Voor 1930 verhoogd tot 35 frcs.
34Inmiddels verschenen.