Albert Giraud †

DE Waalsche letteren in België hebben een groot verlies geleden met het overlijden van Albert Giraud, den schrijver van de prachtige verzenbundels Pierrot Narcisse, Pierrot Lunaire, Hors du Siècle, la Guirlande des dieux en la Frise empourprée.

Leuvenaar van geboorte (1860) was hij met Max Waller de leider van de groep ‘jongeren’, die ‘La Jeune Belgique’ maakte tot het orgaan van de renaissance der Waalsche litteratuur. Van '80 tot '97 was hij de belangrijkste figuur van dat tijdschrift dat hij leidde in een klassieken geest, die zich verzette tegen symbolisme en naturalistische roman. Daaruit ontstond zijn breuk met Verhaeren, Eekhoud, Maeterlinck, die de ‘Coq rouge’ stichtten, waarin zij naar hun temperament hun groote gaven vrijelijk konden ontwikkelen.

Giraud met zijn groep van de ‘Jeune Belgique’ bezag de wereld uit de fameuse ‘tour d'ivoire’ en stond derhalve buiten de realiteit. Dat veroorzaakte, dat velen verkeerde indrukken omtrent het oeuvre van Giraud hebben, dat uitblinkt door meesterschap in den vorm en verheven sensibili-

[p. 6]



illustratie
ALBERT GIRAUD
Geteekend door M.G. Stevens


teit. Men leze slechts zijn sonnet Florise om al zijn meesterschap te beseffen.

 
‘Sur le lit de plaisir jonché de fleurs flétries,
 
Florise, dans l'orgueil de sa maturité,
 
Couve de ses grands yeux aux paupières meurtries
 
L'enfant qu'elle a fait homme avant la puberté.
 
Il est beau comme un soir de printemps sous les roses.
 
El doux comme le vent qui frôle les lilas.
 
Vers l'initiatrice aux mains souples et roses
 
Il lève un long regard reconnaissant et las
 
Leurs sens rêvent ainsi, lourds de fatigue heureuse
 
Mais rompant à demi leur extase amoureuse,
 
Comme pour étouffer un cri qui veut jaillir,
 
Florise sent son cceur pâlir dans sa poitrine,
 
Et dérobant soudain son visage, devine
 
Que son trop jeune amant la contemple vieillir!’

Kenschetsend voor zijn karakter zijn de versregels:

 
‘Apprends à choisir: tout le reste est vain.
 
Recherche le style et fuis la manière;
 
Et retiens ceci: le vrai don divin,
 
C'est la force souple et la grâce fière.’

Giraud behoorde tot de parnassiens, die men meer historisch dan van onzen tijd beschouwt, maar dat sluit niet uit, dat hij voor velen een voorbeeld was en zal blijven. Eerbiedig zal men tegenover zijn werk staan, omdat men er de grootste en beste eigenschappen van een waar dichter in vindt, die wars van uiterlijk effect zijn gevoelens tot edelsteenen crystalliseerde.

 

MARCEL ADRIAN