Boekenfilm

Diep in de Zwitsersche Jura ligt het Karthuizerklooster van La Valsainte. PIETER VAN DER MEER DE WALCHEREN bracht er een Kerstretraite door en vertelt in Het witte Paradijs van zijn ontroeringen bij het beschouwen van het leven der Karthuizers. Men leest over het leven van St. Bruno, den stichter, de dagtaak der monniken, hun diensten alsook hun levensbeschouwing. Otto van Rees gaf eenige simpele penteekeningen als illustraties.

 

Zonder vermelding van den naam van den vertaler verscheen een Nederlandsche bewerking van Paulus onder de Joden van FRANS WERFEL, welk stuk in een vertaling van Ed. Veterman door het Hofstadtooneel wordt gespeeld. Als die vertaling dezelfde is, waarom dat dan niet vermeld?

 

Een nieuwe roman van MARIE SCHMITZ is Het Groote Heimwee getiteld. De hoofdpersoon Adam Heemdrift wordt ‘door het groote heimwee’ gedreven ‘naar het geluksland der ziel, dat in hem, den sterken, levensdriftigen mensch, allerlei bedrieglijke schijnvormen aanneemt.’

 

Otto Babendiek is de titel van den roman van GUSTAV FRENSSEN, dien dr. C.D. Sax in het Nederlandsch vertaalde en die naar het Frenssensche recept in Sleeswijk-Holstein speelt om en in het dorpje Stormfeld met Engel Tiedje, Otje, Lene, Uhle enz. als dramatis personae.

 

Herman Hana vertaalde van de Finsche schrijfster AINO KALLAS een tweetal verhalen, die onder den titel Doodende liefde tezamen verschenen. Het eene verhaal is genaamd Barbara von Tisenhusen en behandelt ‘de singuliere en wonderbare dingen’ die van die in het midden der 16e eeuw levende ‘damoseele’ werden verteld. Het tweede verhaal is ‘De predikant van Reigi’ getiteld en speelt in de 17e eeuw tijdens de regeering van Karel XI.

 

H.W. HEUVEL spoort in Uit den Achterhoek aan tot ‘ken uw land en heb het lief’ en geeft daartoe in een bundel verschillende artikelen in periodieken als Eigen Haard en Vragen van den Dag verschenen.

 

In Levenslot van S. VAN HOUWENSVELT is de hoofdpersoon een jongen met negerbloed in de aderen, afkomstig uit de Rotterdamsche matrozenkroeg. Als cadet komt hij te Breda en wordt later officier in Indië.

 

Voor wie een goede klant der spoorwegen is en zijn litteratuur van den collega-verkooper van ‘warme croquetten’ en ‘koffie om mee te nemen’ koopt, verschenen Het Geheime Huwelijk door MAY CHRISTIE, vertaald door Dicky Wafelbakker; Irma de Duivelin door SAPPER in geautoriseerde vertaling door Jhr.R.H.G. Nahuys, en Het Schot in den Nacht door HANS RICHTERS.